Echografie

Abnormaal vaginaal bloedverlies, waaronder begrepen postmenopauzaal bloedverlies vormt een indicatie tot transvaginaal echoscopisch onderzoek (zie NVOG-richtlijn `Diagnostiek bij abnormaal vaginaal bloed en aanverwant). De echografie is van grote betekenis bij de selectie van vrouwen met een verhoogd risico. Hoewel de echografie een hoge sensitiviteit heeft om
endometriumcarcinoom aan te tonen, is haar grootste bijdrage de hoge negatieve voorspellende waarde. Een recente meta-analyse van 35 studies liet zien dat negatieve bevindingen bij echografie het risico op kanker zou reduceren tot slechts 1%. De echografie is hierom een gemakkelijk toepasbaar en effectief middel om een endometriumcarcinoom uit te sluiten en vrouwen te selecteren die voor een endometriumbiopsie in aanmerking komen. Met behulp van een vaginale transducer kan echoscopisch de dikte van het endometrium worden gemeten.
Aangezien het bij postmenopauzale vrouwen veelal onmogelijk is het endometrium
als enkele laag in beeld te brengen, wordt in het vervolg met de endometriumdikte de dikte in mm van twee lagen (‘dubbele dikte') bedoeld. Bij een endometriumdikte van 4 mm of minder blijkt de kans op een endometriumcarcinoom bijzonder klein te zijn. De kans op alle, voor de
postmenopauze afwijkende histologie (alles behalve atrofie) wordt bij deze afkapwaarde geschat op 5,5%. Bij abnormaal uterien bloedverlies vóór de menopauze dient het endometrium bij voorkeur in de proliferatiefase beoordeeld te worden. Bij een dun endometrium (dubbele dikte < 10 mm) blijkt de kans op (relevante) endometriumpathologie zeer klein. Indien het endometrium dik, irregulair of moeilijk te beoordelen is, is het te overwegen een fysiologische
zoutoplossing in de uterus te spuiten als negatief contrastmedium, zodat (benigne) intracavitaire pathologie beter te visualiseren en te interpreteren is. Dit heet ook wel SIS (saline infusion sonography). Door het gebruik van SIS is een hysteroscopie vaak niet meer geïndiceerd zonder dat een intracavitaire afwijking over het hoofd gezien wordt. Onder invloed van tamoxifen kan een karakteristiek echobeeld ontstaan dat verklaard wordt door veranderingen van epitheel en stroma. Dit kan zowel onder het luminaal epitheel ontstaan met een
leeg cavum uteri, of in de vorm van een endometrium poliep. Dit verklaart het hoge percentage fout positieve echoscopieën bij tamoxifen.