Kennislacunes

Bij de ontwikkeling van de richtlijn Alopecia areata is geconstateerd dat er een aantal vragen zijn die niet beantwoord kunnen worden omdat er onvoldoende bewijs beschikbaar is.

 

De werkgroep heeft de volgende aanbevelingen gedaan voor onderzoek:

Toelichting uitkomstmaten effectiviteit en veiligheid:

Effectiviteit: hergroei van haar, kwaliteit van leven, patiënttevredenheid, recidiefrisico na staken, patient global assessment, investigator global assessment
Veiligheid: o.a. serious adverse events (ziekenhuis opname, mortaliteit), andere bijwerkingen

  1. Wat is de effectiviteit en veiligheid van systemische JAK-remmers ten opzichte van conventionele systemische therapie (methotrexaat, ciclosporine en systemische corticosteroïden) bij patiënten met ernstige AA?
  2. Wat is de effectiviteit en veiligheid van systemische JAK-remmers die toegepast worden in de behandeling van atopisch eczeem, zoals abrocitinib en upadacitinib, bij de behandeling van patiënten met ernstige AA?
  3. Wat is de lange termijn veiligheid van systemische JAK-remmers bij patiënten met ernstige AA?
  4. Wat is de effectiviteit en veiligheid van systemische JAK-remmers bij patiënten met ernstige AA en constitutioneel eczeem?
  5. Wat zijn behandeldoelen en passende stop-criteria voor patiënten met ernstige AA die met systemische JAK-remmers worden behandeld?
  6. Wat is de effectiviteit en veiligheid van conventionele systemische therapieën (methotrexaat, ciclosporine en systemische corticosteroïden) ten opzichte van elkaar bij patiënten met milde en ernstige AA?  
  7. Wat is de effectiviteit en veiligheid van lokale therapieën (lokale klasse-III corticosteroïden, DPCP, minoxidil en calcipotriol) ten opzichte van elkaar bij patiënten met milde AA?
  8. Wat is de effectiviteit en veiligheid van lokale therapieën (lokale klasse-III corticosteroïden, minoxidil en calcipotriol) ten opzichte van elkaar bij patiënten met ernstige AA?  
  9. Wat is de effectiviteit en veiligheid van conventionele systemische therapie (methotrexaat, ciclosporine en systemische corticosteroïden) ten opzichte van lokale therapieën (lokale klasse-III corticosteroïden, minoxidil en calcipotriol) bij patiënten met milde AA?
  10. Wat is de effectiviteit en veiligheid van conventionele systemische therapie (methotrexaat, ciclosporine en systemische corticosteroïden) ten opzichte van lokale therapieën (lokale klasse-III corticosteroïden, DPCP, minoxidil en calcipotriol) bij patiënten met ernstige AA (en constitutioneel eczeem)?
  11. Wat is de effectiviteit en veiligheid van conventionele systemische therapie (methotrexaat, ciclosporine en systemische corticosteroïden) ten opzichte van intralesionale therapie bij patiënten met milde AA?
  12. Wat is de effectiviteit en veiligheid van lokale therapieën (lokale klasse-III corticosteroïden, DPCP, minoxidil en calcipotriol) ten opzichte van intralesionale therapie bij patiënten met milde AA?
  13. Hoe lang dient (systemische) therapie succesvol voortgezet te worden bij patiënten met AA alvorens deze gestaakt c.q. afgebouwd kan worden, waarbij het minste risico op recidief van ziekte bestaat?
  14. Wat is de effectiviteit en veiligheid van dupilumab bij patiënten met ernstige AA (en constitutioneel eczeem)?
  15. Wat is de effectiviteit en veiligheid van azathioprine bij patiënten met ernstige AA?
  16. Wat is de effectiviteit en veiligheid van topicale JAK-remmers bij patiënten met ernstige AA?
  17. Wat is de effectiviteit en veiligheid van tacrolimus bij patiënten met milde en ernstige AA?
  18. Wat is de effectiviteit en veiligheid van prostaglandine analogen bij patiënten met AA en uitval van wimper- en/of wenkbrauwharen?
  19. Wat is de effectiviteit en veiligheid van topicale minoxidil bij patiënten met AA en uitval van wimper- en/of wenkbrauwharen?
  20. Wat is de effectiviteit en veiligheid van lokale klasse III-corticosteroïden bij patiënten met AA en uitval van wimper- en/of wenkbrauwharen?
  21. Wat zijn voorspellende variabelen voor de behandelrespons bij patiënten met AA? 
  22. Op welke manier kan de kwaliteit van leven bij patiënten met AA het meest effectief in kaart worden gebracht en gemonitord?  
  23. Wat zijn de incidentiecijfers van patiënten met ernstige AA in Nederland?