Stroomdiagram Revalidatietraject bij GBS

Stroomdiagram Revalidatietraject bij GBS

 

Tekst bij Revalidatietraject Guillain-Barré syndroom

 

1.   Revalidatietriage Guillain-Barré syndroom (GBS)   (modules 'Revalidatiebehandeling', 'Revalidatietriage' en 'Voorwaarden')

-    Revalidatiegeneeskundige behandeling is geïndiceerd voor het merendeel van de patiënten met GBS met resterende beperkingen na ontslag uit het ziekenhuis.

-    De keuze voor klinische dan wel poliklinische revalidatie wordt bepaald door zorg- en therapiebehoefte en belastbaarheid van de patiënt en zijn sociale systeem.

-    Klinische revalidatie is ook geïndiceerd als er nog complicaties (te verwachten) zijn zoals longfunctiestoornissen, autonome dysregulatie, decubitus of ernstige conditionele stoornissen.

-    Een klein deel van de patiënten is mobiel en in staat thuis zelfstandig te functioneren (eventueel met ondersteuning van naasten). Deze patiënten gaan rechtstreeks naar huis met poliklinische consultatie van de revalidatiearts en neuroloog.

-    Opname in verpleeghuis is geïndiceerd als volwassen patiënten met GBS ernstig beperkt blijven in het functioneren op basis van afwezige hersteltendens, slecht belastbaar of slecht trainbaar zijn en verblijf thuis niet mogelijk is.

 

2.   Revalidatieproces

Fysieke training   (module 'Training')

-    Functioneel trainen van lichaamsfuncties en -vaardigheden.

-    Gedoseerde trainingsintensiteit en -duur gericht op voorkómen van overbelasting en terugval in herstel (consult fysiotherapie).

Contracturen   (module 'Fysieke complicaties')

-    Tegengaan en behandelen van contracturen; doorbewegen van gewrichten.

Pijn   (module 'Pijn')

-    Regelmatige pijnmeting via VAS, NRS of Smiley-scale (kinderen); bepaling ernst en type pijn.

-    Nociceptieve pijn behandelen volgens WHO-pijnladder.

-    Neuropathische pijn behandelen volgens Richtlijn Polyneuropathie.

Gevoelsstoornissen   (module 'Fysieke restverschijnselen')

-    Screening, (h)erkenning en behandeling van gevoelsstoornissen.

Slikfunctie   (module 'Fysieke complicaties')

-    Aandacht voor eventuele slikstoornissen en het effect hiervan op de voedingstoestand van de patiënt (consult logopedist en eventueel diëtist).

Vermoeidheid en belasting/belastbaarheid   (module 'Vermoeidheid')

-    Screening en (h)erkenning vermoeidheidsklachten.

-    Begeleiding hervinden van evenwicht: belasting/belastbaarheid.

-    Afstemmen van belasting en belastbaarheid op vermoeidheidsklachten, spierzwakte en gevoelsstoornissen in relatie tot het gewenste activiteitenniveau.

-    Aanpassingen, voorzieningen en hulpmiddelen worden ingezet / tijdig aangevraagd, afgestemd op de (toekomstige) mogelijkheden van de patiënt (consult ergotherapeut).

Voedingstoestand   (module 'Fysieke complicaties')

-    Aandacht voor de voedingstoestand (ondervoeding en overgewicht) van de patiënt (consult diëtist en eventueel logopedist).

Seksueel disfunctioneren   (module 'Fysieke restverschijnselen')

-    Actief navragen of er sprake is van seksueel disfunctioneren, eventueel verwijzing naar seksuoloog.

Psychosociale problemen   (module 'Psychosociale aspecten')

-    Signaleren en begeleiden van psychosociale stressoren zoals verwerkingsproblemen, angst, schaamte, depressie, onmacht en onzekerheid (consult psychosociaal medewerker).

-    Terughoudend zijn bij behandeling depressieve symptomen met medicatie in eerste maanden (in verband met risico van autonome functiestoornissen door mogelijke bijwerkingen van deze medicatie).

-    Aandacht voor (en begeleiding) van psychosociale problemen bij de naasten, in samenwerking met (of door) de huisarts.

-    Een goed geïnformeerd en op elkaar afgestemd behandelteam verhoogt het gevoel van veiligheid, vertrouwen en welbevinden bij de patiënt.

-    Attenderen op VSN voor informatie en lotgenotencontact.

Arbeidsre-integratie   (module 'Arbeidsre-integratie')

-    Het arbeidsperspectief wordt in de herstelfase door de revalidatiearts besproken met de patiënt en meegenomen in revalidatieactiviteiten.

-    De revalidatiearts informeert de bedrijfs-/verzekeringsarts over (beloop) ziekte en vraagt inzicht in zwaarte oorspronkelijk werk.

-    De bedrijfs-/verzekeringsarts heeft aandacht voor de niet of minder zichtbare restverschijnselen zoals vermoeidheid, sensibiliteitsstoornissen en psychische klachten en is alert op onder- en overschatting van de mogelijkheden door de patiënt.

-    De bedrijfs-/verzekeringsarts heeft aandacht voor de beperkte belastbaarheid als gevolg van de snelle vermoeibaarheid en bewaakt de balans tussen belasting/belastbaarheid in de loop van de (werk)tijd.

-    Er moet worden gestreefd naar het optimaal benutten van restcapaciteit door eventueel aanpassen van werkinhoud en zwaarte van werk (werkwijze, hulpmiddelen, werkduur, roosters enzovoort).

 

3.      Nazorgtraject   (modules 'Multidisciplinaire samenwerking' en Continuïteit en coördinatie')

Afsluiting van revalidatietraject

-    Het merendeel van de patiënten gaat naar huis. Een enkele patiënt verblijft langdurig in een verpleeghuis.

-    De situatie thuis en op het werk (woningaanpassingen, hulpmiddelen, voorzieningen) is afgestemd op de mogelijkheden van de patiënt (consult ergotherapie en bedrijfs-/verzekeringsarts).

-    De huisarts wordt op de hoogte gesteld van het ontslag van de patiënt uit de (poli)kliniek naar huis. De huisarts wordt zodanig geïnformeerd door de revalidatiearts dat hij in staat is de basismedische zorg te continueren. Hij wordt geïnformeerd over:

  • het ziektebeeld;
  • het verloop van het revalidatieproces;
  • de specifieke restverschijnselen zoals vermoeidheid, gevoelsstoornissen, krachtvermindering en seksueel disfunctioneren van de patiënt;
  • het verloop van het verwerkingsproces van de patiënt en zijn direct betrokkenen.

-    In de ontslagbrief aan de huisarts wordt vermeld dat deze de patiënt bij neurologische achteruitgang kan terugverwijzen naar de neuroloog; bij functionele achteruitgang of complicaties naar de revalidatiearts.

-    Opname in verpleeghuis is geïndiceerd als volwassen patiënten met GBS ernstig beperkt blijven in het functioneren op basis van afwezige hersteltendens, slecht belastbaar en trainbaar zijn en verblijf thuis op termijn niet mogelijk is.

 

4.   Controles en begeleiding   (module 'Multidisciplinaire samenwerking')

Controles

-    Neuroloog en revalidatiearts houden de patiënt één jaar onder controle.

-    Een ernstig aangedane patiënt wordt ten minste twee jaar begeleid en gecontroleerd door revalidatiearts.

 

Begeleiding

Neurologische achteruitgang

-    Terugverwijzen voor diagnostiek naar neuroloog.

Functionele achteruitgang of complicaties

-    Terugverwijzen voor behandeling en begeleiding naar revalidatiearts.