Kennislacunes

1. Wat wordt bedoeld met terugval bij patiënten met chronische pijn die succesvol een pijnrevalidatieprogramma hebben gevolgd.
2. Wat is de prevalentie en de aard (binnen welke domeinen) van terugval, zoals gedefinieerd onder 1, na afronden van een pijnrevalidatieprogramma
3. Op welke wijze en met welke partijen kan de overdracht vanuit het revalidatie team voor een nazorgprogramma in de 1^e en 0^de lijn worden vormgegeven?
4. Wat is de effectiviteit van de mogelijke nazorgtrajecten aansluitend aan een pijnrevalidatieprogramma.
5. Wat is effectiviteit van interventies (zoals de WD en IK kaarten of Solace app) gericht op behouden van gedragsverandering.