Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van de modules MRI bij patiënten met implantaten is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven waar wetenschappelijke kennis beperkt is en dus op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module MRI bij elektronisch cardiaal implantaat

De klinische ervaring van additionele risico’s van MRI-onderzoek bij patiënten met verlaten draden, epicardiale draden, draden met extenders zijn beperkt. Additionele studie hierover is wenselijk.

Ook het aantal klinische wetenschappelijke studies naar additionele risico’s, van MRI-onderzoek bij patiënten waarbij de generator en leads van het elektronisch cardiaal implantaat van verschillende fabrikanten zijn, is beperkt.