Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van de modules MRI bij patiënten met implantaten is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven waar wetenschappelijke kennis beperkt is en dus op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module MRI bij gehoorimplantaat

Er zijn geen publicaties bekend waarin de mechanische aspecten van dislocatie van de geïmplanteerde magneet, en het voorkomen daarvan, gedegen onderzocht zijn. De adviezen en spalken van de diverse fabrikanten van implantaten lijken vooral pragmatische oplossingen, die niet noodzakelijk de beste oplossing vormen. Dat geldt ook voor de aanbeveling van deze richtlijn om een platte kunststof spalk te gebruiken. Verder steekt het implantaat van Advanced Bionics in het midden iets meer uit dan de overige implantaten, waardoor dit specifieke implantaat wellicht een specifieke oplossing vraagt.

 

Hoewel er geen aanwijzingen zijn voor weefselschade door verhitting van de elektrodes van een CI, kan dit ook niet worden uitgesloten. Dit zou echter relatief eenvoudig te onderzoeken zijn als aangenomen wordt dat weefselschade resulteert in een hogere impedantie van de elektrodes. Deze impedantie wordt bij een controle van de CI-drager altijd gemeten, en is dus beschikbaar in de dossiers van CI-dragers ten behoeve van retrospectief multi-center onderzoek.

 

Er zijn geen publicaties bekend over de voor- en nadelen van plaatselijke verdoving bij een MRI-onderzoek met drukverband. In een enkele publicatie wordt het gebruik hiervan wel genoemd (Young 2020, Fussell 2021, Gallant 2021). Het voordeel kan zijn dat de kans op slagen van het MRI-onderzoek verhoogd wordt, terwijl een mogelijk nadeel is dat magneetdislocatie mogelijk voorkomen kan worden zonder plaatselijke verdoving doordat er in een vroeg stadium, voor daadwerkelijke dislocatie, veel pijn gesignaleerd wordt.