Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn/module ‘Diagnostiek en behandeling van bijniertumoren’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module Diagnostiek bijnier incidentaloom

Module Diagnostiek morbus Conn

Adrenal Vein Sampling (AVS) is beperkt beschikbaar in Nederland maar wel de richtlijn en aan te bevelen. Natuurlijk is het reden voor verder onderzoek naar een beter beschikbare niet-invasieve diagnostiek (zoals Pentixafor PET-CT).

 

P: Patiënten met primair hyperaldosteronisme (m. Conn)

I: Niet-invasieve diagnostiek (Pentixafor PET-CT)

C: Adrenal Vein Sampling (AVS)

O: Bloeddrukcontrole, normokalemie, complicaties, kosten en kwaliteit van leven

 

Module Behandeling morbus Conn

Toekomstige studies zullen renine-geleide MR blokkade moeten evalueren.

 

Module Behandeling Cushing

Het is onduidelijk wat de rol is van chirurgie bij patiënten met een ACTH-onafhankelijk syndroom van Cushing op basis van bilaterale bijniervergroting. Bovendien is het niet duidelijk of het verwijderen van de grootste bijnier of bilaterale extirpatie de voorkeur heeft indien de patiënt in aanmerking komt voor een chirurgische behandeling.

 

Module Autonome cortisol (hyper)secretie (subklinische Cushing)

Wat zijn de voor- en nadelen van chirurgie vergeleken met een afwachtend beleid in patiënten met subklinisch Cushing’s syndroom op cardiovasculaire events, diabetes en osteoporose?

 

Module Behandeling feochromocytoom

Module Expertisecentrum ACC

Er is geen goede definitie te maken van hoog- of laagvolume centrum voor adrenocorticaal carcinoom.

Deelname aan klinische en basale studies is, in samenwerkingsverband in Nederland en met Europa, noodzakelijk om kennislacunes over ontstaan en diagnostische en met name therapeutische opties te onderzoeken.

 

Module Biopsie bij ongedefinieerde retroperitoneale massa

Wat is de plaats van biopsie in het diagnostisch traject in het diagnostisch traject bij patiënten met een ongedefinieerde retroperitoneale massa mogelijk uitgaande van de bijnier?

Zoekvraag: What is the diagnostic performance of CT guided biopsy in patients with an atypical retroperitoneal mass in or near the adrenal gland which has not been diagnosed with adequate certainty by non-invasive imaging and laboratory tests? And what are the complications, including the risk of tumor seeding?

 

Module Behandeling bijniermetastasen

Module Minimaal invasieve chirurgie

P: Patiënten met een benigne bijniertumor

I: Retroperitoneoscopische adrenalectomie

C: Laparoscopische adrenalectomie

O: Tijd tot volledig herstel (hervatting werk/sport), complicaties, opnameduur, conversie, postoperatieve pijn

P: Patiënten met een benigne bijniertumor

I: Robot adrenalectomie

C: Minimaal invasieve adrenalectomie (laparoscopisch/retroperitoneoscopisch)

O: Tijd tot volledig herstel (hervatting werk/sport), complicaties, opnameduur, conversie, postoperatieve pijn

 

Module Genetisch testen en chirurgisch beleid

Hoe wordt het beloop van de ziekte beïnvloed als het operatieve beleid wordt aangepast naar aanleiding van een erfelijke oorzaak bij een patiënt van wie eerder niet bekend was dat hij erfelijk belast is?

 

Module Pathologieverslag

Er is geen systematische zoekvraag gedaan voor dit onderdeel. Niettemin kunnen op basis van de geraadpleegde literatuur een aantal kennislacunes worden geformuleerd:

  1. Welke diagnostische en prognostische waarde hebben individuele elementen van de ICCR dataset?
  2. Welke kenmerken kunnen het klinisch gedrag van pediatrische ACC en PPGL voorspellen?
  3. Welke bijdrage kunnen moleculaire kenmerken leveren aan de diagnostiek (onderscheid tussen benigne en maligne bijnierschortumoren) en aan de predictie en prognose van ACC en PPGL?

Module Radiologieverslag

Verdere grote prospectieve studies op het gebied van navolging van de richtlijnen rondom bijnier incidentalomen zijn nodig volgens de werkgroep. Hierin dient met name te worden gekeken naar de mate van doorverwijzing en follow-up. Tevens zou gekeken kunnen worden of het gebruik van standaard terminologie ook daadwerkelijk toeneemt in radiologische verslaglegging. Additioneel is interessant te onderzoeken in hoeverre deze (follow-up) strategieën volgens bestaande algoritmen kosteneffectief zijn en in hoeverre volgens gestandaardiseerd radiologisch rapport terecht onderscheid wordt gemaakt tussen benigne en maligne entiteiten. De volgende kennislacunes kunnen worden geformuleerd:

  1. Wat is de invloed van navolging van de richtlijnen rondom beeldvorming en verslaglegging van bijnier incidentalomen op de mate van doorverwijzing en follow-up?
  2. In hoeverre zijn de (follow-up) strategieën volgens bestaande algoritmen kosteneffectief?
  3. Wat is het effect van standaardisatie van het radiologisch rapport op onderscheid maken tussen benigne en maligne entiteiten?

Module Follow-up

Prospectief onderzoek naar het ontstaan van een tweede primair feochromocytoom bij genetisch belaste patiënten is gewenst (valt buiten bestek van deze richtlijn).

 

Module Aandacht bijnierschorsinsufficiëntie

Meer onderzoek naar risicofactoren is gewenst met gevalideerde predictiemodellen.

P: Patiënten na unilaterale adrenalectomie in geval van bijnier incidentaloom

I: Gevalideerd predictiemodel dat bijnierinsufficiëntie kan voorspellen

C: Geen model (normale zorg)

O: Overleving, voorspellende waarde van het model