Indicatoren

De bij deze richtlijn ontwikkelde indicatoren zijn bedoeld voor intern gebruik. Van intern gebruik van indicatoren is sprake wanneer men resultaten vergelijkt met ‘zichzelf’, bijvoorbeeld de resultaten vergelijkt over verschillende jaren. Hiermee kunnen zorgverleners hun eigen zorg monitoren en verbeteren.

 

  1. 1.       De aanwezigheid van een protocol voor controle van bloedsuiker en behandeling met insuline bij patiënten met een SAB

Structuurindicator

 

  1. 2.       Het percentage patiënten dat behandeld wordt met TED-kousen

Procesindicator

Patiënten met subarachnoïdale bloeding hebben een verhoogd risico op DVT en longembolie door immobilisatie en een eventuele parese van een been.

Patiënten met een SAB dienen daarom behandeld te worden met TED kousen of de combinatie van TED kousen en “intermittent pneumatic compression” ter voorkoming van diepe veneuze trombose.

 

Operationalisatie

Teller: alle patiënten die opgenomen worden met een SAB en die behandeld worden met TED-kousen

Noemer: alle patiënten die opgenomen worden met een SAB

 

  1. 3.       De tijd tussen het optreden van een SAB en het tijdstip van het uit de circulatie nemen van het aneurysma (clip of coil)

Procesindicator

Patiënten met een SAB en een goede klinische conditie bij opname (GCS >12) dienen binnen 3 dagen na de SAB behandeld te worden aan het geruptureerde aneurysma, en bij voorkeur binnen 24 uur.

 

Operationalisatie

Mediane tijd tussen het optreden van een SAB en het uit de circulatie nemen van het aneurysma (clip of coil).

Inclusie: alle patiënten die opgenomen worden met een SAB

Exclusie: patiënten in een slechte klinische conditie bij opname:

–        één of meerdere afwezige hersenstamreflexen;

–        leeftijd ouder dan 75 jaar en verlaagd bewustzijn (GCS <13) bij opname en afwezigheid van snelle verbetering van het bewustzijn (bijvoorbeeld na liquordrainage).

 

  1. 4.       Het aantal patiënten dat 6 maanden na coiling een controle heeft gehad

Procesindicator

Na coiling van een geruptureerd aneurysma dient minimaal één follow-up onderzoek te worden verricht, bij voorkeur na 6 maanden.

 

Operationalisatie

Teller: alle patiënten die behandeld zijn aan een SAB door middel van coiling en die binnen 6 maanden een poliklinische controle hebben gehad

Noemer: alle patiënten die behandeld zijn aan een SAB door middel van coiling.

 

Inclusie: patiënten die behandeld zijn aan een SAB door middel van coiling

Exclusie: patiënten die binnen 6 maanden na behandeling zijn overleden.

 

  1. 5.       Het percentage patiënten dat binnen 72 uur na opname wegens een SAB een recidiefbloeding krijgt

Uitkomstindicator

Het belangrijkste doel van de behandeling van een SAB is het voorkomen van schade door het optreden van een recidiefbloeding.

 

Operationalisatie

Teller: alle patiënten die opgenomen zijn vanwege een SAB en die binnen 72 uur na opname een recidiefbloeding krijgen

Noemer: alle patiënten die opgenomen zijn vanwege een SAB