Kennislacunes

Er is geen diagnostisch onderzoek van voldoende methodologische kwaliteit verricht naar de toegevoegde waarde van liquoronderzoek bovenop klinisch onderzoek met beoordeling van cognitieve functies (spreekkamer of NPO) bij patiënten met verdenking dementie. Het beschikbare onderzoek is gebaseerd op observationele cohort onderzoeken en case-control onderzoeken, beide niet geschikt om de toegevoegde waarde van liquoronderzoek te bepalen.

• Bij dementie is de toegevoegde waarde van liquoronderzoek heel beperkt, omdat meestal op klinische gronden, al dan niet in combinatie met beeldvorming van de hersenen en een neuropsychologisch onderzoek, een goede diagnose van dementie kan worden gesteld. Bij MCI is er mogelijk meerwaarde van liquoronderzoek, waarbij met name het prognostisch karakter, dus of het liquoronderzoek voorspelt of iemand met MCI in de toekomst dementie ontwikkelt, een kennislacune is. Hiervoor is evenwel een prospectief diagnostisch onderzoek nodig, waarbij de uitslag van het liquor onderzoek niet gebruikt wordt in de diagnostiek, om incorporatie bias te voorkómen.
• Er is onvoldoende onderbouwing voor een harde leeftijdsgrens is nodig. Daarom hanteert het cluster in deze module een pragmatische leeftijdsgrens waarbij gesproken wordt over jonge (<65 jaar) en oude (>75 jaar) patiënten met dementie. Echter ontbreekt hiervoor hard bewijs, vervolg onderzoek op dit vlak is gewenst.