Implementatieplan

Inleiding

Dit plan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Veneuze pathologie. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de richtlijnwerkgroep een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

Om tot dit plan te komen heeft de werkgroep per aanbeveling in de richtlijn nagedacht over:

• Het tijdstip waarop de implementatie van de aanbeveling gerealiseerd zou moeten zijn;

• De verwachte impact van implementatie van de aanbeveling op de zorgkosten;

• Randvoorwaarden om de aanbeveling te kunnen implementeren;

• Mogelijk barrières om de aanbeveling te kunnen implementeren;

• Mogelijke acties om de implementatie van de aanbeveling te bevorderen;

• Welke partijen aan zet zijn.

 

Lezers van dit implementatieplan dienen rekening te houden met het feit dat er verschillen zijn tussen ‘sterke aanbevelingen’ en ‘zwakke aanbevelingen’. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat wel of niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld en spreekt de werkgroep haar voorkeur of advies uit, maar laat zij meer ruimte voor alternatieven. Een reden hiervoor is bijvoorbeeld dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is om de aanbeveling te onderbouwen. Een zwakke aanbeveling is te herkennen aan de formulering en begint bijvoorbeeld met ‘Overweeg om…’. Zowel voor de sterke als voor de zwakke aanbevelingen heeft de werkgroep nagedacht over de implementatie. Alleen voor sterk geformuleerde aanbevelingen worden implementatietermijnen gegeven.

 

Implementatietermijnen

Voor de volgende aanbevelingen geldt dat implementatie op korte termijn gerealiseerd zou moeten worden. In de meeste gevallen geldt hiervoor de termijn van 1-3 jaar. In onderstaande aanbeveling is dat 1 jaar:

 

Aanbeveling

Toelichting

Verricht histopathologisch onderzoek bij

patiënten met een atypische

presentatie/locatie, zeer heftige pijn of het

ontbreken van genezingstendens ondanks

adequate behandeling.

Ten opzichte van de eerdere richtlijn verder

gespecificeerd door de toevoeging van ‘zeer

heftige pijn’.

 

Er wordt geen impact op zorgkosten

verwacht.

Verricht laboratoriumonderzoek om

stagnerende factoren te

achterhalen/adequate therapie te kunnen

inzetten.

Nader gespecificeerd in de richtlijntekst.

 

 

Zie kopje ‘impact op zorgkosten’.

Overweeg een röntgenfoto bij een diep niet

genezend ulcus.

(zwakke aanbeveling)

Nader gespecificeerd in de richtlijntekst.

 

Zie kopje ‘impact op zorgkosten’.

Kies bij de behandeling van het UCV in

aanwezigheid van oppervlakkige veneuze

pathologie voor endoveneuze ablatie en/of

UGFS, steeds in combinatie met

compressietherapie (TEK).

Ten opzichte van de eerdere richtlijn verder

gespecificeerd door alleen endoveneuze

ablatie en UGFS te benoemen.

 

Er wordt geen impact op zorgkosten

verwacht.

 

Overweeg bij een groot en slecht genezend

ulcus een split skin graft.

(zwakke aanbeveling)

Nader gespecificeerd ten opzichte van de

eerdere richtlijn.

 

Er wordt geen impact op zorgkosten

verwacht.

Gebruik geen autologe plaatjesrijk plasma

(PRP) voor de behandeling van UCV.

Redenen om de behandeling niet toe te

passen zijn nader omschreven in de

desbetreffende module.

Zie kopje ‘impact op zorgkosten’.

- Geef bij voorkeur een TEK van tenminste

klasse 2 als behandeling na een genezen

UCV.

- Overweeg een klasse 3 TEK om de kans op

een recidief verder te verkleinen. Houd

daarbij rekening met een lagere

therapietrouw.

(zwakke aanbeveling)

Ten opzichte van de eerdere richtlijn wordt

hier specifiek een drukklasse van tenminste 2

geadviseerd.

Er wordt geen impact op zorgkosten

verwacht.

 

Voor sommige aanbevelingen geldt echter dat zij niet direct overal kunnen worden ingevoerd, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan middelen, expertise of de juiste organisatievormen. In sommige gevallen dient ook rekening te worden gehouden met een leercurve. Daarnaast kan de aanwezigheid van personeel of faciliteiten of de afstemming tussen professionals een belemmering zijn om de aanbevelingen op korte termijn in te voeren. Voor de volgende aanbevelingen geldt daarom een implementatietermijn van één tot drie jaar:

 

Aanbeveling

Toelichting

Maak met alle betrokken zorgverleners goede

werkafspraken (zorgpad/protocol) over de

verschillende verantwoordelijkheden in de

keten.

Hiervoor is nodig dat alle betrokken

verenigingen dit uitdragen.

Zie kopje ‘impact op zorgkosten’.

 

Impact op zorgkosten

Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten. Een aantal aanbevelingen doet dit echter wel. In onderstaande tabel wordt per module beschreven welke aanbevelingen volgens de richtlijncommissie een belangrijk effect met zich meebrengen op de zorgkosten en welk effect dit is.

 

Aanbeveling

Toelichting

Verricht laboratoriumonderzoek om

stagnerende factoren te achterhalen/

adequate therapie te kunnen inzetten.

Deze controles worden uit de DBC betaald en

zullen dus geen impact hebben op de kosten

die de maatschappij draagt. Mogelijk stijgen

wel de zorgkosten voor de ziekenhuizen door

meer laboratoriumcontroles. 

Mogelijk dalen zorgkosten door vroege

opsporing van stagnerende factoren en

daardoor de mogelijkheid tot een passend

behandelplan met naar verwachting snellere

genezing tot gevolg.

Overweeg een röntgenfoto bij een diep niet

genezend ulcus.

(zwakke aanbeveling)

Deze röntgenfoto’s worden uit de DBC

betaald en zullen dus geen impact hebben op

de kosten die de maatschappij draagt.

Mogelijk stijgen wel de zorgkosten voor de

ziekenhuizen door meer beeldvormend

onderzoek.

Mogelijk dalen zorgkosten door vroege

opsporing van stagnerende factoren en

daardoor de mogelijkheid tot een passend

behandelplan met naar verwachting snellere

genezing tot gevolg.

Maak met alle betrokken zorgverleners goede

werkafspraken (zorgpad/protocol) over de

verschillende verantwoordelijkheden in de

keten.

Mogelijk stijgen zorgkosten door meer

verwijzingen.

Mogelijk dalen zorgkosten doordat vroege

interventie mogelijk wordt gemaakt waardoor

het zorgtraject korter wordt.

Gebruik geen autologe plaatjesrijk plasma

(PRP) voor de behandeling van UCV.

Als er al een impact is zal het hooguit een

vermindering van zorgkosten betekenen

omdat deze interventie niet (meer) gedaan

wordt.

 

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij volgens de richtlijncommissie zouden moeten ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties (NVDV, NVVH, NVVR, NHG, NAPA, NVCZ, V&VN, NVH, VNIVD)

Tevens verwachten we van bovengenoemde verenigingen om onderstaande actiepunten op zich te nemen en de mogelijkheden daarin nader te onderzoeken:

Initiatief nemende wetenschappelijke vereniging (NVDV)

De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, NZA, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders)

Van zorgverzekeraars wordt verwacht dat zij mede toezien op implementatie van de zorg die in deze richtlijn wordt aanbevolen. Over het algemeen is het waarschijnlijk dat noodzakelijke investeringen voor de baat uit gaan. De ‘sterk geformuleerde aanbevelingen’ in deze richtlijn kunnen, na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars worden gebruikt voor de inkoop van zorg.

 

Wetenschappers en subsidieverstrekkers

Het Kennisinstituut van Medisch Specialisten