Implementatieplan

Module

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
<1 jaar,

1-3 jaar of

>3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoorde

lijken voor acties3

1. Preoperatieve beeldvorming

Preoperatieve beeldvorming:

•Boven de 40 jaar: standaard mammografie is geïndiceerd.

 

•Tussen 30 en 40 jaar:

o                Indicatie voor mammografie of verwijzing naar mammapoli bij alle vormen van bestraling in mamma/thoraxgebied in de voorgeschiedenis.

o                Indicatie voor mammografie of verwijzing naar mammapoli bij belaste familieanamnese.*

o                Overweeg mammografie bij een positieve familieanamnese.**

 

•Onder de 30 jaar:

o                Standaard beeldvorming is niet geïndiceerd.

o                Indicatie voor echografie indien er sprake is van:

-                 palpabele afwijking;

-                 nieuwe huidintrekking;

-                 bloederige tepeluitvloed.

 

Een alternatief voor direct beeldvorming verrichten via plastisch chirurg, is verwijzing voor preoperatieve beeldvorming via huisarts naar radioloog, mammapoli of oncologisch chirurg, afhankelijk van de ernst van de verdenking.

 

Geldigheid mammogram

• De geldigheid van een preoperatief mammogram is standaard twaalf maanden.

 

• De geldigheid van een preoperatief mammogram is zes maanden bij patiënten met een verhoogd risico op mammacarcinoom.

<1 jaar

Weinig, verwachting is dat weinig extra beeldvorming nodig is t.o.v. huidige situatie.

Nvt

Nvt

Verspreiden richtlijn

NVPC, NVvR

2. Tepelsteeltechniek

• Kies een tepelsteeltechniek op basis van ervaring, expertise en voorkeur van de plastisch chirurg.

• Weeg in het besluit de volgende aspecten mee: eigenschappen van de te reduceren borst, wensen van de patiënt met betrekking tot het huidpatroon/littekens en bestaande littekens/eerdere operaties in de borst.

• Bij de keuze voor een tepelsteeltechniek, overweeg de mediocraniale techniek.

<1 jaar

-

Nvt

Nvt

Verspreiden richtlijn

NVPC

3. Drainbeleid

Gebruik standaard geen drains bij een mammareductie.

Overweeg het gebruik van een drain bij mammareductie patiënten met een verhoogd bloedingsrisico of bij veel bloedverlies peroperatief.

<1 jaar

Mogelijk lagere kosten door de-implementatie:

Nvt

Nvt

Verspreiden richtlijn

NVPC

4.. Tranexaminezuur

Overweeg de toediening van tranexaminezuur bij mammareductie.

 

Wees voorzichtig bij het gebruik van dit middel in de volgende patiëntencategorieën: veneuze trombose, longembolie, nierinsufficiëntie, en een voorgeschiedenis met convulsies.

<1 jaar

Kosteneffectiviteit onbekend; middel is niet duur

Geen; middel is al beschikbaar in de meeste klinieken, mogelijk niet in alle zelfstandige klinieken

Nvt

Verspreiden richtlijn

NVPC

5 Postoperatief pathologisch onderzoek

• Stuur het weefsel van patiënten die een mammareductie ondergaan altijd in voor aanvullend pathologisch onderzoek bij de volgende patiëntcategorieën:

o                Vanaf 35 jaar

o                  Mammacarcinoom in de voorgeschiedenis

o                Alle vormen van bestraling in mamma/thoraxgebied in de voorgeschiedenis

o                Belaste familieanamnese*

 

• Overweeg insturen van het weefsel van patiënten die een mammareductie ondergaan voor aanvullend pathologisch onderzoek bij de volgende patiëntcategorieën:

o                Vanaf 30 jaar

o                Positieve familieanamnese **

 

• Er is geen indicatie voor standaard pathologisch onderzoek bij patiënten onder de 30 jaar.

<1 jaar

Weinig, verwachting is dat weinig extra PA nodig is t.o.v. huidige situatie.

Nvt

Nvt

Verspreiden richtlijn

NVPC, NVvP (pathologie)

6.1 Randvoorwaarden - indicaties

De indicaties voor een mammareductie bestaan uit*:

1. BH-maat vanaf D-DD

2. rug-, nek- en schouderklachten

3. intertrigo

4. striemende BH-banden

5. asymmetrie t.g.v. een congenitale afwijking of maligniteit

6. virginale mammahypertrofie

Er moet sprake zijn van meer dan één van bovengenoemde indicaties (met uitzondering van punt 5).

<1 jaar

-

Nvt

Nvt

Verspreiden richtlijn

Opnemen in thuisarts info

NVPC

6.2 Randvoorwaarden – Algemene pre- en postoperatieve adviezen

Preoperatieve adviezen

• Voer standaard anamnese en algemeen lichamelijk onderzoek uit.

• Ga na of er een indicatie is voor preoperatieve beeldvorming. (zie module 1)

• Maak standaard medische foto’s preoperatief.

• Preoperatief dienen de volgende complicaties ten minste met de patiënt besproken te worden: infectie, wonddehiscentie, nabloeding, hematomen, vetnecrose, (partiële) tepelnecrose, sensibiliteitsveranderingen, afwijkende littekenvorming, asymmetrie en mogelijke dogears.

 

Postoperatief adviezen

• Maak standaard medische foto’s postoperatief.

 

Leefregels

• De eerste twee weken rustig aan doen, bedrust is niet nodig. Armen niet heffen boven schouderhoogte, daarna uitbreiden.

• De eerste zes weken niet zwaar tillen en niet sporten.

• Draag een ondersteunende BH voor 4-6 weken.

• Douchen mag direct postoperatief.

 

Frequentie poliklinische nacontroles

Na twee weken poli controle, daarna na 6-8 weken.

<1 jaar

-

Nvt

Nvt

Verspreiden richtlijn

Opnemen in thuisarts info

NVPC

6.3 Randvoorwaarden – dagopname

Overweeg een mammareductie in dagopname uit te voeren.

<1 jaar

-

Nvt

Nvt

Verspreiden richtlijn

Opnemen in thuisarts info

NVPC

1 Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land met betrekking tot de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, etc.

2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan controleren aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de richtlijn, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.

3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal tevens afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang.