Bijlage 2 - Kennislacunes

Module 2 Calciumsuppletie

In vervolgonderzoek kan een inventarisatie plaatsvinden van risicogroepen met een lage calcium intake zodat een geïndividualiseerd advies kan worden gegeven aan de zwangere vrouw. Ook kan worden onderzocht of het preconceptioneel suppleren van calcium (naast foliumzuur 0.5 mg 1dd ) ook geassocieerd is met een reductie in slechte maternale en perinatale uitkomstmaten.

 

Module 3 Streeftensie

De exacte ideale streef bloeddruk is niet bekend. Aangezien er in de CHIPS-trial geen evidente verschillen waren in de onderzochte uitkomsten, terwijl de streefbloeddruk hier behoorlijk uiteen liep (81 tot 85mmHg in de ene en 100 tot 104mmHg diastolisch in de andere groep), is het niet aannemelijk dat bij een studie waarbij tussenliggende hoogtes van de streeftensie worden onderzocht daar een verschil uit zal komen.

 

Module 4  Inleiding versus afwachten

Wat is de effectiviteit van inleiding versus afwachtend beleid bij vrouwen zwangerschapsduur 32 tot 34 weken? Het is niet aannemelijk dat de aanvullende inzichten zijn anders dan de literatuur tussen 34 en 37 weken.

 

Wat is de effectiviteit van inleiding versus afwachtend beleid bij vrouwen met een hypertensieve aandoening en zwangerschapsduur AD32+0 weken ten aanzien van de volgende uitkomstmaten: patiënttevredenheid, PTSS, hechting (moeder-kind) en succesvolle borstvoeding op 6 weken.

 

Module 5ab Antihypertensiva postpartum

Op basis van deze literatuur zoekvraag is de vraag niet beantwoord wat de plaats van antihypertensiva postpartum is. Een belangrijke kennislacune is om helder te krijgen of deze er is. Een RCT waarbij calciumantagonisten, bètablokkers en ACE-remmers gebruikt worden in de behandeling van de novo hypertensie postpartum zou helderheid hierin kunnen verschaffen.