Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn diabetische retinopathie is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module screening bij kinderen

• Wat is de optimale screeningsfrequentie en startdatum voor visusbedreigende retinopathie bij kinderen met diabetes?
• Wat is de belasting voor kinderen en hun ouders van het oogheelkundig onderzoek?
• Hebben de nieuwe richtlijnen een gunstig effect op de kosten van de diabeteszorg?
• Is er een verschil in startdatum voor screening DM type 1 of type 2 nodig?
• Is er een verschil in interval voor controles voor screening DM type 1 of type 2 nodig?

 

Module geautomatiseerde screening middels AI

• Er is een kennislacune in de wijze waarop AI onder AVG moet worden ingeregeld.
• Er is gebrek aan implementatie studies.
• Het ontbreekt aan onderbouwing op welke wijze geautomatiseerde DR-grading ingezet kan worden in bestaande programmatische screeningsprogramma’s (replacement of triage-strategie) en in welke mate wordt bijgedragen in betere kwaliteit en efficiëntie. De kosteneffectiviteit van automatische grading t.o.v. humane graders in de Nederlandse setting is daar een relevant onderdeel van.
• Het ontbreekt aan inzichtelijkheid of door een gradingsysteem (IDxDR) dat geen verschil maakt tussen milde DR in één of twee ogen, patiënten te laat doorverwezen worden naar een oogarts en daardoor visusbedreigende diabetische retinopathie gemist wordt.
• Het ontbreekt aan duidelijkheid hoe hoog de sensitiviteit en specificiteit van een automatisch gradingsysteem is t.o.v. het verschil tussen milde DR (R1) en geen DR (R0) en hoeveel patiënten ten onrechte jaarlijks gescreend worden en niet om de 2 of 3 jaar.
• Het ontbreekt ook aan inzichtelijkheid welk deel van de gescreende patiënten in een real-life study setting terecht als referable DR (R1 aan beide ogen, R2, R3 en M1) worden beoordeeld na revisie door human grading en welk deel na verwijzing met fundusscopie door de oogarts bevestigd wordt.

 

Module behandeling van diabetisch macula oedeem

• Er is een relatieve kennislacune over de systemische bijwerkingen van anti-VEGF injecties, met name bij diabetes populatie
• Er is een kennislacune over de mogelijke intra-oculaire bijwerkingen na multipele anti-VEGF injecties, zoals verhoogde oogdruk
• Er is een kennislacune over de nieuwe, langer werkende, anti-VEGF medicatie
• Er is een kennis acune over het verschil m.b.t. corticosteroïden en de nieuwere anti-VEGF middelen.