Overzicht aanbevelingen

Module 1: Niet medicamenteuze behandeling

Uitgangsvraag: Wat is de plaatsbepaling van niet-medicamenteuze interventies bij handartrose?

 

  1. Draag zorg dat alle patiënten met handartrose voorlichting en instructie in ergonomische principes, handoefeningen, energieverdeling en het gebruik van hulpmiddelen krijgen.
  2. Overweeg voor alle patiënten oefentherapie om functie en spierkracht te verbeteren, en pijn te verminderen.
  3. Overweeg een orthese (voor tenminste 3 maanden) voor symptoomvermindering bij patiënten met handartrose.
  4. Overweeg een verwijzing naar een handtherapeut (een ergo- of fysiotherapeut met deze specialisatie) voor specifieke advisering over hulpmiddelen, het aanmeten van orthoses en/of specifieke oefentherapie.

 

Module 2: Medicamenteuze behandeling

Deelvraag 1: Wat is de plaatsbepaling van topicale medicamenten bij handartrose?

  1. Topicale behandelingen hebben de voorkeur boven systemische behandeling vanwege gunstige effectiviteit en veiligheid. Topicale NSAID’s zijn daarbij de primaire farmacologische behandelkeuze.

 

Deelvraag 2: Wat is de plaatsbepaling van orale pijnstillers bij handartrose?

  1. Overweeg orale pijnmedicatie, in het bijzonder NSAID’s, kortdurend in te zetten ter verlichting van klachten, bij onvoldoende effectiviteit van topicale middelen.

 

Deelvraag 3: Wat is de plaatsbepaling van supplementen bij handartrose?

  1. Chondroïtinesulfaat zou overwogen kunnen worden bij patiënten met handartrose voor pijnvermindering en verbetering van functie.

 

Deelvraag 4: Wat is de plaatsbepaling van intra-articulaire injecties bij handartrose?

  1. Zet intra-articulaire glucocorticoïdinjecties niet standaard in, maar deze zouden overwogen kunnen worden bij patiënten met:
    • pijnlijke interfalangeale gewrichten met inflammatoir beeld
    • pijnlijk CMC-I gewricht met inflammatoir beeld, onder echo- of röntgengeleide.

 

Deelvraag 5: Wat is de effectiviteit van glucocorticoïden bij handartrose?

  1. Overweeg het kortdurend (enkele weken) inzetten van een lage dosering (≤10 mg/dag) glucocorticoïden, alleen bij patiënten met een inflammatoir beeld van de PIP en DIP gewrichten, voor verlichting van pijn en inflammatie.

 

Deelvraag 6: Wat is de effectiviteit van disease-modifying antirheumatic drugs bij handartrose?

  1. Het wordt afgeraden patiënten met handartrose te behandelen met conventionele of biological DMARDs.

 

 

 

 

Module 3: Chirurgische behandeling

Deelvraag 1: Wat is de effectiviteit en veiligheid van denervatie bij handartrose?

  1. Denervatie zou overwogen kunnen worden in de CMC-I, PIP en DIP gewrichten waarbij terughoudendheid geboden is gezien het wetenschappelijke bewijs van lage methodologische kwaliteit.

 

Deelvraag 2: Wat is de effectiviteit van gewrichtschirurgie (trapeziectomie met of zonder interpositie/suspensie, artrodese, totale gewrichtsvervanging middels prothese) bij handartrose?

  1. Overweeg een chirurgische interventie bij patiënten met structurele afwijkingen, wanneer andere behandelmodaliteiten onvoldoende effect hebben gehad op pijnvermindering.
  2. Overweeg bij artrose van het CMC-I gewricht trapeziectomie met of zonder interpositie/suspensie, bij artrose van het PIP gewricht artrodese of gewrichtsvervanging middels prothese en bij artrose van het DIP gewricht alleen artrodese.
  3. Overweeg tijdige verwijzing naar een handtherapeut zodat na chirurgische interventie direct kan worden gestart met een gestructureerde nabehandeling.

Module 4: Organisatie van Zorg

Uitgangsvraag: Op welke wijze dient de zorg rondom de behandeling van patiënten met handartrose georganiseerd te worden?

  1. Biedt alle patiënten basisinformatie aan over het beloop van de aandoening, educatie over zelfmanagement  en mogelijke behandelopties, en breid dit waar nodig uit naar behoefte van de individuele patiënt.
  2. De behandeling van handartrose is gebaseerd op een gezamenlijke beslissing tussen patiënt en zorgverlener.
  3. Lange termijn follow-up kan worden overwogen en hangt af van de behoeften van de individuele patiënt.
  4. Diverse zorgverleners kunnen bijdragen aan de optimale behandeling van handartrose. Overweeg medicamenteuze of chirurgisch interventies als niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende effect heeft.