Kennislacunes richtlijn

Module 1 Anamnese

Er is geen onderzoek van hoge kwaliteit aangetroffen dat beschrijft welke elementen (vragen) uit de anamnese kunnen helpen bij het onderscheiden van de patiënten binnen de groep inspanningsgebonden pijnsyndromen van de onderbenen. Vanaf 2020 is er een initiatief in Nederland om in verschillende klinieken met een uniforme vragenlijst te werken, zodat van alle patiënten vergelijkbare anamnestische informatie beschikbaar is (NIAPS, netwerk inspanningsafhankelijke pijnsyndromen). De werkgroep roept zorgverleners op aan te sluiten bij dit initiatief en met dezelfde vragenlijst te gaan werken. Pas als de informatie van een grote groep patiënten met onderbeenklachten kan worden geanalyseerd, zal de eventueel voorspellende waarde van elementen uit de anamnese voor de diagnose kunnen worden vastgesteld.

 

Module 2 Lichamelijk onderzoek

Er is geen literatuur gevonden met een hoge kwaliteit van bewijs die beschrijft welke elementen van het lichamelijk onderzoek kunnen helpen bij het onderscheiden van de patiënten binnen de groep inspanningsgebonden pijnsyndromen van de onderbenen.

Om onderzoek te kunnen doen naar de diagnostische accuratesse van de verschillende onderdelen van het lichamelijk onderzoek moet er duidelijkheid zijn over de pathologie (gouden standaard).

 

Module 3 Aanvullend onderzoek

De etiologie van chronische inspanningsgebonden pijnsyndromen van de onderbenen is niet geheel opgehelderd. Met name bij die aandoeningen waarbij de etiologie onzeker is, zoals MTSS, CECS, kuitklachten zonder letsel en zenuwinklemming is de waarde van aanvullend onderzoek onzeker, of gelegen in het uitsluiten van andere mogelijke aandoeningen.

 

Module 4 Drukmeting

De waarde van een intracompartimentele drukmeting in het diagnostische proces van CECS blijft onzeker. In de literatuur wordt wel gesproken over een gouden standaard, maar tegelijkertijd zijn er geen studies gevonden die de diagnostische accuratesse van de drukmeting onderbouwen. Er worden in Nederland initiatieven ontplooid vanuit verschillende specialismen om te komen tot een uniform diagnostisch protocol voor inspanningsgebonden pijnsyndromen van de onderbenen.

 

Module 5 Conservatieve behandelingen

Het ontbreekt aan gerandomiseerde studies die kijken naar de effectiviteit van conservatieve behandelingen. De huidige onderzoeken rapporteren wisselende en vaak te weinig uitkomstmaten. Er is een duidelijke behoefte aan gerandomiseerde studies die kijken naar uitkomstmaten zoals pijn, functioneren en herstel naar sport/werk/ADL en die ook kijken naar de effecten na afloop van de interventie (langere follow-up).

 

Module 6 Chirurgische behandelingen

De literatuursearch maakt duidelijk dat het beoordelen van de effecten van chirurgische behandeling voor pijnsyndromen van de onderbenen ernstig bemoeilijkt wordt door het ontbreken van gerandomiseerde studies die kijken naar de effectiviteit van chirurgische behandelingen en vergelijkbare uitkomstmaten bij case series. De huidige onderzoeken rapporteren wisselende en vaak te weinig uitkomstmaten. Er is een duidelijke behoefte aan gerandomiseerde studies die kijken naar uitkomstmaten zoals pijn, functioneren en herstel naar sport/werk/ADL, en die ook kijken naar de effecten na afloop van de interventie (langere follow-up). Het verdient aanbeveling dat dit soort onderzoek in Nederland in gezamenlijkheid wordt opgepakt door die centra die het behandelen van deze groep van overbelastingsaandoeningen als aandachtsgebied hebben.

 

Module 7 Geïndiceerde preventie

Uit de literatuuranalyse blijkt dat er een kennislacune bestaat ten aanzien van voorspellende factoren voor recidiverende onderbeenklachten, na conservatieve en na chirurgische therapie.