Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Nazorg en revalidatie van intensive care patiënten is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module 1 Preventie van PICS

Het is nog onvoldoende duidelijk of en zo ja welke preventieve interventies PICS kunnen voorkomen of reduceren. Voorstel onderzoeksvragen:

 

P:             volwassen patiënten (18 jaar en ouder) die opgenomen zijn op de intensive care.

I:               Op de intensive care gestarte farmacologische interventies (medicatie) gericht op de preventie van nieuwe of verergering van fysieke, cognitieve of psychologische klachten (PICS-symptomen).

C:             geen behandeling of placebobehandeling.

O:             loopafstand, cognitief functioneren, angst, depressie, PTSD, terugkeer naar werk, kwaliteit van leven en patiënttevredenheid.

 

P:           volwassen patiënten (18 jaar en ouder) die opgenomen zijn op de intensive care.

I:            Op de intensive care gestarte single of multicomponent niet-farmacologische interventies

(bijv. fysieke training, IC-dagboeken, cognitieve training, psychologische interventies,

optimaliseren van de intensive care omgeving, informatie en scholing) gericht op de preventie van nieuwe of verergering van fysieke, cognitieve of psychologische klachten (PICS symptomen).

C:           standaardzorg of placebobehandeling.

O:          loopafstand, cognitief functioneren, angst, depressie, PTSD, terugkeer naar werk, kwaliteit van leven en patiënttevredenheid.

 

Module 2 Preventie PICS-F

Het is nog onvoldoende duidelijk of, en zo ja welke preventieve interventies PICS-F kunnen voorkomen of reduceren. Voorstel onderzoekvraag:

 

P:           naasten van patiënten opgenomen op de intensive care

I:            interventies ingezet tijdens en na de opname van de patient op de intensive care, zoals informatievoorziening, dagboeken en E-Health interventies

C:           standard zorg

O:          angst, depressie, PTSD, tevredenheid, kwaliteit van leven, zorgconsumptie

 

Module 3 Identificatie van patiënten met risico op PICS

Voorstel onderzoeksvraag:

 

P: patients discharged from the ICU after at least 48 hours

I: clinical decision making model determining the risk on developing PICS

C: expert opinion or other clinical decision model

O: diagnostic accuracy

T: discharge from ICU

S: ICU

 

Module 4 Screeningsinstrumenten voor PICS

Er is behoefte aan een gevalideerde Nederlandstalige vragenlijst, die ontwikkeld is om te screenen op alle drie de componenten van PICS, dat wil zeggen: na IC-opname nieuw ontstane of verslechterde fysieke, cognitieve en mentale problemen. Er is ook behoefte aan een gevalideerde Nederlandstalige vragenlijst om te screenen op PICS-F.

 

Kennislacunes

Er is nog weinig wetenschappelijke literatuur naar de effectiviteit van interventies bij patiënten die langer dan 48 uur op de intensive care hebben gelegen en lichamelijke, cognitieve en/of mentale klachten hebben.

 

P:        volwassen (18 jaar of ouder) patiënten die langer dan 48 uur op de intensive care hebben gelegen en nieuwe of verergerende klachten hebben zoals lichamelijke (verworven spierzwakte, vermoeidheid), cognitieve (aandacht, geheugen, executief functioneren) en/of mentale (angst, depressie, PTSD);

I:         interventies gericht om de klachten te verminderen

C:        gebruikelijke zorg, wachtlijst controle, geen behandeling

O:       loopafstand, cognitief functioneren, angst, depressie, PTSD, terugkeer naar werk en kwaliteit van leven;

T:        follow-up vanaf IC tot maximaal 1 jaar daarna.

 

Specifiek moet ook worden onderzocht of het gebruik van eHealth meerwaarde heeft bij de behandeling van PICS.