Kennislacunes Aanvullend klinisch onderzoek

Uitgangsvraag 5 bespreekt het laboratorium- en functieonderzoek als onderdeel van het etiologisch onderzoek bij een kind met slechthorendheid. Er zijn verschillende studies waaruit blijkt dat routinematig uitgebreid laboratoriumonderzoek van beperkte waarde is. Er is echter geen systematic review beschikbaar. De literatuur search leverde slechts publicaties waaruit alleen een expert opinion kon worden gedestilleerd. Uit deze studies en de praktijk komt ook naar voren dat de benadering van de verschillende experts uiteen lopen. Bij het bepalen van het aanvullend etiologische diagnostisch traject wordt namelijk een afweging gemaakt tussen behandelconsequenties, ernst van de complicatie en de impact van het onderzoek voor het kind. Dit kan lokaal verschillend zijn.

 

Ook lokale logistiek kan hierin leidend zijn. In bepaalde teams wordt gekozen voor een weinig differentiërend onderzoeksprotocol omdat het onderzoek op een dag kan worden uitgevoerd en wijzigingen per kind de logistiek en uiteindelijke overall efficiency niet ten goede komt.

Gezien de belasting van het kind en de kosteneffectiviteit kan een differentiatie van het etiologisch onderzoek naar het type slechthorendheid en leeftijd zinvol zijn. Een gerichte studie zou hierin meer inzicht kunnen geven. Ook hierbij geldt dat er een verandering van zorg is in de tijd. Als gevolg van de beschikbare nieuwe moleculaire technieken zal er een aanpassing van het etiologisch onderzoek moeten komen.