Implementatieplan

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

3 tot 5 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Onafhankelijkheid:

Voer de HPV-testen onafhankelijk van kennis over het anamnestische rookgedrag van de patiënt uit.

< 1 jaar

Geen

Geen

Geen

Bekendheid van de richtlijn(module) vergroten in het beroepenveld (bijvoorbeeld door middel van nieuwsberichten of presentaties)

NVVP

Geen

Bij (klinische verdenking op) nieuwe orofarynxcarcinomen:

  • Voer een HR-HPV test uit op alle nieuw gediagnosticeerde plaveiselcelcarcinomen van de orofarynx, onafhankelijk van het histologische subtype.
  • Voer de HR-HPV test uit op de primaire tumor of op een metastase indien deze metastase klinisch afkomstig is van het orofarynxcarcinoom.
  • Voer p16 immunohistochemie uit op histologisch materiaal van een orofarynxcarcinoom als HR-HPV test. Overweeg een additionele specifieke test als bevestiging.
  • Voer HR-HPV testen uit op cytologisch materiaal van een lymfklierpunctaat indien er geen histologisch materiaal aanwezig is en histologisch materiaal niet te verkrijgen is bij patiënten met een orofarynxcarcinoom dat nog niet eerder getest is of bij patiënten met een klinische verdenking op een orofarynxcarcinoom.

< 1 jaar

Geen

Geen

Geen

Bekendheid van de richtlijn(module) vergroten in het beroepenveld (bijvoorbeeld door middel van nieuwsberichten of presentaties)

NVVP

Geen

Bij metastasen van onbekende primaire tumor:

  • Voer routinematig een HR-HPV test uit op materiaal van patiënten met een plaveiselcelcarcinoommetastase van onbekende primaire tumor bij metastasen in Level II of III van de hals.
  • Voer p16 immunohistochemie uit op histologisch materiaal uit een Level II of III lymfekliermetastase met onbekende primaire tumor.
  • Voer p16 immunohistochemie uit op histologisch materiaal van lymfekliermetastase buiten LII of LIII met onbekende primaire tumor in geval van niet-keratiniserende morfologie.. Overweeg een additionele specifieke test als bevestiging.
  • Voer HR-HPV testen uit op cytologisch materiaal van een lymfklierpunctaat indien er geen histologisch materiaal aanwezig is en dit materiaal niet te verkrijgen is bij patiënten met een onbekende primaire tumor.

 

NB: er wordt geen aanbeveling gegeven over de te gebruiken test op cytologisch materiaal.

< 1 jaar

Geen

Geen

Geen

Bekendheid van de richtlijn(module) vergroten in het beroepenveld (bijvoorbeeld door middel van nieuwsberichten of presentaties)

NVVP

Geen

Niet routinematig onderzoek:

  • Voer niet routinematig HR-HPV testen uit voor niet-plaveiselcelcarcinomen.
  • Voer niet routinematig HR-HPV testen uit op andere primaire hoofd-hals carcinomen dan orofarynx.
  • Overweeg geen HR-HPV testen uit te voeren bij patiënten met een residu of recidiverende tumor waarvan de HPV status initieel al was vastgesteld. Overweeg bij twijfel of het een recidiverende eerste tumor is om wél een HR-HPV test uit te voeren.
  • Voer niet routinematig laag risico HPV testen uit op plaveiselcelcarcinomen van het hoofd-halsgebied.

< 1 jaar

Geen

Geen

Geen

Bekendheid van de richtlijn(module) vergroten in het beroepenveld (bijvoorbeeld door middel van nieuwsberichten of presentaties)

NVVP

Geen

Rapportage:

  • Rapporteer p16-positiviteit in het histologisch materiaal bij ten minste matige tot sterke aankleuring van 70% van de cellen als surrogaat voor HR-HPV.
  • Rapporteer p16 immunohistochemie-positieve of HR-HPV-positieve primaire orofarynxcarcinomen als p16-positief of HPV-positief.
  • Gradeer de HPV/p16-positieve orofarynxcarcinomen niet.

< 1 jaar

Geen

Geen

Geen

Opname in de PALGA protocol module, waarvoor overleg met Stichting PALGA nodig is

NVVP

Geen

1 Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land met betrekking tot de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, et cetera.

2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan controleren aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de richtlijn, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.

3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal tevens afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang.