Dupuytren-NHG Vragenlijst

Heeft de huisarts de (eventuele) kromstand van de vinger(s) gemeten?

Percentage (n)

Er werd een instrument gebruikt om de kromstand te meten.

3% (n=6)

Een (eventuele) kromstand werd gemeten.

12% (n=29)

De huisarts heeft de kromstand niet opgemeten.

77% (n=179)

Respondent herinnert zich dit niet.

8% (n=19)

 

 

Om welke reden(en) met handklachten naar de huisarts gegaan?

 

Sommige vingers niet meer geheel strekken.

51% (n=119)

Een of meer knobbels of strengen in mijn handpalm of aan de binnenkant van mijn vingers.

73% (n=170)

(Druk)pijn op sommige plekken in de handpalm.

28% (n=65)

Hand(en) en vingers minder goed kunnen gebruiken in vergelijking met vroeger.

32% (n=75)

Andere reden

11% (n=26)

 

 

Heeft de huisarts het eerste bezoek doorverwezen?

 

Ja

59% (n=137)

Bij het eerste bezoek vond de huisarts een doorverwijzing niet nodig, maar bij een vervolgbezoek wel.

15% (n=34)

Nee, de huisarts vond dit niet nodig

27% (n=62)

 

 

Naar welke specialist werd doorverwezen?

 

Plastisch chirurg

73% (n=125)

Dermatoloog

2% (n=4)

Overige

  • waarvan ‘handchirurg’ of ‘handspecialist’

22% (n=37)

5% (n=8)

Respondent herinnert zich dit niet.

3% (n=5)

Bron: Dupuytren-NHG Vragenlijst 2020

 

Opmerkingen: als we het onderzoek van Lanting et al. (2013) als uitgangspunt nemen voor de vraag of deze enquête representatief is wat betreft man/vrouw verhouding, dan lijkt daar sprake van te zijn. In de enquête was deze verhouding 1.44 (26.4 versus 18.6), in Lanting et al. (2013) 1.42 (59% vs. 41%).

 

Referenties

Lanting R, van den Heuvel ER, Westerink B, Werker PMN. Prevalence of Dupuytren disease in The Netherlands. Plast Reconstr Surg. 2013 Aug;132(2):394-403. doi: 10.1097/PRS.0b013e3182958a33. PMID: 23897337.