Kennislacunes

Module Anamnese en lichamelijk onderzoek PT

Er is een kennislacune omtrent de diagnostische accuratesse van anamnese en lichamelijk onderzoek in het stellen van de diagnose patella tendinopathie.

 

Module Oefentherapie PFP

Uit de literatuur is het onduidelijk of een dosis-respons relatie bestaat tussen de soort, de duur en intensiteit van de oefeningen. Daarnaast bestaat de klinische indruk dat er mogelijk subgroepen patiënten bestaan die verschillend reageren op verschillende vormen van de oefentherapie.

 

Toekomstig onderzoek kan zich hierop richten. Onderzoeksvragen zijn: bepaalt de omvang en intensiteit van oefeningen het klinisch effect van oefentherapie. Zijn er klinische variabelen aanwijsbaar die gekoppeld aan verschillende vormen van oefentherapie deze therapie effectiever maken.

 

Module Conservatieve behandelingen PFP

Voor zowel het gebruik van tape, braces en zolen is de toegevoegde waarde naast oefentherapie op de behandeling van pijn onduidelijk. De bewijskracht is zeer laag. Dit wordt met name veroorzaakt vanwege beperkingen in de opzet van de studies en de kleine patiëntaantallen.

 

Module Medicamenteuze behandelingen PFP

Voor alle vormen van medicamenteuze therapie bij patellofemorale pijn is de meerwaarde onvoldoende onderzocht. Dit wordt veroorzaakt door een gebrek aan RTC’s van voldoende kwaliteit en patiëntaantallen.

 

Module Chirurgische behandelingen PT en PFP

De toegevoegde waarde van chirurgie voor patiënten met patellofemorale pijn is onduidelijk, er is geen literatuur geïncludeerd. Er bestaat de klinische indruk dat er een indicatie voor chirurgie is als patiënten klachten houden ondanks conservatieve therapie en er een met beeldvorming aantoonbaar anatomisch substraat is. Toekomstig onderzoek kan zich hierop richten. Onderzoeksvragen zijn: wat is de waarde van operatie bij patiënten met persisterende klachten die niet goed reageren op conservatieve behandeling of voor welke subgroepen is een operatie in verband met patellofemorale pijn geïndiceerd?

 

De toegevoegde waarde van chirurgie voor patiënten met patella tendinopathie is onduidelijk, er is in deze richtlijn maar één studie geïncludeerd. Er bestaat de klinische indruk dat er een indicatie voor chirurgie is als patiënten klachten houden ondanks conservatieve therapie en er een met beeldvorming aantoonbaar anatomisch substraat is. Toekomstig onderzoek kan zich hierop richten. Onderzoeksvragen zijn: wat is de waarde van operatie bij patiënten met persisterende patella tendinopathie klachten die niet goed reageren op conservatieve behandeling.

 

Module Oefentherapie PT

Er bestaat een kennislacune op het gebied van de vergelijking van oefentherapie voor de patella tendinopathie, slechts een beperkt aantal studies hebben oefenprogramma’s met elkaar vergeleken. In de toekomst zijn er meer gerandomiseerde klinische trials nodig waarin verschillende oefenprogramma’s worden vergeleken en de programma’s voor onder andere ‘time under tension’ worden gematcht.

 

Module Conservatieve behandelingen PT

Voor alle aanvullende conservatieve behandelingen van patella tendinopathie is de toegevoegde waarde naast oefentherapie op de behandeling van pijn en functie onduidelijk. De bewijskracht is zeer laag. Dit wordt met name veroorzaakt door het ontbreken van goed opgezette RCT’s en de kleine patiëntaantallen.

 

Module Medicamenteuze behandelingen PT

Voor alle vormen van medicamenteuze therapie bij patella tendinopathie is de meerwaarde onvoldoende onderzocht. Dit wordt veroorzaakt door een gebrek aan RTC’s van voldoende kwaliteit en patiëntaantallen.