Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van het kinderdeel van de Richtlijn overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een aantal uitgangsvragen konden beantwoord worden op basis van expert opinion, dus voor deze vragen is er geen systematische literatuuranalyse uitgevoerd. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van de zoekacties te beantwoorden, een deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is. Veel van deze kennislacunes zijn voor meerdere modules relevant.

 

Module Diagnostiek

• Het is onduidelijk hoe de biomedische diagnostiek en de ’Leidraad voor de psychosociale en leefstijlverkenning’ zich tot elkaar verhouden. Het is essentieel dat professionals weten wat hun rol is, en dat deze onderzoeken goed uitgevoerd worden en op elkaar aansluiten.
• Het is onduidelijk welke kinderen een leefstijlinterventie afmaken en welke kinderen tussentijds uitvallen.
• Het is onduidelijk wat de prevalentie van gezondheidsrisico’s en co- en multimorbiditeit bij kinderen met overgewicht en kinderen met obesitas in verschillende leeftijdsgroepen en etnische groepen is.
• Voor een aantal co- en multimorbiditeiten van obesitas bij kinderen is er geen gevalideerde non-invasieve diagnostische methode om de co- en multimorbiditeit vast te stellen; NAFLD, OSAS.

 

Module Kenmerken van een succesvolle GLI

• Het is onduidelijk wat de effectiviteit van een GLI voor kinderen met obesitas op de langere termijn (2 jaar of langer) in de Nederlandse zorgcontext is.
• Het is onduidelijk wat de verschillen in effectiviteit van de GLI voor kinderen met obesitas zijn bij variatie in kenmerken (intensiteit, duur, frequentie, inhoud).
• Het is onduidelijk wat de effectiviteit van een GLI is bij kinderen met overgewicht zonder co-morbiditeit en/of risicofactoren en of dit de ontwikkeling van obesitas kan voorkomen.
• Het is onduidelijk wat de meerwaarde is van de component slaap als extra onderdeel van de GLI.

 

Module GLI versus één of twee losse componenten

• Er zijn geen kennislacunes gedefinieerd bij deze module.

 

Module GLI op maat versus vast GLI-programma

• Het is onduidelijk of een GLI op maat (aangepast aan de behoeften en mogelijkheden van kind en gezin) op de lange termijn (2 jaar of langer) effectiever is dan een vast GLI-programma voor kinderen met obesitas
• Hierbij dient ook de variëteit van de context van de gezinnen in ogenschouw genomen te worden.

 

Module Gezinsaanpak

• Het is onduidelijk of een GLI met betrokkenheid van ouders/verzorgers op de lange termijn (2 jaar of langer) effectiever is dan een GLI-programma zonder het betrekken van ouders/verzorgers voor kinderen met obesitas.
• Hierbij dient ook de variëteit van de context (zoals leeftijd van het kind en woonsituatie) en mate van betrokkenheid van de ouders/verzorgers in ogenschouw genomen te worden.
• Het is onduidelijk wat voor effect een GLI met gezinsaanpak heeft op de gezinsdynamiek in het algemeen en bijvoorbeeld de opvoedstijl in het bijzonder.

 

Module Voedingsinterventies

• Het is onduidelijk wat de lange termijn effecten (2 jaar of langer) zijn van verschillende voedingsinterventies voor kinderen met obesitas.
• Er zijn meer gevoeliger meetmethoden nodig om dieetveranderingen te meten gedurende een GLI voor kinderen met obesitas.
• Het is onduidelijk wat de perceptie is van kinderen met obesitas en hun ouders/verzorgers ten aanzien van (diverse) voedingsinterventies.

 

Module Beweeginterventies

• Het is onduidelijk wat de effectiviteit van bewegingsinterventies (cardio, krachttraining of een combinatie van beiden) op de lange termijn (2 jaar of langer) is voor kinderen met obesitas.

 

Module Gedragsveranderingstechnieken

• Het is onduidelijk wat de effectiviteit van verschillende psychologische gedragsveranderingstechnieken op de lange termijn (2 jaar of langer) is voor kinderen met obesitas.

 

Module Aanpakken psychosociale factoren versus GLI

• Het is onduidelijk wat de effectiviteit van het aanpakken van bijdragende psychosociale factoren in vergelijking met een GLI is voor kinderen met obesitas.
• Het is onduidelijk welke psychosociale problemen vaak voorkomen en samenhangen met het al dan niet succesvol kunnen inzetten van een GLI.

 

Module Praten over gewicht

• Het is onduidelijk hoe het gesprek over gewicht in de spreekkamer gaat en wat non-verbale communicatie doet.
• Het is onduidelijk welke woorden/termen de voorkeur hebben onder kinderen van verschillende achtergronden (onder andere leeftijd, culturele achtergrond, sociaaleconomische positie en geslacht).
• Het is onduidelijk wat het effect is van karakteristieken van zorgverleners zoals gewichtsgerelateerd stigma, mate van scholing en persoonlijke karakteristieken zoals lichaamsgewicht.
• Het is onduidelijk wat de rol van de eigen-effectiviteit en barrières van professionals is op hun handelen en op hoe kinderen en ouders/verzorgers het gesprek over gewicht met hen ervaren.

 

Module Uitkomstmaten bij een GLI

• Het is onduidelijk wat het effect is van patient reported outcome measures (PROMs) op het handelen van de professional en op de uitkomst van de behandeling.
• Het is onduidelijk wat de determinanten zijn van behandelsucces.

 

Module Organisatie van zorg

• Het is onduidelijk of een GLI als onderdeel van een lokaal georganiseerde netwerkaanpak op de lange termijn (2 jaar of langer) effectiever is dan een behandeling bestaande uit alleen een GLI voor kinderen met obesitas. Hierbij gaat het onder meer over de meerwaarde van een centrale zorgverlener voor de signalering, toeleiding en coördinatie.