Implementatieplan

Dit implementatieplan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Vaattoegang voor hemodialyse. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de werkgroep een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

De werkgroep heeft per aanbeveling geïnventariseerd:

  • per wanneer de aanbeveling overal geïmplementeerd moet kunnen zijn;
  • de verwachtte impact van implementatie van de aanbeveling op de zorgkosten;
  • randvoorwaarden om de aanbeveling te kunnen implementeren;
  • mogelijk barrières om de aanbeveling te kunnen implementeren;
  • mogelijke acties om de implementatie van de aanbeveling te bevorderen;
  • verantwoordelijke partij voor de te ondernemen acties.

 

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie

Te ondernemen acties voor implementatie

Verantwoordelijken voor acties

Overige opmerkingen

Operatieve besluitvorming

Leg geen arterioveneuze fistel aan bij een preoperatieve arteriële en/of veneuze diameter van minder dan 2 mm, tenzij de kwaliteit van de vaten na zorgvuldige evaluatie voldoende lijkt om een functionele vaattoegang te creëren.

1 tot 3 jaar

Afname van kosten door minder onderzoek en interventies bij non-maturatie van de vaattoegang

Update landelijk protocol preoperatieve duplex

Andere lokale praktijk

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

Update landelijk protocol duplex door VNIVD

 

Leg een arterioveneuze fistel of graft in principe aan de andere zijde van een cardiac implantable electronic device aan.

 

Overweeg het aanleggen van een arterioveneuze fistel of graft aan dezelfde zijde van een cardiac implantable electronic device alleen in de volgende omstandigheden:

• er is geen geschikte configuratie voor een arterioveneuze fistel of graft aan de andere zijde; en

• er is geen thoracale centraal veneuze obstructie bij flebografie, of een aanwezige thoracale centraal veneuze obstructie wordt adequaat behandeld op het moment dat de arterioveneuze fistel of graft wordt aangelegd.

<1 jaar

Afname van kosten door minder onderzoek en interventies bij non-maturatie van de vaattoegang

Mogelijk geringe toename van kosten door toename aantal flebografieën

Geen

Andere lokale praktijk

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

 

Leg een arterioveneuze fistel of graft bij gelijke geschiktheid van de armen aan de andere zijde van een centraal veneuze katheter aan.

 

Wanneer de optimale configuratie voor een vaattoegang aan dezelfde zijde is als de centraal veneuze katheter:

• leg een arterioveneuze fistel of graft aan dezelfde zijde van een centraal veneuze katheter aan, wanneer een thoracale centraal veneuze obstructie is uitgesloten met beeldvormend onderzoek;

• overweeg een arterioveneuze fistel of graft aan dezelfde zijde van een centraal veneuze katheter aan te leggen, op het moment dat een aanwezige thoracale centraal veneuze obstructie eenvoudig kan worden behandeld, bijvoorbeeld door het verplaatsen van de katheter;

• vermijd een arterioveneuze fistel of graft aan dezelfde zijde van een centraal veneuze obstructie wanneer deze niet eenvoudig kan worden behandeld, tenzij het niet mogelijk is om een arterioveneuze fistel aan de contralaterale zijde aan te leggen. Behandel in dit geval de centraal veneuze obstructie wanneer de arterioveneuze fistel of graft wordt aangelegd.

<1 jaar

Afname van kosten door minder onderzoek en interventies bij non-maturatie van de vaattoegang

Mogelijk geringe toename van kosten door toename aantal flebografieën

Geen

Andere lokale praktijk

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

 

Kies in overleg met de patiënt in geval van een lange levensverwachting bij voorkeur voor een distale arterioveneuze fistel (volgorde: radiocephalica fistel, brachiocephalica fistel, brachiobasilica fistel) en in tweede instantie voor een arterioveneuze graft.

<1 jaar

Geen

Geen

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

De werkgroep is van mening dat er meer onderzoek moet worden gedaan naar de manier waarop klinische predictiemodellen van de levensverwachting kunnen worden ingezet bij de zorg voor patiënten die starten met hemodialyse.

Kies in overleg met de patiënt in geval van een beperkte levensverwachting bij voorkeur voor een arterioveneuze fistel of een arterioveneuze graft.

<1 jaar

Onduidelijk

Voldoende ervaring met plaatsen van arterioveneuze grafts bij vaatchirurgen

Andere lokale praktijk

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

De werkgroep is van mening dat er meer onderzoek moet worden gedaan naar de manier waarop klinische predictiemodellen van de levensverwachting kunnen worden ingezet bij de zorg voor patiënten die starten met hemodialyse.

Volg voor het gepland starten van hemodialyse met een tijdelijke of permanente dialysekatheter de richtlijn ‘Zorg voor eindstadium nierfalen’.

<1 jaar

Onduidelijk

Voldoende ervaring met plaatsen van getunnelde centraal veneuze katheters bij vaatchirurgen / nefrologen / interventieradiologen

Andere lokale praktijk

Verspreiden van de richtlijn


Aanbieden van training in het plaatsen van getunnelde centraal veneuze katheters

NVvH, NIV, NVvR

 

Perioperatieve behandeling

Adviseer patiënten niet actief om armoefeningen te doen in voorbereiding op het aanleggen van een vaattoegang voor hemodialyse.

<1 jaar

Geen

Geen

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, V&VN

 

Overweeg patiënten te adviseren om armoefeningen te doen nadat een arterioveneuze fistel is aangelegd.

1-3 jaar

Onduidelijk

Aanwezigheid van een gestandaardiseerd oefenprogramma

Beschikbaarheid van adequate begeleiding van patiënten

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, V&VN

Maken van gestandaardiseerd oefenprogramma in samenwerking met KNGF

 

Gebruik en verzorging

Overweeg echogeleide cannulatie bij het aanprikken van arterioveneuze fistels en grafts met een hoog risico op problemen bij cannulatie, zoals:

• een nieuw aangelegde vaattoegang;

• een diepliggende vaattoegang;

• een vaattoegang met recidiverende problemen bij cannulatie.

1-3 jaar

Indien dialyseafdeling geen beschikking heeft over echoapparaat: kosten voor aanschaf van echoapparaat.

Voldoende ervaring bij (een deel van de) dialyseverpleegkundigen met echogeleide cannulatie

Onvoldoende dialyseverpleegkundigen met ervaring in echogeleide cannulatie

Verspreiden van de richtlijn

Aanbieden van training in echogeleide cannulatie

Aanschaffen van echoapparatuur

NVvH, NIV, V&VN

Gezien de grote hoeveelheid kennisvragen over het gebruik en verzorgen van de vaattoegang is de werkgroep van mening dat er een landelijk consortium moet worden opgericht om verpleegkundig onderzoek naar de vaattoegang voor hemodialyse te coördineren en stimuleren

Monitoring en surveillance

Voer voorafgaand aan elke cannulatie een lichamelijk onderzoek van de vaattoegang uit om disfunctie van een arterioveneuze fistel of graft op te sporen. Registreer daarnaast problemen die zich tijdens de dialysebehandeling voordoen. Deze vorm van nazorg wordt monitoring genoemd.

 

<1 jaar

 

 

 

 

 

Geen

 

 

 

 

 

Voldoende kennis en ervaring bij dialyseverpleegkundigen

 

 

 

 

 

Praktijkvariatie in de registratie van klinische indicatoren van flow disfunctie

 

 

 

Verspreiden van de richtlijn

Stimuleren van een uniforme registratie van klinische indicatoren van flow disfunctie

Ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal voor monitoring door patiënten (inclusief instructies hoe te handelen bij bloedingen)

NVvH, NIV, V&VN, NVN

 

 

 

 

Bij implementatie van de richtlijn dient ook aandacht te worden besteed aan het controleren van de vaattoegang na het afdrukken.

Overweeg flowmetingen te verrichten om asymptomatische stenoses in arterioveneuze fistels en grafts op te sporen met behulp van een dilutietechniek of duplexonderzoek. Verricht deze flowmetingen dan eens per 1 tot 3 maanden. Deze vorm van nazorg wordt surveillance genoemd.

< 1 jaar

 

 

Geen

Geen

 

Geen

 

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, V&VN, NVvR

 

Behandel een symptomatische stenose van een arterioveneuze fistel of graft die gepaard gaat met klinische indicatoren van flow disfunctie.

< 1 jaar

 

Geen

 

Geen

Geen

 

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, V&VN, NVvR

Voor nadere analyse van afwijkingen bij monitoring en surveillance is een update van het landelijk protocol duplex vaattoegang wenselijk (in samenwerking met VNIVD)

Overweeg de behandeling van een asymptomatische stenose van een arterioveneuze fistel of graft die niet gepaard gaat met klinische indicatoren van flow disfunctie bij een flow < 500 mL/min.

<1 jaar

Geen

 

 

Geen

Geen

 

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, V&VN, NVvR

 

Voor nadere analyse van afwijkingen bij monitoring en surveillance is een update van het landelijk protocol duplex vaattoegang wenselijk (in samenwerking met VNIVD)

Flow disfunctie

Voer bij de behandeling van een stenose van de vaattoegang voor hemodialyse bij voorkeur een conventionele percutane ballondilatatie uit.

<1 jaar

Geen

Geen

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, NVvR

 

 

Overweeg om aanvullend een covered stent te gebruiken bij de veneuze anastomose van een arterioveneuze graft of om in overleg met de patiënt aanvullend een paclitaxel-coated ballon te gebruiken bij een arterioveneuze fistel:

• bij patiënten met een hoog risico op een recidief stenose (bijvoorbeeld bij behandeling van een restenose die binnen 3 tot 4 maanden is teruggekomen); of

• bij patiënten voor wie een recidief stenose grote consequenties heeft (bijvoorbeeld wanneer de behandeling onder sedatie moet worden uitgevoerd, wanneer de patiënt beperkte mogelijkheden voor een nieuwe vaattoegang heeft, of wanneer er sprake is van een trombose van de vaattoegang).

<1 jaar

Geen

Geen

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, NVvR

 

Het kan nuttig zijn om voorlichtingsmateriaal over het gebruik van drug-coated ballonnen te ontwikkelen

Gebruik bij voorkeur geen bare metal stents bij de endovasculaire behandeling van een stenose van de vaattoegang.

<1 jaar

Geen

Geen

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, NVvR

 

 

Overweeg om een open chirurgische behandeling uit te voeren wanneer endovasculaire behandeling van de stenose niet succesvol is.

<1 jaar

Geen

Geen

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, NVvR

 

 

Infectie

Behandel een lijnsepsis met systemische antibiotica na het afnemen van bloedkweken.

 

Verwijder bij een lijnsepsis zo snel mogelijk de geïnfecteerde centraal veneuze katheter en plaats na een lijnvrij interval van minimaal 24 uur een nieuwe katheter in de volgende situaties:

• Klinische en/of hemodynamische instabiliteit.

• Persisterende koorts en/of bacteriëmie 3 dagen na het starten van antibiotische behandeling.

• Metastatische infecties waaronder purulente tromboflebitis en endocarditis.

• Bepaalde verwekkers: Staphylococcus aureus, Pseudomonas aeruginosa, schimmels en mycobacteriën.

 

Maak in alle andere situaties bij een lijnsepsis een individuele keuze tussen het verwijderen of behouden van een geïnfecteerde centraal veneuze katheter:

• wanneer wordt gekozen voor het verwijderen van de geïnfecteerde katheter: overweeg om na het verwijderen van de katheter meteen een nieuwe katheter te plaatsen door te wisselen over een voerdraad;

• wanneer wordt gekozen voor het behouden van de geïnfecteerde katheter: overweeg om naast systemische antibiotica ook lokale antibiotica in het lumen van de katheter toe te dienen.

<1 jaar

Geen

Geen

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, NVvR

 

 

Ischemie

Pas de ‘distal revascularisation and interval ligation’ of de ‘proximalisation of arterial inflow’ operatie toe bij dialysepatiënten met handischemie met een normale flow zonder stenose in de arteriële instroom.

< 1 jaar

Geen

Voldoende ervaring met deze operatietechniek bij vaatchirurgen

Beschikbaarheid van vingerdruk en flowmetingen op de operatiekamer

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

 

High flow

Beschouw een arterioveneuze fistel of graft met een flow > 1,5 L/min als een high-flow vaattoegang. Corrigeer de flow wanneer patiënten klachten ervaren als gevolg van de hoge flow in deze vaattoegang (bijvoorbeeld hartfalen of handischemie).

 

Controleer in principe ieder jaar de hartfunctie met een echocardiografie wanneer de flow > 2,0 L/min is. Corrigeer bij voorkeur de flow wanneer bij echocardiografie afwijkingen aanwezig zijn die volgens het behandelteam het gevolg zijn van de hoge flow in deze vaattoegang.

 

Corrigeer bij voorkeur de flow bij patiënten zonder klachten en zonder afwijkingen bij echocardiografie wanneer de flow > 3,0 L/min is.

1-3 jaar

Toename van kosten vanwege cardiaal onderzoek en meer interventies aan de vaattoegang

 

Voldoende kennis bij vaatchirurgen, nefrologen en cardiologen

Andere lokale praktijk

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, NVvC

 

Voer een banding van de arterioveneuze fistel of een revision using distal inflow (RUDI) operatie uit wanneer een flow reductie van een high-flow vaattoegang is geïndiceerd.

 

Overweeg om bij jongere patiënten de RUDI operatie uit te voeren, omdat dit mogelijk leidt tot een duurzamere flow reductie in vergelijking met een banding van de arterioveneuze fistel.

 

Overweeg om bij patiënten met een verhoogd operatief risico een banding van de arterioveneuze fistel uit te voeren, omdat deze operatie onder lokale verdoving kan worden uitgevoerd..

< 1 jaar

Geen

Voldoende ervaring met deze operatietechniek bij vaatchirurgen

Beschikbaarheid van flowmetingen op de operatiekamer

Andere lokale praktijk

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

 

Ongebruikte vaattoegang

Ligeer niet routinematig een arterioveneuze fistel of graft bij patiënten die een succesvolle niertransplantatie hebben gehad.

 

Ligeer na succesvolle niertransplantatie bij voorkeur een arterioveneuze fistel of graft:

• bij patiënten met lokale vaattoegang-gerelateerde klachten zoals handischemie of cosmetische bezwaren van de patiënt;

• bij patiënten met hartfalen en/of pulmonale hypertensie.

<1 jaar

Toename van kosten vanwege meer duplex flowmetingen

Inbedding van beoordeling vaattoegang bij jaarlijkse controle niertransplantatie patiënten

Andere lokale praktijk

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

 

Randvoorwaarden (organisatie van zorg)

Hanteer bij de besluitvorming rondom het aanleggen van een vaattoegang voor hemodialyse het principe van gedeelde besluitvorming volgens het driefasen-model van Elwyn (2021) (keuzefase, optiefase en besluitvormingsfase). Beantwoord in de optiefase de volgende drie vragen:

1. Wat zijn de mogelijkheden voor de patiënt?

2. Wat zijn de voordelen en nadelen van die mogelijkheden?

3. Wat betekent dit in de situatie van de patiënt?

 

Gebruik bij het keuzegesprek de consultkaart in beeld ‘Vaattoegang voor dialyse’ en verwijs de patiënt voor meer informatie naar Thuisarts.nl en Nieren.nl om het samen beslissen te ondersteunen.

 

Houd in de communicatie rekening met kwetsbare patiëntengroepen en met de gezondheidsvaardigheden van de patiënt. Hanteer daarbij begrijpelijke taal en ga na of de patiënt de informatie begrepen heeft.

<1 jaar

Geen

Voldoende ervaring met gezamenlijke besluitvorming op basis van de consultkaart in beeld bij vaatchirurgen

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV, V&VN

 

Garandeer zowel in electieve als in acute situaties toegang tot chirurgische, endovasculaire en dialysekatheter interventies voor patiënten die in uw centrum dialyseren.

<1 jaar

Geen

Opstellen van criteria voor verwijzing naar een expertisecentrum met topreferente zorgfunctie

Geen

Verspreiden van de richtlijn

NVvH, NIV

Om een beter inzicht te krijgen in de kwaliteit van zorg voor de vaattoegang voor hemodialyse in Nederlandse ziekenhuizen is het volgens de werkgroep wenselijk om de Renine registratie uit te breiden met het aantal en het type interventies aan de vaattoegang.