Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijnmodules Revalidatie COVID-19 is voor de meerderheid van de vragen systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is. In het algemeen richten we ons op individuele behandelingen, maar er zijn ook kennislacunes ten aanzien van gecombineerde interventies.

 

Module Indicatiestelling revalidatietraject

Module Overleg- en doorverwijsmogelijkheden

Het beloop van het herstel en de revalidatieduur van patiënten met een indicatie voor MSR of GRZ is zeer variabel en vooraf nog niet goed in te schatten. Er zijn studies gewenst waarin onderzocht wordt welke factoren het beloop van het herstel bij deze patiëntengroep kunnen voorspellen.

 

Module Ademspiertraining

Het is onvoldoende onderzocht of ademoefeningen en/of ademspiertraining leidt tot betere uitkomsten bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en behandeld worden binnen de medisch specialistische revalidatie of geriatrische revalidatiezorg.

 

Voorstel onderzoeksvraag: Wat zijn de gunstige en ongunstige effecten van ademspiertraining bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt?

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: ademspiertraining (ademkracht, ademuithoudingsvermogen)

C: placebo/ usual care/ overige type training (yogaoefeningen, ontspanningsoefeningen, functionele training)

O: dyspneu tijdens rust/ inspanning/ spraak, fysiek functioneren, ademspierkracht kwaliteit van leven, echo diafragma (dikte), participatie

 

Module Fysieke training

Het is onvoldoende onderzocht of een (gestructureerd) fysiek trainingsprogramma leidt tot betere uitkomsten (bijvoorbeeld fysiek functioneren, kwaliteit van leven, adverse events, vermoeidheid) bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en behandeld worden binnen de medisch specialistische revalidatie of geriatrische revalidatiezorg.

 

Voorstel onderzoeksvraag: Wat zijn de gunstige en ongunstige effecten van een (structureel) fysiek trainingsprogramma bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt?

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: structureel (fysiek) trainingsprogramma

C: andere fysieke trainingsinterventies (yoga, mobiliserende oefeningen, vrijblijvende adviezen om meer te bewegen)

O: fysiek functioneren, kwaliteit van leven, fysieke fitheid, kracht, vermoeidheid, fysieke activiteit en adverse events

 

Module Meetinstrumenten

Het is onvoldoende onderzocht welke gevalideerde klinimetriesets gebruikt kunnen worden voor het in kaart brengen en evalueren van de gezondheidsstatus van patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en behandeld worden binnen de medisch specialistische revalidatie (MSR) of geriatrische revalidatiezorg (GRZ).

 

Voorstel onderzoeksvraag: Welke klinimetriesets kunnen worden gebruikt om de gezondheidsstatus te bepalen en te monitoren bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en behandeld worden binnen de medisch specialistische revalidatie (MSR) of geriatrische revalidatiezorg (GRZ)?

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: klinimetriesets (bestaande uit instrumenten om gezondheidstoestand te bepalen)

C: andere klinimetriesets, individuele meetinstrumenten

O: validiteit, betrouwbaarheid en responsiviteit

 

Module Zuurstoftherapie

Het is onvoldoende onderzocht welke rol zuurstofsuppletie bij desaturatie tijdens inspanning bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en behandeld worden binnen de medisch specialistische revalidatie (MSR) of geriatrische revalidatiezorg (GRZ). Daarnaast is onduidelijk wat de plaats is van een saturatiemeter binnen deze setting.

 

Voorstel onderzoeksvraag 1: Wat zijn de gunstige en ongunstige effecten van zuurstofsuppletie bij desaturatie tijdens inspanning bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt?

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: zuurstofsuppletie bij een lage saturatie tijdens inspanning/ doorgaan met training bij lage saturatie

C: geen zuurstofsuppletie bij lage saturatie tijdens inspanning/ stoppen met inspanning bij lage saturatie

O: fysiek functioneren, adverse events (collaps, pijn, dyspnoe), vermoeidheid, angst, patiënttevredenheid, fysieke activiteit, duur van revalidatietraject

 

Voorstel onderzoeksvraag 2: Wat is zijn de gunstige en ongunstige effecten van het meten van saturatie tijdens het revalidatietraject bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt?

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: het gebruik van een zuurstofsaturatiemeter (tijdens het revalidatietraject)

C: geen gebruik van een zuurstofsaturatiemeter op klinisch beeld

O: coping, fysiek functioneren, adverse events (collaps, pijn, dyspnoe), vermoeidheid, angst, patiënttevredenheid, fysieke activiteit, duur van revalidatietraject

 

Module Mentale en cognitieve klachten

Het is nog onvoldoende duidelijk of de screening door een psycholoog bij elke patiënt meerwaarde heeft.

 

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: standaard screening door een psycholoog

C: geen screening

O: kwaliteit van leven, acceptatieproblemen, mentale stoornissen, objectieve en subjectieve cognitieve stoornissen en vermoeidheid

 

Het is onvoldoende onderzocht wat het effect is van een psychologische interventie bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en behandeld worden binnen de medisch specialistische revalidatie of geriatrische revalidatiezorg.

 

Voorstel onderzoeksvraag: Wat zijn de gunstige en ongunstige effecten van psychologische screening bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt?

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: een (specifieke) psychologische interventie

C: geen interventie/standaard zorg

O: kwaliteit van leven, acceptatieproblemen, mentale stoornissen, objectieve en subjectieve cognitieve stoornissen en vermoeidheid, participatie

 

Module Slikklachten

Het is onvoldoende onderzocht of een specifieke behandeling van slikklachten leidt tot betere uitkomsten bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en behandeld worden binnen de medisch specialistische revalidatie of geriatrische revalidatiezorg.

 

Voorstel onderzoeksvraag: Wat zijn de gunstige en ongunstige effecten van de behandeling van slikproblemen bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt?

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: een specifieke interventie, advies, instructie gerelateerd aan slikken

C: placebo/ usual care/ andere interventies

O: slikfunctie, kracht (slikken, kauwen, hoesten), dyspneu, sliksnelheid, slikangst, functionele orale inname, type voedingsinname (dat wil zeggen orale of sondevoeding, portiegrootte, eetsnelheid)

 

Module Voedingsinterventies

Het is onvoldoende onderzocht welke rol voedingsinterventies hebben bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en behandeld worden binnen de medisch specialistische revalidatie of geriatrische revalidatiezorg.

 

Voorstel onderzoeksvraag: Wat zijn de gunstige en ongunstige effecten van voedingsinterventies bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt?

P: patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt

I: voedingsinterventies, dieetbehandeling, dieetbegeleiding

C: placebo/ usual care

O: lichaamssamenstelling, fysiek functioneren, kwaliteit van leven, sondevoeding, medische voeding, vermoeidheid, duur revalidatieproces