Implementatieplan

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

MODULE 1. Signaleren van de vitaal bedreigde patiënt

Gebruik een multiparameter track en trigger systeem.

< 1 jaar

Geen

Aanpassing EPD

-

Verspreiden en publiceren richtlijn

Alle betrokken partijen

Maak lokale afspraken over de frequentie van meten van de early warning score.

 

Bepaal de score minimaal één keer per verpleegkundige dienst.

< 1 jaar

Minimaal

Adequate scholing van verpleegkundigen (zie module 3)

Aanpassing EPD

-

Verspreiden en publiceren richtlijn

Alle betrokken partijen

Leg het te volgen escalatiebeleid vast in een lokaal protocol.

< 1 jaar

Minimaal

-

-

Verspreiden en publiceren richtlijn

Alle betrokken partijen

Module 2. Het spoed interventie team

In ieder ziekenhuis dient een spoed interventie team (SIT) aanwezig te zijn.

< 1 jaar

Geen

-

-

Verspreiden en publiceren richtlijn

Alle betrokken partijen

Een SIT bestaat minimaal uit:

  • Een vitaal geschoolde arts/physican assistant. De scholing is minstens een FCCS-cursus of gelijkwaardige vorm van scholing.
  • Een ALS geschoolde verpleegkundige. Deze kan ook een rol spelen als consultatief IC-verpleegkundige in de follow-up van een patiënt.

< 1 jaar

Geen

-

-

Verspreiden en publiceren richtlijn

Alle betrokken partijen

Randvoorwaarden voor een SIT zijn:

  • Een SIT is in staat om 24 uur per dag, 7 dagen per week binnen maximaal 10 minuten ter plaatse te zijn bij de patiënt.
  • Een intensivist heeft de eindverantwoordelijkheid voor het SIT.
  • Tijdens de beoordeling van een patiënt op de afdeling is de hoofdbehandelaar laagdrempelig beschikbaar voor overleg. Bij voorkeur fysiek.
  • Tussen het SIT en het behandelteam op de afdeling worden duidelijke afspraken gemaakt over het verdere beloop ten aanzien van diagnostiek en follow-up van de patiënt als de patiënt (nog) geen IC-indicatie heeft.
  • Indien de patiënt geen IC-indicatie heeft blijft de eindverantwoordelijkheid over het te voeren beleid bij de hoofdbehandelaar.

< 1 jaar

Geen

-

-

Verspreiden en publiceren richtlijn

Alle betrokken partijen

Module 3. Randvoorwaarden (Organisatie van zorg)

3.1 Scholing

Biedt aan verpleegkundigen en artsen van verpleegafdelingen tenminste tweejaarlijks, eventueel gecombineerd met of afgewisseld door BLS-training, een gestructureerde, interprofessionele/multidisciplinaire (eventueel in combinatie met leden van het lokale SIT) scholing aan in de vorm van scenariotrainingen.

 

Richt de herhalingsmodules op het signaleren van de vitaal bedreigde patiënt en ondersteun de training eventueel met een e-learning.

< 1 jaar

Hoger

Afspraken over bekostiging van de scholing

Aanwezigheid docenten om trainingen te geven en hiervoor benodigde faciliteiten

Interdisciplinaire samenwerking t.a.v. trainingen

Gebrek aan trainingsfaciliteiten en/of docenten

 

Verspreiden en publiceren richtlijn

Samenwerking tussen afdelingen vastleggen en coördineren ten aanzien van interdisciplinaire trainingen

 

Alle betrokken partijen, inclusief ziekenhuisbesturen, afdelingsbesturen, artsen en verpleegkundigen

3.2. Borging

  • Leg de wijze waarop de evaluatie van het spoedinterventiesysteem (SIS) is ingericht lokaal vast:
  • Evalueer het SIS jaarlijks middels een PDCA cyclus.
  • Maak inzichtelijk hoe de interne kwaliteitsbewaking van het SIS is vorm gegeven en op welke parameters gestuurd wordt. Potentiële parameters voor interne kwaliteitsbewaking zijn het aantal SIT-oproepen, het aantal ziekenhuis-reanimaties, naast onverwachte IC-opnames en onverwachte mortaliteit.
  • Implementeer mondelinge evaluaties van SIT-consulten met alle betrokken zorgverleners

< 1 jaar

Minimaal

Aanwezigheid van een digitaal registratiesysteem

 

Bereidheid vanuit alle betrokken disciplines functioneren in de tijd en tussen afdelingen te evalueren

Verspreiden en publiceren richtlijn

Alle betrokken partijen, inclusief ziekenhuisbesturen, afdelingsbesturen, artsen en verpleegkundigen

1 Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land met betrekking tot de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, et cetera.

2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan controleren aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de leidraad, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.

3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal tevens afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang.