Tabel 1

Tabel 1 Domeinen die in kaart gebracht moeten worden bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt.

Domein

Perspectief

Items

Sub-items

Functies en anatomische eigenschappen

Hierbij gaat het om het perspectief van het menselijk organisme (orgaansystemen).

  • Mentale functies en anatomische eigenschappen

 

Algemene mentale functies (moeheid)

Specifieke mentale functies (cognitie)

Specifieke mentale functies (stemming)

Specifieke mentale functies (post-traumatische stress)*

  • Zenuwstelsel:
    • Sensorische functie en (neuropatische) pijn
    • Tremoren

Pijn

  • Slik, spraak- en stemfuncties

Specifieke orofaryngeale functies als tongkracht, larynxheffing, slikreflex en algemene mondmotoriek

  • Functies gerelateerd aan het hart- en bloedvatenstelsel, hematologisch, afweer en ademhalingsstelsel

Ademhaling, functies van ademhalingsspieren

Andere functies en gewaarwordingen van hart, bloedvatenstelsel en ademhalingsstelsel (dyspnoe, inspanningstolerantie)

  • Functies gerelateerd aan spijsvertering, metabool- en hormoonstelsel.

Functies van spijsverteringsstelsel, screening voedingstoestand

Lichaamssamenstelling (vetvrije massa)

  • Functies gerelateerd aan bewegingssysteem

Spierfuncties

Activiteiten en participatie

Dit betreft het perspectief van het menselijk handelen en de mate van als deelnemer aan het maatschappelijke leven.

  • Leren en toepassen van kennis

Leren en toepassen van kennis

  • Algemene taken en eisen

 

Gedrag objectief

Gedrag subjectief

Ondernemen van taken en omgaan met stress

  • Communicatie

Begrijpen, zich uiten

  • Mobiliteit

Lopen, zich verplaatsen, manipuleren

  • Zelfverzorging

Algemene dagelijkse levensverrichtingen

  • Huishoudelijke taken

Huishouden, bijvoorbeeld het bereiden van maaltijden.

  • Tussenmenselijke interacties en relaties

Mantelzorgbelasting

  • Belangrijke levensgebieden

Opleiding, beroep.

  • Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven

Sociaal functioneren

Externe factoren

 

Externe factoren bevatten de fysieke en sociale omgeving waarin mensen leven, deze factoren kunnen een positieve of negatieve invloed hebben op alle componenten van het functioneren en de problemen daarmee.

  • Producten en technologie, natuurlijke omgeving, ondersteuning en relaties, attitudes, diensten/systemen en beleid

 

Persoonlijke factoren

 

Persoonlijke factoren betreffen de individuele achtergrond van het leven van een individu en bestaan uit kenmerken van het individu die géén deel uitmaken van de functionele gezondheidstoestand.

  • Acceptatie
  • Levensstijl

 

Acceptatie en verwerking beperkingen dagelijks leven (bijvoorbeeld ontkenning, verzet, verdriet, acceptatie)

  • Algemene tevredenheid

Algemene tevredenheid

  • Copingstijl

Reacties op stress of een probleem

  • Zelfeffectiviteit

Vertrouwen in eigen bekwaamheid/oplossend vermogen

Als methode voor het indelen van de verschillende domeinen is de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) gebruikt (WHO, 2001).