Algemene inleiding

Downsyndroom is de meest herkende chromosomale aandoening. Alle kenmerken bij downsyndroom worden veroorzaakt door trisomie (van een deel) van chromosoom 21. Kinderen met downsyndroom hebben een verstandelijke beperking en een vertraagde algemene ontwikkeling, zowel cognitief als motorisch. Daarnaast kunnen ze bijkomende aandoeningen, zoals aangeboren hartafwijkingen, keel-, neus- en oorproblemen en voedingsproblemen, hebben. Bij ieder kind kunnen andere aandoeningen op de voorgrond staan, die de gezondheid bepalen. Kinderen met downsyndroom hebben specifieke ondersteuning en begeleiding nodig om zo goed mogelijk op te groeien.

 

Het exacte aantal kinderen met downsyndroom dat in Nederland geboren wordt is niet bekend. Naar schatting worden er jaarlijks circa 180 kinderen met downsyndroom geboren in Nederland.

 

Deze richtlijn heeft tot doel handvatten te bieden voor een optimale (para)medische begeleiding door de kinderarts en andere betrokken hulpverleners. Tijdige opsporing en behandeling van bijkomende medische aandoeningen, het faciliteren van een goede cognitieve en motorische ontwikkeling en het begeleiden naar een actieve participatie in de maatschappij zijn de belangrijkste aspecten hierbij. De kinderarts werkt samen met andere medische en paramedische specialisten, zorgverleners in de Jeugdgezondheidszorg, artsen voor verstandelijke gehandicapten, sociaal pedagogische zorgverleners van MEE en de ouderorganisatie Stichting Downsyndroom.

 

Overzicht contactmomenten en screenings

Overzicht van de aanbevolen minimale frequentie van contactmomenten. De contactmomenten op indicatie zijn hierin niet weergegeven.

 

Zorgverlener

Leeftijd

Frequentie

Opmerkingen

Kinderarts

0 tot 18 jaar

1x per jaar

Coördinatie van zorg voor downsyndroom

Downteam/poli*

0 tot 10 jaar

>10 jaar

1x per jaar

1x per 2 jaar

 

KNO-arts

0 tot 5 jaar

> 5 jaar

1 tot 2x per jaar

1 tot 2x per 2 jaar

Inclusief gehoorscreening

Oogarts

0 tot 2 maanden

Eenmalig

 

Orthoptist

0 tot 6 jaar

> 6 jaar

Bij 1, 3, 4 en 6 jaar

Iedere 4 à 5 jaar

 

Tandarts

0 tot 18 jaar

2x per jaar

Bij 6, 9, 12 en 15 jaar röntgendiagnostiek

Orthodontist

> 6 jaar

Bij 6 jaar

 

(Kinder)fysiotherapeut

< 3 maanden

 

Eerste contact

(Pre-)Logopedist

< 1 jaar

 

Eerste contact

JGZ-team

0 tot 18 jaar

Conform JGZ-basistakenpakket

Inclusief vaccinaties

AVG

≥ 18 jaar

 

Reguliere zorg voor downsyndroom

*Contact met zorgverleners in gecoördineerd verband, bij voorkeur een multidisciplinair Downteam

 

Overzicht van de minimaal benodigde specifieke screeningstesten, aangevraagd door de kinderarts. Standaard screenend (lichamelijk) onderzoek is hierin niet weergegeven.

 

Aandoening

Leeftijd

Frequentie

Screening

Hartafwijking

0 tot 4 weken

 

Hartecho

Schildklierstoornis

1 jaar

> 1 jaar

In 1e levensmaand, bij 6 en 12 maanden

1x per jaar

TSH, vrij T4

TSH, vrij T4

Coeliakie

< 2 jaar

> 2 jaar

Optioneel

1x per 2 jaar*

HLA-DQ2 en -DQ8

IgA en IgA tTGA

Heupafwijking

Vanaf moment dat het kind stabiel loopt

Eerste keer bij stabiel lopen

X-bekken

* Indien HLA-DQ2 of -DQ8 positief of niet verricht is