Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn ‘Influenza’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module Prognostische factoren voor een ernstig beloop

Beter onderzoek dat begint bij eerstelijnszorg is nodig om te weten wel deel van de ILI-patiënten uiteindelijk toch moet worden opgenomen of ernstiger complicaties oploopt. Daarnaast is het van belang kwaliteit van beter bewijs te hebben over welke ziekten, condities en behandelingen leiden tot een gecompliceerd beloop, om op die manier de specifieke risicogroepen met meer zekerheid vast te kunnen stellen.

• Welke prognostische en diagnostische markers ondersteunen het eerstelijnsbeleid om te identificeren welke patiënten opgenomen moeten worden?
• Welke onderliggende ziekten of combinaties daarvan, condities (bijvoorbeeld zwangerschap) en/of behandelingen (bijvoorbeeld immuunsuppresiva) leiden tot een hoger risico op een gecompliceerd beloop van influenza?

 

Secundaire complicaties van virale luchtweginfecties, zoals myocardinfarct bij bestaand coronair lijden, zijn nu onvoldoende verdisconteerd in de risicoafweging tot opname. Vergelijkbare overwegingen zoals een verhoogd risico op cerebrovasculaire accidenten bij pre-existent vaatlijden door recente influenzainfectie of toegenomen risico op vallen en heupfractuur bij hoge frailty scores, worden nu niet goed meegenomen in de afweging tot opname, verrichten van diagnostiek of pre-emptief starten van antivirale therapie in afwachting van diagnostiek.

• Wat is de effectiviteit van behandeling van influenza op het ontstaan van secundaire complicaties van virale luchtweginfecties?

 

Module Testen voor diagnose

Wat is de kosten-effectiviteit van snellere diagnostiek met behulp van moleculaire sneltesten en POCT gebruik hiervan, op klinische uitkomsten en zorgkosten?

 

Behandelmodules (niet-opgenomen, opgenomen, IC patiënten)

• Wat is het effect van behandeling van influenza in de huisartsenpraktijk op het voorkomen van complicaties en/of van ziekenhuisopnames?
• Behandeling met baloxavir resulteert in relatief hoog percentage patienten (2,2-9,7%) tot mutaties die geassocieerd zijn met antivirale resistentie. Er dient nog verder uitgezocht te worden wat voor implicaties dit kan hebben op de behandeling en toepassing bij specifieke patientengroepen zoals kinderen, opgenomen patienten, zwangeren en immuungecompromiteerde patienten. (Uehara et al JID 2020, Mahomed et al JID 2020)

 

Module Behandeling influenza - opname

• Wat is de effectiviteit van antivirale behandeling (o.a. zanamivir, oseltamivir, baloxavir of combinaties daarvan) bij opgenomen (ziekenhuis, IC-opname of langdurige zorginstelling) kinderen en volwassenen en kwetsbare ouderen die opgenomen worden voor verdenking op influenza-like-illness en welke relevante eindpunten kunnen de effectiviteit aantonen?

 

Voor de IC-specifiek:

• Wat is de effectiviteit van immuunmodulerende behandeling bij patiënten opgenomen op de IC?