Resultaten enquête onder revalidatieteams

Enquête zorginstellingen

In februari 2021 een digitale enquête uitgezet waarin de COVID teams in revalidatie-instellingen en ziekenhuizen om input op het concept raamwerk werd gevraagd. De Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) en Verenso hebben de enquête uitgezet onder respectievelijk de medische staven van revalidatieafdelingen en kaderartsen geriatrische revalidatie. De digitale enquête bestond uit acht vragen.

 

Resultaten enquête

De enquête is door 38 zorginstellingen volledig ingevuld. Zie in Tabel 1 een overzicht van de het type zorg dat geleverd wordt in de zorginstellingen. Deze instellingen hebben gezamenlijk ≥1,939 COVID-19 patiënten behandeld, wat resulteerde in een gemiddelde van 51 patiënten per instelling. Dit betreft waarschijnlijk een onderschatting van het daadwerkelijke aantal, aangezien sommige instellingen het maximale aantal patiënten op de schaal (100) heeft ingevuld.

 

Tabel 1 Overzicht van het type zorginstelling (n=38 respondenten)

Type zorg

Percentage instellingen (%)

Aantal instellingen (n)

Klinische GRZ

42

16

Zowel poliklinische als klinische MSR

24

9

Alleen poliklinische MSR

13

5

Ziekenhuiszorg, met eventueel poliklinische MSR

11

4

Anders

8

3

Klinische MSR

3

1

 

De samenstelling van het revalidatieteam varieerde per zorginstelling. In de bijna alle centra bestond het revalidatieteam naast de revalidatiearts en/of specialist ouderengeneeskunde uit een fysiotherapeut/oefentherapeut (97%, n=37), ergotherapeut (97%, n=37), psycholoog (89%, n=34), logopedist (87%, n=33) en diëtist (87%, n=33). Zie ook Tabel 2. Daarnaast is in meer dan de helft van de instellingen ook een medisch maatschappelijk werker (66%, n=25) betrokken in het revalidatieteam. Een verpleegkundige specialist 45%, n=17) werd ook veelvuldig genoemd.

 

Tabel 2 Samenstelling revalidatieteam (n=38 respondenten)

Type zorg

Percentage instellingen (%)

Aantal instellingen (n)

Fysiotherapeut/oefentherapeut

97

37

Ergotherapeut

97

37

Psycholoog

89

34

Logopedist

87

33

Diëtist

87

33

Medisch maatschappelijk werker

66

25

Revalidatiearts

58

22

Specialist ouderengeneeskunde

47

18

Verpleegkundige specialist

45

17

Sportarts

11

4

Longarts

5

2

Overig (e.g. geestelijk verzorger, bewegingsagoog, verpleegkundige, PMT, arbeidstherapeut, activiteitentherapie, psychosomatisch fysiotherapie, zorgbemiddelaar, haptotherapeut, seksuoloog, agogisch hulpverlener, casemanager)

55

21

 

De enquête vroeg respondenten om het raamwerk te bekijken en eventueel aan te vullen met ontbrekende knelpunten. In totaal werden er meer dan 60 knelpunten/ aandachtspunten genoemd. Het merendeel van de onderwerpen kwam overeen met het bestaande raamwerk of was al besproken in de werkgroep. In Tabel 3 zijn voorbeelden van onderwerpen weergeven die nog niet opgenomen waren in het raamwerk of te scharen waren onder geplande modules.

 

Tabel 3 Voorbeelden van ontbrekende knelpunten

Diagnostiek en behandeling van slik en spraakproblemen

Doorplaatsing MSR na eerst GRZ

Ketenfinanciering

Nazorg en behandeling niet opgenomen patiënten (en naasten)

Overplaatsing/wachtlijstbeheer

Smaakverlies

Uitgebreide klinimetrie is in de praktijk niet haalbaar

Voorspellende factoren voor de uitkomst (prognoses, verwachtingsmanagement, indicatiestelling)

 

Aangezien verschillende onderwerpen vaker zijn genoemd in de enquête en het aantal op te nemen onderwerpen gelimiteerd, moest de werkgroep een prioritering maken. Elk onderwerp is uitgebreid bediscussieerd tijdens een vergadering met de werkgroep. Over het algemeen heeft de werkgroep de meeste onderwerpen opgenomen in de richtlijn, maar uitzondering betreffen 1. het knelpunt voorspellende factoren voor de uitkomst (het is niet de verwachting dat literatuuronderzoek op dit moment aanvullende informatie zou opleveren voor de module indicatiestelling); 2. de behandeling en nazorg voor niet opgenomen patiënten en naasten (deze nazorg valt onder de richtlijn Nazorg voor patiënten met COVID-19; in ontwikkeling) en 3. de ketenfinanciering (geen onderwerp voor de richtlijn).