Definities

Voor meer achtergrond over definities en codering van chronische pijn: zie de bijlage Achtergrondinformatie.

 

Van pijn zijn meerdere definities in omloop. We noemen er twee:

Pijn is een onaangename zintuiglijke en emotionele ervaring samengaand met werkelijke of potentiële weefselschade, of beschreven in termen van dergelijke schade. IASPi

 

Pijn is een spontane constructie van het brein, als respons op ervaren dreiging en gericht op genezing. Deze constructie wordt beïnvloed door meerdere biologische, psychologische en sociale factoren. NOI-groupii

 

Termen op het gebied van Chronische Bekkenpijn die hieronder worden beschreven zijn gedefinieerd door de IASPiii en beschreven in de EAU Guidelineiv:

 

Chronische bekkenpijn is niet-kwaadaardige pijn die door mannen en vrouwen ervaren wordt in lichaamsdelen die verbonden zijn met het bekken. Afkorting: CBP (Nederlands) of CPP (Internationaal).

 

Specifieke ziekte - gerelateerde bekkenpijn is bekkenpijn waarbij er een bekende, pijn verklarende aandoening zoals infectie of functiestoornis is aangetoond. Voorbeelden: prostaatkanker -gerelateerde bekkenpijn, inflammatory bowel disease – gerelateerde bekkenpijn.

 

Chronisch bekkenpijnsyndroom is het optreden van CPP wanneer er geen bewezen infectie of andere duidelijke lokale pathologie is die de pijn kan verklaren. Chronisch bekkenpijnsyndroom is een onderverdeling van chronische bekkenpijn.

 

Voor alle bovengenoemde vormen van bekkenpijn geldt dat de pijn vaak wordt geassocieerd met negatieve cognitieve, gedragsmatige, seksuele en emotionele gevolgen, evenals met symptomen die wijzen op lagere urinewegen, seksuele, darm-, bekkenbodem of gynaecologische disfunctie.

 

Nociceptieve pijn (weefselpijn) ontstaat door weefselschade waarbij allerlei stoffen vrijkomen die nociceptoren stimuleren. Op basis van beschadiging kunnen de hersenen een pijnsignaal afgeven. Nociceptie geeft niet altijd aanleiding tot pijn (bijvoorbeeld als iemand erg afgeleid is in een sportwedstrijd).

 

Viscerale pijn is pijn die zijn oorsprong vindt in signalen vanuit de viscera (hoof/hals, thorax, buik- en bekkengebied). Viscerale pijn is vaak dof of schrijnend van aard en het is moeilijk aan te geven waar de pijn precies gevoeld wordt.

 

Somatische pijn is pijn die zijn oorsprong vindt in signalen vanuit huid, spieren of botten. Somatische pijn is meestal scherp, stekend of kloppend van aard en het is in tegenstelling tot viscerale pijn, vaak makkelijk om aan te geven waar de pijn gevoeld wordt.

 

Neuropathische pijn of zenuwpijn ontstaat als gevolg van een beschadiging of afwijking van het zenuwweefsel. Zenuwpijn wordt vaak oppervlakkig gevoeld en is continu aanwezig, soms brandend of jeukend.

Nociplastische pijn is pijn die ontstaat door een veranderde nociceptie waardoor er ondanks afwezigheid van werkelijke of dreigende weefselschade toch perifere nociceptors worden geactiveerd.

 

Centrale sensitisatie beschrijft de versterkte reactie en de verminderde drempel van het centrale zenuwstelsel op een normale afferente input.

 

Perifere sensitisatie beschrijft de versterkte reactie en de verminderde drempel van nociceptieve neuronen in de periferie.

 

Literatuur

(i) https://www.iasp-pain.org/Education/Content.aspx?ItemNumber=1698

(ii) Begrijp de Pijn. David Butler, Lorimer Moseley. Vertaling Bart van Buchem. Lsj Medisch Projectbureau, 2013

(iii) https://s3.amazonaws.com/rdcms-iasp/files/production/public/Content/ContentFolders/Publications2/ClassificationofChronicPain/Part_II-F.pdf

(iv) https://uroweb.org/guideline/chronic-pelvic-pain/