Kennislacunes

Inleiding

Tijdens herziening van de richtlijn Hallux valgus is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module 1 conservatieve behandeling

Op basis van de literatuur is duidelijk geworden dat geen conclusie getrokken kan worden ten aanzien van de beste conservatieve behandeling voor de verschillende hallux valgus patiënten met in verschillende mate van ernst van de hallux valgus. Dit resulteert in de volgende vraag: Welke conservatieve behandeling bij welk type hallux valgus heeft de voorkeur?

 

P: patients with hallux valgus;

I: conservative treatment;

C: compared to other conservative treatment or standard care;

O: pain, foot function, valgus deformity correction, patient satisfaction.

 

Module 2.2 indicatiestelling voor chirurgie

Welke patiëntkenmerken geassocieerd zijn met een onsuccesvolle chirurgische behandeling van hallux valgus?

 

Om het effect van één enkele prognostische factor te beschrijven, moet deze gemeten worden in relatie tot de mogelijke confounders. We zijn naar een onbeperkte hoeveelheid aan factoren op zoek, die redelijkerwijs allemaal met elkaar gecorreleerd zijn.

 

Waarschijnlijk zijn er drie belangrijke factoren geassocieerd met een onsuccesvolle chirurgische behandeling van hallux valgus. Deze factoren zijn:

 

Er zijn echter geen onderzoeken die de patiëntkenmerken apart van de operatietechniek en/of de ervaring van de chirurg hebben onderzocht. Hier is een kennislacune. Ditzelfde geldt voor de operatietechniek.

 

Onderzoek naar de resultaten van een operatieve hallux valgus correctie worden over het algemeen gedaan door specialisten die deze ingreep frequent uitvoeren. We weten niet of deze resultaten extrapoleerbaar zijn naar minder ervaren chirurgen.

 

1. Models for clinical decision making

P: patients with primary hallux valgus with an indication for surgery;

I: clinical decision-making model used to determine the risk for a bad outcome (recurrence, complications);

C: other clinical decision-making model used to determine the risk on a bad outcome (recurrence, complications);

O: diagnostic accuracy;

Timing: The moment considering surgery for primary hallux valgus;

Setting: Second line.

 

2. Individual patient characteristics

P: patients treated surgically for primary hallux valgus;

I: presence of patient characteristics (for example diabetes, smoking, obesity, rheumatic disease, foot characteristics like rotation and hypermobility);

C: absence of characteristics mentioned under I;

O: recurrence, complications;

Timing: The moment considering surgery of primary hallux valgus;

Setting: Second line.

 

Submodule 3.1 open chirurgische technieken

Inzichten in de kans op recidief of slechte uitkomst na een hallux valgus chirurgie zijn in de literatuur niet aanwezig. Verder onderzoek naar de operatieve factoren welke de kans op recidief en slechtere uitkomst beïnvloeden zouden verder onderzocht dienen te worden.

 

1. Proximal versus distal osteotomy

P: patients with hallux valgus;

I: distal osteotomy;

C: proximal osteotomy;

O: pain, foot function, recurrence/reoperation, complications (infection, delayed union), valgus deformity correction, patient satisfaction.

 

2. Chevron versus other osteotomy

P: patients with hallux valgus;

I: scarf osteotomy, proximal osteotomy, distal osteotomy, Lapidus procedure;

C: Chevron osteotomy;

O: pain, foot function, recurrence/reoperation, complications (infection, delayed union), valgus deformity correction, patient satisfaction.

 

3. Lapidus versus other technique

P: patients with hallux valgus;

I: Lapidus procedure;

C: other technique;

O: pain, foot function, recurrence/reoperation, complications (infection, delayed union), valgus deformity correction, patient satisfaction.

 

Submodule 3.2 minimaal invasieve technieken

Wat zijn de (on)gunstige effecten van minimaal invasieve technieken ten opzichte van open technieken bij behandeling van hallux valgus?

 

P: patients with hallux valgus deformities;

I: minimally invasive surgery;

C: open surgery procedures (Chevron, Scarf, distal and proximal osteotomies and Lapidus procedure);

O: pain (VAS-score), foot function (AOFAS-score), recurrence or reoperation, complications (infection, delayed union), valgus deformity correction, patient satisfaction.