Diagnostische classificatie voedingsstoornissen

De diagnostische classificatie van psychische en ontwikkelingsstoornissen (DC-03) op de vroege kinderleeftijd) onderscheidt 6 typen voedingsstoornissen (Derks, 2011):

 

CLASSIFICATIECRITERIA voor ARFID (Avoidant/restrictive food intake disorder)(volgens DSM-5 manual 2013; APA)

Een eet- of voedingsstoornis (zoals een duidelijk gebrek aan interesse in eten of voedsel, vermijden van voedsel vanwege de sensorische kenmerken ervan, zorgen over de aversieve gevolgen van het eten) die blijkt uit een persisterend niet voorzien in de eigen voedings- en/of energiebehoeften, samenhangend met een (of meer) van de volgende kenmerken:

 

Voorts kan het doormaken van een verslik- of bijna stikincident posttraumatische stressklachten tot gevolg hebben en ertoe leiden dat men uitsluitend nog vloeibare voeding accepteert (Mulkens, 2019).

 

Kindermann en Kneepkens (2010) onderscheiden vier typen voedingsproblemen:

Door hen worden de volgende risicogroepen voor het ontstaan van voedingsproblemen beschreven: kinderen met een belaste medische voorgeschiedenis, kinderen die op jonge leeftijd ernstig ziek zijn geweest, te vroeg geboren kinderen, kinderen met toegenomen voedingsbehoefte en kinderen die om medische redenen langdurige sondevoeding nodig hebben (gehad).