Implementatieplan

Dit implementatieplan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Schouderprothese. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de werkgroep een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

De werkgroep heeft per aanbeveling geïnventariseerd:

 

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie

Te ondernemen acties voor implementatie

Verantwoordelijken voor acties

Overige opmerkingen

Module 2 indicatie

 

 

 

 

 

 

 

Bied patiënten geen schouderprothese aan bij (één van) de volgende contra-indicaties:

  • actieve septische gewrichtsontsteking
  • actieve systemische infecties

 

Wees terughoudend met het plaatsen van een schouderprothese bij de relatieve contra-indicatie neurologische uitval die de schouderfunctie nadelig beïnvloedt.

 

Wees terughoudend met het plaatsen van een schouderprothese in aanwezigheid van de volgende risicofactoren:

  • ernstig overgewicht,
  • diabetes mellitus en/of
  • roken.

< 1 jaar

Terughoudendheid in het plaatsen van een schouderprothese bij patiënten met een (relatieve) contra-indicatie zorgt voor minder complicaties en heroperaties en kan daarmee kostenbesparend zijn.

Kennis van de richtlijn; goede voorlichting en eventueel adviezen voor leefstijlaanpassingen voor de patiënt

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn.

Module 3 diagnostiek

 

 

 

 

 

 

 

Voor beoordeling van de rotator cuff:

Start bij voorkeur de diagnostische work-up voor een schouderprothese met een echografie van de schouder volgens gestandaardiseerd protocol door een ervaren uitvoerder met behulp van hoogwaardige apparatuur.

< 1 jaar

Eerste beoordeling met echo kan kostenbesparend werken omdat daardoor minder vaak MRI verricht wordt.

Voldoende expertise bij uitvoerende discipline, hoogwaardige apparatuur.

 

Publicatie en verspreiding van de richtlijn.

Expertise bij uitvoerders trainen en onderhouden.

NOV, NVvR

 

NVvR, ziekenhuizen

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Maak een (aanvullende) MRI van de schouder indien echografie onvoldoende in staat is de integriteit en kwaliteit van de rotator cuff te beoordelen en/of de beschikbaarheid van voldoende expertise ontbreekt.

< 1 jaar

Meer kosten dan (alleen) echografie, wel meer informatie ten behoeve van operatiekeuze.

Beschikbaarheid MRI (1.5 of 3T).

Adequate spoelen en protocol.

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV, NVvR

 

Voor beoordeling van de benige structuren:

Maak bij voorkeur een CT om de benige structuren te beoordelen of voor preoperatieve planning.

< 1 jaar

Geen (potentieel hoger door ontwikkelingen met betrekking tot CT-geleide planningssoftware en PSI).

Adequaat protocol

(p.m. post-processing)

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV, NVvR

 

Module 4.1

 

 

 

 

 

 

 

Plaats bij patiënten met primaire gecentreerde glenohumerale artrose, een functioneel intacte rotator cuff en een indicatie voor een schouderprothese bij voorkeur een totale schouderprothese.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn.

Ervaring met totale schouder prothese

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Plaats bij voorkeur een omgekeerde prothese bij patiënten met primaire glenohumerale artrose, een functioneel intacte rotator cuff en een indicatie voor een schouderprothese in geval van:

  • uitgebreide cystevorming van het glenoid en/of onvoldoende botmassa;
  • afwijkende morfologie van het glenoid.

<1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn.

 

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

 

Module 4.2

 

 

 

 

 

 

 

Plaats bij patiënten met glenohumerale artrose en een functioneel intacte rotator cuff bij voorkeur een totale schouderprothese.

 

Overweeg bij een jongere patiënt met glenohumerale artrose en een functioneel intacte rotator cuff een hemischouderprothese te plaatsen.

 

Overweeg in het geval van een ongeschikt glenoid bij een patiënt met glenohumerale artrose en een functioneel intacte rotator cuff een hemi- of een omgekeerde schouderprothese te plaatsen.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

 

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Module 4.3

 

 

 

 

 

 

 

Overweeg in het geval van avasculaire necrose en een functioneel intacte rotator cuff, om bij jongere patiënten een hemiprothese, en bij oudere patiënten een totale schouderprothese te plaatsen.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Module 4.4

 

 

 

 

 

 

 

Plaats bij oudere patiënten zonder artrose, met een niet te reconstrueren rotator cuff ruptuur, bij voorkeur een omgekeerde prothese.

< 1 jaar

geen

Kennis van de richtlijn

geen

Verspreiding van de richtlijn

NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Overweeg bij jonge patiënten zonder artrose, met een niet te reconstrueren rotator cuff ruptuur, wanneer andere operatieve behandelingen niet mogelijk zijn, als uiterste behandelmogelijkheid een hemiprothese (met grote kop) te plaatsen, wanneer het doel is om (gezien de leeftijd) een omgekeerde prothese uit te stellen.

< 1 jaar

Kostenbesparing

Kennis van de richtlijn

Bedenkingen bij patiënt of operateur

Goede uitleg door de chirurg, gedeelde besluitvorming

Orthopedisch chirurg

 

Module 5.1

 

 

 

 

 

 

 

Kies bij een anatomische totale schouderprothese bij voorkeur voor een gecementeerde glenoidcomponent.

< 1 jaar

Niet direct. Wellicht op langere termijn door verminderen van vroege revisie operatie

Aanwezigheid van de juiste materialen. Eventueel afspraken met leverancier. Expertise om een prothese gecementeerd te implanteren.

Geen behoudens wellicht overtuiging tot verandering praktijkvoering van chirurg

Verspreiding van de richtlijn

NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Module 5.2

 

 

 

 

 

 

 

Plaats bij normale anatomie van de humerus een gesteelde of een steelloze totale schouderprothese.

1 tot 3 jaar

 

Geen

 

Kennis van de richtlijn en ervaring opdoen met de steelloze prothese

Geen, anders dan ervaring opdoen met de steelloze prothese

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

 

 

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Plaats bij voorkeur een gesteelde prothese bij:

  • slechte metafysaire botkwaliteit (zoals mogelijk gevonden kan worden bij grote botcystes, avasculaire necrose van de kop of metabole botziekten), of
  • pseudartrosen na proximale humerusfractuur

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

 

Overweeg een steelloze prothese te plaatsen bij:

  • een afwijkende offset van de kop in verhouding tot de schacht, of
  • proximale humerus deformiteiten ten gevolge van een malunion na een fractuur

1 tot 3 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn en ervaring opdoen met de steelloze prothese

Geen, anders dan ervaring opdoen met de steelloze prothese

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

 

Module 5.3

 

 

 

 

 

 

 

Kies bij plaatsing van een omgekeerde schouderprothese voor een deltopectorale of anterosuperior chirurgische benaderingswijze.

 

Overweeg bij de volgende gevallen een deltopectorale benadering:

  • een grote critical shoulder angle,
  • grote osteofyten van de humeruskop,
  • grote corpora libera in de sulcus biciptalis,
  • een os acromiale,
  • een deficiënte subscapularispees.

< 1 jaar

geen

Kennis van de richtlijn.
Adequate preoperatieve diagnostiek

Beheersen van beide technieken door operateur

Scholing of doorverwijzing naar meer ervaren collega

Orthopedisch chirurg

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Module 6

 

 

 

 

 

 

 

Zie betreffende richtlijn

 

 

 

 

 

 

 

Module 7

 

 

 

 

 

 

 

Adviseer patiënten die een schouderprothese hebben ontvangen een behandeltraject te starten bij een fysiotherapeut, bij voorkeur gespecialiseerd in schouderrevalidatie.

 

Zoek vanuit het orthopedische team afstemming met de eerste lijn zorgverleners waarbij in de overdracht de voor hen relevante informatie volledig aan bod komt. Deze overdrachtsafstemming zou bij voorkeur de volgende aspecten moeten bevatten:

  • pre-operatieve actieve schouderfunctie;
  • postoperatieve instructies;
  • type implantaat;
  • integriteit van de rotator cuff en/of;
  • gelijktijdig uitgevoerde rotator cuff refixatie of peestransfers.

 

Zoek een balans tussen immobiliseren en mobiliseren na plaatsing van een schouderprothese, rekening houdend met de postoperatieve instructie, wondherstel en weefselreactiviteit, waarbij in het geval van een prothese mét een refixatie van de subscapularispees in de beginfase een gecontroleerd revalidatieprogramma gewenst is.

 

Overweeg om de frequentie en totale duur van het post-klinische fysiotherapeutische traject af te stemmen op de gezondheidsvaardigheden, persoonlijke voorkeuren en de functionele doelstellingen van de patiënt.

1 tot 3 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn, samenwerking eerste en tweede lijn

Geen

Verspreiding en publicatie van de richtlijn, eventueel scholing

KNGF, NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Module 8

 

 

 

 

 

 

 

Informeer preoperatief naar de verwachtingen van de patiënt over de uitkomsten op het gebied van pijnvermindering en functieherstel.

 

Licht patiënten zo volledig mogelijk in betreffende de te verwachten uitkomsten na het plaatsen van een totale schouderprothese. Indien de pijnbeleving van een patiënt preoperatief niet in verhouding lijkt te staan tot de aandoening, dan is het van belang om extra aandacht aan genoemde verwachtingen te besteden.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn.

Goede uitleg door de chirurg, eventueel ondersteund met informatiemateriaal of keuzehulp om patiënt te ondersteunen bij het maken van de keuze voor een prothese.

 

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Module 9

 

 

 

 

 

 

 

Geef goede voorlichting waarin minimaal het volgende aan bod komt:

1. informatie over de diagnose,

2. het type prothese en de daarbij behorende prognose,

3. de preoperatieve screening,

4. de ingreep zelf;

5. mogelijke complicaties van de ingreep; en

5. het postoperatieve verloop en daarbij het gebruik van de schouder (denk aan de duur van het slinggebruik en de opbouw van belasting) en de nazorg.

 

Verwijs in ieder geval naar Thuisarts en in aanvulling hierop naar schriftelijke en digitale informatie van uw zorginstelling en/of de betreffende patiëntenorganisaties (bijvoorbeeld ReumaNederland) of de Nederlandse Orthopaedische Vereniging.

 

Maak gebruik van 3 goede vragen om zo goed mogelijk te komen tot de best passende voorlichting voor de individuele patiënt.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn.

Actuele informatie op Thuisarts en andere bronnen.

 

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Module 10.1

 

 

 

 

 

 

 

Registreer alle geïmplanteerde schouderprothesen in de LROI zoals voorgeschreven.

 

Verwijs een patiënt met een indicatie voor een schouderprothese bij voorkeur door naar een collega met voldoende kennis en ervaring op dit gebied.

 

Bespreek bij de nazorg met de patiënt wie in welke fase het aanspreekpunt is bij vragen.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn.

Heldere afspraken in regionaal verband en eerste lijn.

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV

In toekomst uitrollen richtlijnenkennisspel om meer bewustwording te krijgen binnen de beroepsgroep met betrekking tot toepassen van richtlijn

Module 10.2

 

 

 

 

 

 

 

Organiseer een adequate preoperatieve screening van (oudere) patiënten op kwetsbaarheid, bij voorkeur met een gevalideerde screeningstool.

 

Laat patiënten die bij screening positief zijn preoperatief beoordeeld worden met een comprehensive geriatric assessment door een generalistisch specialist met competenties in de ouderengeneeskunde.

< 1 jaar

Adequate perioperatieve zorg bieden aan de kwetsbare oudere, waardoor het aantal complicaties gereduceerd kan worden is kostenbesparend.

Kennis van de richtlijn

Geen

Publicatie en verspreiding van de richtlijn

NOV