Algemene inleiding

Aanleiding

BPD is de meest voorkomende complicatie van vroeggeboorte. De incidentie is 23% bij zuigelingen die geboren zijn bij een zwangerschapsduur van 28 weken, oplopend tot 73% bij 23 weken (Stoll, 2010). In Nederland worden er jaarlijks 1.000 kinderen geboren na een zwangerschapsduur van <30 weken en ongeveer 25% van deze groep ontwikkelt BPD (EURO-PERISTAT, 2013). Het ziektebeeld kenmerkt zich door een onderontwikkeling van de long in combinatie met chronische inflammatie (Jobe, 2001). Kinderen met BPD hebben een gecompromitteerde longfunctie en behoefte aan langdurige respiratoire ondersteuning met onder andere extra zuurstof. BPD heeft ook (middel-)lange termijn gevolgen. In de eerste levensjaren hebben kinderen met BPD meer klachten van benauwdheid, piepen en vol zitten en worden zij vaker opgenomen in het ziekenhuis vanwege luchtweginfecties (Ehrenkranz, 2005). Op de langere termijn blijken kinderen met BPD een slechtere longfunctie en een afgenomen inspanningstolerantie te hebben (Doyle, 2006b; Vrijlandt, 2006 en 2007). Daarnaast is BPD een onafhankelijke risicofactor voor een vertraagde psychomotore ontwikkeling (Walsh, 2005; Short, 2003). De laatste decennia zijn er veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van BPD met name op het gebied van predictie, definitie, diagnostische criteria, behandeling en follow-up. Er is nog onvoldoende evidence bekend om deze ontwikkelingen te ondersteunen, ook de praktische toepasbaarheid ervan in de Nederlandse situatie is niet altijd duidelijk. Er is dan ook behoefte aan een evidence-based richtlijn met als uiteindelijk doel een uniform beleid en behandeling rondom kinderen met BPD.

 

Definities en symptomen

BPD wordt gedefinieerd als het hebben gehad van ≥28 dagen extra O2-behoefte bij 36 weken PML. De mate van respiratoire ondersteuning op de gecorrigeerde leeftijd van 36 weken bepaalt de ernst van BPD. Klachten van BPD zijn: toegenomen O2-behoefte, hypercapnie, dyspneu, tachypneu en/of vochtretentie. Kinderen met (een zich ontwikkelende) BPD zijn beademings-, CPAP- of O2-behoeftig, hebben vaak meer last van luchtweginfecties, worden vaak heropgenomen en gebruiken vaker antibiotica en inhalatiemedicatie (Ehrenkranz, 2005).

 

Deze klachten beperken zich niet alleen tot de prematuren waarbij de diagnose BPD is gesteld. Ook prematuren die niet voldoen aan de criteria om de diagnose te stellen kunnen een afwijkende longfunctie hebben.

Lange termijn neurologische uitkomst wordt bij voorkeur beoordeeld op de leeftijd van 24 maanden of ouder met behulp van een gestandaardiseerde test, zoals Bayley Scales of Infant Development.

 

Mortaliteit wordt vastgesteld bij voorkeur bij 36 weken PML of bij ontslag uit het ziekenhuis.

 

Uitkomstmaten

In tabel 1 zijn de uitkomstmaten weergegeven die zijn vastgesteld door werkgroepleden, met daarbij de score en waardering. Per uitgangsvraag kunnen de uitkomsten afwijken. De uitkomsten staan daarom ook per uitgangsvraag vermeld bij de resultaten.

 

Tabel 1 Uitkomstmaten

Uitkomstmaten

Score*

Waardering**

BPD, zuurstofbehoefte op gecorrigeerde leeftijd van 36 weken

9

Cruciaal

Mortaliteit bij 36 weken

9

Cruciaal

1 + 2 gecombineerd

9

Cruciaal

Mortaliteit gedurende ziekenhuisopname

9

Cruciaal

Indien 1 t/m 4 niet beschreven zijn:

 

 

Beademingsduur

6

Belangrijk

Al dan niet beademen

6

Belangrijk

Alleen indien er een positief effect is op BPD:

 

 

Neurologische uitkomst (bij voorkeur bij 2 jaar): mental developmental index (MDI) < -2 standaarddeviatie (SD), CP, blind, doof of combinatie

9

Cruciaal

Intraventriculaire bloedingen (IVH graad 3 en 4)

6

Belangrijk

Periventriculaire leukomalacie (PVL > graad1)

6

Belangrijk

Necrotiserende enterocolitis (NEC > graad 2)

6

Belangrijk

Retinopathy of prematurity (ROP)

6

Belangrijk

Kosten***

6

Belangrijk

* gescoord door vier werkgroepleden

** 7-9=cruciaal, 4-6=belangrijk, 1-3=niet belangrijk

*** indien bekend

 

Kostenimplicaties

Door de toenemende aandacht voor de kosten in de gezondheidszorg neemt het belang toe van richtlijnen die doelmatig handelen bevorderen. In deze richtlijn is nog geen analyse gemaakt van de verwachte effecten op de kosten.

 

Juridische betekenis van richtlijnen

Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op evidence gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Omdat deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de gemiddelde patiënt, kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zo nodig afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist, soms zelfs noodzakelijk. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te worden.