Figuren 1-3 (TAR, DAPT, ASA)

Figuur 1 Periprocedureel beleid TAR monotherapie clopidogrel of ASA

F1

1. Bij mondzorg met een laag bloedingsrisico is geen overleg nodig met een consulent stolling.

2. Het betreft de volgende KNO-operaties: Laryngologie: poliklinische injectie-augmentatie, microlarynxchirurgie dilatatie subglottische stenose; Oorchirurgie: myringoplastiek/middenoorinspectie, sanering chronische ontsteking/cholesteatoom, cochleair implantaat, stapedectomie, translabyrinthair brughoek.

Het betreft de volgende urologische operaties: TUR blaas, TUR prostaat, blaashalsincisie, Sachse-behandeling urethrastrictuur, ureterorenoscopie, blaassteenlithotrypsie, Sectio alta, Millin-open prostatectomie, nefro-ureterectomie, ureter-re-implantatie, diverticulectomie, pyelumplastiek, partiële nefrectomie

Bij cataractchirurgie onder lokale druppelanesthesie hoeft TAR niet te worden onderbroken.

Zie de richtlijn neuraxisblokkade

3. Bij een recente TIA/herseninfarct indien mogelijk de ingreep uitstellen tot minstens 3 maanden na TIA/herseninfarct. Indien dit niet mogelijk is het beleid individualiseren in samenspraak met voorschrijver van de TAR.
Voor de omzetting van clopidogrel naar aspirine is geen goed 1A niveau bewijs uit gerandomiseerde studies. Daarom is het maximaal haalbare advies om alleen te overwegen deze omzetting te doen.

 

Figuur 2 Periprocedureel beleid TAR DAPT ASA en dipyridamol

F2

1. Bij mondzorg met een laag bloedingsrisico is overleg nodig met een consulent stolling.

2. Het betreft de volgende KNO-operaties: Laryngologie: poliklinische injectie-augmentatie, microlarynxchirurgie dilatatie subglottische stenose; Oorchirurgie: myringoplastiek/middenoorinspectie, sanering chronische ontsteking/cholesteatoom, cochleair implantaat, stapedectomie, translabyrinthair brughoek.
Het betreft de volgende urologische operaties: TUR blaas, TUR prostaat, blaashalsincisie, Sachse-behandeling urethrastrictuur, ureterorenoscopie, blaassteenlithotrypsie, Sectio alta, Millin-open prostatectomie, nefro-ureterectomie, ureter-re-implantatie, diverticulectomie, pyelumplastiek, partiële nefrectomie

Bij cataractchirurgie onder lokale druppelanesthesie hoeft TAR niet te worden onderbroken.

3. Bij een recente TIA/herseninfarct indien mogelijk de ingreep uitstellen tot minstens 3 maanden na TIA/herseninfarct. Indien dit niet mogelijk is het beleid individualiseren in samenspraak met voorschrijver TAR.

 

Figuur 3 Periprocedureel beleid TAR DAPT ASA en prasugrel/clopidogrel/ticagrelor

F3

1. Bij mondzorg met een laag bloedingsrisico is  overleg nodig met een consulent stolling.

2. Het betreft de volgende KNO-operaties: Laryngologie: poliklinische injectie-augmentatie, microlarynxchirurgie dilatatie subglottische stenose; Oorchirurgie: myringoplastiek/middenoorinspectie, sanering chronische ontsteking/cholesteatoom, cochleair implantaat, stapedectomie, translabyrinthair brughoek.

Het betreft de volgende urologische operaties: TUR blaas, TUR prostaat, blaashalsincisie, Sachse-behandeling urethrastrictuur, ureterorenoscopie, blaassteenlithotrypsie, Sectio alta, Millin-open prostatectomie, nefro-ureterectomie, ureter-re-implantatie, diverticulectomie, pyelumplastiek, partiële nefrectomie

Bij cataractchirurgie onder lokale druppelanesthesie hoeft TAR niet te worden onderbroken.

3. Bij een recent Acuut Coronair Syndroom en/of stentplaatsing indien mogelijk de ingreep uitstellen tot minstens:

Bij een recente TIA/herseninfarct indien mogelijk de ingreep uitstellen tot minstens 3 maanden na TIA/herseninfarct.

Indien dit niet mogelijk is het beleid individualiseren in samenspraak met voorschrijver DAPT.