Implementatieplan

Inleiding

Dit plan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn infantiele hemangiomen. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de richtlijnwerkgroep een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

Om tot dit plan te komen heeft de werkgroep per aanbeveling in de richtlijn nagedacht over:

Lezers van dit implementatieplan dienen rekening te houden met dat er verschillen zijn tussen ‘sterke aanbevelingen’ en ‘zwakke aanbevelingen’. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat wel of niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld en spreekt de werkgroep haar voorkeur of advies uit, maar laat zij meer ruimte voor alternatieven. Een reden hiervoor kan zijn dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is om de aanbeveling te onderbouwen. Een andere reden is dat de aanbeveling niet voor alle patiënten hoeft te gelden en dat het in dat geval afwijken van de richtlijn zelfs de voorkeur kan genieten. Een zwakke aanbeveling is te herkennen aan de formulering en begint bijvoorbeeld met ‘Overweeg om…’. Zowel voor de sterke als voor de zwakke aanbevelingen heeft de werkgroep nagedacht over de implementatie. Alleen voor sterk geformuleerde aanbevelingen worden implementatietermijnen gegeven.

 

Implementatietermijnen

Voor de volgende aanbevelingen geldt dat zij zo spoedig mogelijk overal nageleefd dienen te worden. In de meeste gevallen betekent dat dat de aanbevelingen binnen een jaar na het uitbrengen van de richtlijn geïmplementeerd moet zijn. Dit geldt voor de volgende aanbevelingen:

 

Aanbeveling/conclusie

Toelichting

Verwijs kinderen met perioculaire IH en/of intraorbitale IH altijd naar een oogarts vanwege het risico op amblyopie, om visuele complicaties uit te sluiten en ook om te bepalen of er een behandelindicatie is.

Patiënten met een perioculaire en/of intraorbitale IH moeten altijd door een oogarts gezien worden om een risicoinschatting te kunnen maken en om te bepalen of er een behandelindicatie is van het IH.

Behandelindicatie

Overleg met of verwijs een patiënt met een IH met een verhoogd risico op complicaties naar een multidisciplinair team van een expertisecentrum voor evaluatie, specifieke diagnostiek en indicatiestelling of opstart van behandeling van het IH.

De werkgroep onderschrijft het belang van tijdige verwijzing van een patiënt met een IH met verhoogd risico op complicaties of een voor IH verdachte afwijking met atypisch beloop naar een expertisecentrum of multidisciplinair team.

Orale bètablokkers

Behandel (potentieel) gecompliceerde IH gedurende ten minste 6 maanden met systemisch propranolol 2-3 mg/kg/dag (verdeeld over 2-3 dagdoses). Bespreek voor de start van de behandeling het risico op bijwerkingen en de kans op recidiefgroei.

De verschillende behandelopties worden in deze nieuwe richtlijn uiteengezet. Momenteel is er één geregistreerd medicament voor de behandeling van IH; Hemangiol (propranolol-base). Hiernaast zijn ook propranolol (off-label) en atenolol (off-label) beschikbaar voor de behandeling van IH. Belangrijk is dat behandeling (en dosering) in of in overleg met een expertisecentrum plaatsvindt.

Voor prematuren (tot een post terme leeftijd van 5 weken) en à terme kinderen jonger dan 5 weken vindt overleg plaats met een expertisecentrum voor medicatie- en doseringsadviezen.

De werkgroep is van mening dat behandeling van deze selecte groep altijd in (of in overleg met) een expertisecentrum dient plaats te vinden.

 

Voor sommige aanbevelingen geldt echter dat zij niet direct overal kunnen worden ingevoerd, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan middelen, expertise of de juiste organisatievormen. In sommige gevallen dient ook rekening te worden gehouden met een leercurve. Daarnaast kan de aanwezigheid van personeel of faciliteiten of de afstemming tussen professionals een belemmering zijn om de aanbevelingen op korte termijn in te voeren. Voor de volgende aanbevelingen geldt daarom dat naar inschatting van de richtlijncommissie er rekening dient te worden gehouden met een implementatietermijn van één tot drie jaar:

 

Aanbeveling

Toelichting

Natuurlijk beloop van IH

Patiënten jonger dan 6 maanden met 10 of meer cutane IH hebben een verhoogd risico op lever- en viscerale IH. Complicaties van orgaanmanifestaties zijn zeer zeldzaam, maar potentieel levensbedreigend.

(Zie ook de volgende aanbeveling)

In tegenstelling tot eerdere aanbevelingen (waaronder ook de recent verschenen IHRes) wordt, door nieuwe literatuur, in de nieuwe richtlijn de afkapwaarde van een verhoogd risico op lever- en viscerale IH verhoogd van ‘vanaf 5 of meer’ naar ‘vanaf 10 of meer’ cutane IH bij kinderen jonger dan 6 maanden.

Aanvullend onderzoek

Verricht in het geval van 10 of meer cutane IH bij kinderen jonger dan 6 maanden echografie van de lever (en gehele abdomen) om hepatische en/of viscerale IH uit te sluiten.

In tegenstelling tot eerdere aanbevelingen wordt, door nieuwe literatuur, in de nieuwe richtlijn geadviseerd om vanaf 10 of meer cutane IH bij kinderen jonger dan 6 maanden echografie van de lever (en gehele abdomen) in te zetten.

 

Impact op zorgkosten

Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten. Een aantal aanbevelingen doet dit echter wel. In onderstaande tabel wordt per module beschreven welke aanbevelingen volgens de richtlijncommissie een belangrijk effect met zich meebrengen op de zorgkosten en welk effect dit is.

 

Aanbeveling

Toelichting

Aanvullend onderzoek

Verricht in het geval van 10 of meer cutane IH bij kinderen jonger dan 6 maanden echografie van de lever (en gehele abdomen) om hepatische en/of viscerale IH uit te sluiten.

Mogelijk kostenreducerend wegens verhoging van de afkapwaarde voor het inzetten van aanvullend onderzoek.

 

Verwijs kinderen met perioculaire IH en/of intraorbitale IH altijd naar een oogarts vanwege het risico op amblyopie, om visuele complicaties uit te sluiten en ook om te bepalen of er een behandelindicatie is.

Mogelijk kostenstijgend door toenemende zorgvraag. Mogelijk kostenreducerend wegens voorkomen van verergering van de ziekte en/of het optreden van complicaties bij deze lokalisatie.

 

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij volgens de richtlijncommissie zouden moeten ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

 

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties (NHG, NVK, NOG, NVKNO, NVvP, NVPC, NVvH, NVZA, NVVR, patiëntenvereniging Hevas) bekend maken van de richtlijn onder de leden;

 

Initiatiefnemende wetenschappelijke vereniging (NVDV)

 

 De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

 

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, NZA, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders, IGZ)

Ten aanzien van de financiering van de zorg voor patiënten met IH wordt verwacht dat het bestuur van de ziekenhuizen bereid zijn om de nodige investeringen te doen (zie hierboven bij impact op zorgkosten) om de aanbevelingen in deze richtlijn te kunnen implementeren. Daarnaast wordt van de bestuurders verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van de nieuwe richtlijn en deze toepassen in de praktijk.

Van zorgverzekeraars wordt verwacht dat zij de zorg die in deze richtlijn wordt voorgeschreven zullen vergoeden. Over het algemeen is het waarschijnlijk dat noodzakelijke investeringen voor de baat uit gaan. De ‘sterk geformuleerde aanbevelingen’ in deze richtlijn kunnen, na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars worden gebruikt voor de inkoop van zorg.

 

Wetenschappers en subsidieverstrekkers

Onderzoek initiëren naar de kennislacunes zoals die omschreven zijn in het bijlagendocument.

 

Het Kennisinstituut van Medisch Specialisten

Toevoegen van richtlijn aan richtlijnendatabase. Opnemen van dit implementatieplan in de richtlijnendatabase.