Algemene inleiding

In Nederland leven naar schatting ruim 600.000 mensen met een vorm van niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Een groot deel van de mensen met traumatisch hersenletsel en ongeveer 10% van de mensen met niet-traumatisch hersenletsel bevinden zich in de werkzame leeftijd (18-67 jaar) ten tijde van het oplopen van het letsel (CBS). Uit cijfers van UWV blijkt dat in maart 2020 bijna 19.000 mensen met NAH een WIA of Wajong uitkering ontvingen. Hoeveel mensen in Nederland in staat zijn terug te keren naar werk na NAH, weten we niet. Wereldwijd blijkt ongeveer 40% van de mensen binnen twee jaar terug te keren naar eigen, aangepast of ander werk (van Velzen, 2009).

 

Aanleiding voor het herzien van de richtlijn

De vorige versie van de richtlijn NAH en arbeidsparticipatie dateert uit 2012. Sindsdien zijn er nieuwe ontwikkelingen op dit gebied geweest en is er nieuwe literatuur verschenen, waardoor een herziening van de richtlijn gewenst was. De structuur van de richtlijn is aangepast, waarbij de verschillende fasen waarin een persoon met NAH kan verkeren de basis vormen voor de opbouw van de richtlijn (Stiekema, 2018). Door deze chronologie is het voor personen met NAH, medisch specialisten en re-integratieprofessionals gemakkelijker geworden om de juiste informatie te vinden. Daarnaast is er informatie toegevoegd over personen met NAH zonder werkgever. Bovendien is de richtlijn aangepast aan de eisen conform het adviesrapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de Federatie Medisch Specialisten. De richtlijn is nu modulair opgebouwd waardoor het gemakkelijker is geworden om modules te onderhouden. Dit is met name belangrijk voor modules waarbij de regelgeving snel verandert, met onderwerpen als sociale zekerheid en personen met NAH zonder werkgever. In deze herziene richtlijn is tevens duidelijker verwoord welke professional verantwoordelijk is voor bepaalde acties per fase waarin de persoon met NAH kan verkeren.

 

Opbouw richtlijn

De acute fase is de eerste fase na het optreden van het hersenletsel. Deze fase bestaat bij de meeste patiënten uit beoordeling op de spoedeisende hulp en eventuele ziekenhuisopname tot ontslag. Deze fase is vooral gericht op de diagnostiek en behandeling van het onderliggende hersenletsel. Over het algemeen duurt deze fase enkele dagen tot, bij ernstige letsels, enkele weken.

 

Tijdens de herstelfase vindt zowel functieherstel als functioneel herstel plaats. Functieherstel is vooral afhankelijk van de mate van spontaan herstel van neurologische functies (motoriek en cognitie). Functioneel herstel (bijvoorbeeld lopen, zelfverzorging, communicatie) wordt vooral verkregen door revalidatie en terugkeer naar het dagelijks functioneren; compensatie van functieverlies speelt hierbij een belangrijke rol. Over het algemeen duurt deze fase enkele maanden. Er is een geleidelijke overgang naar de adaptatiefase.

 

De lange termijnfase, ook wel adaptatiefase genoemd, is continu en dynamisch doordat elke verandering in de omgeving (bijv. woonsituatie, familiesamenstelling, dagbesteding, werk) vraagt om nieuwe aanpassingen. In deze fase staat centraal het vinden van een nieuw evenwicht op basis van mogelijkheden en beperkingen. Het is een continu en levenslang proces omdat veel factoren deze balans kunnen verstoren.

 

De richtlijnmodules gaan uit van personen met NAH in loondienst, behalve de module ‘Geen werkgever’. Deze module is bedoeld om een overzicht van aanbevelingen van de overige modules te verschaffen specifiek voor alle mensen met NAH zonder werkgever.

 

Algemeen

In deze richtlijn en in de praktijk wordt als denkkader gebruikt gemaakt het door het WHO ontwikkelde International Classification of Functioning, Disability and Health, het ICF model, zoals hieronder weergegeven.

 

F1

Figuur: ICF-model (https://www.who.int/)

 

Afbakening van de richtlijn

Personen met een NAH met een niet-progressief verloop, waarbij na een acuut of subacuut begin de nadruk ligt op herstel van functioneren. Dit omvat beschadiging van de hersenen, door een neuroloog gediagnosticeerd, door een hersenbloeding en herseninfarct (inclusief TIA waarvan later blijkt dat er toch blijvende schade is), door een hersentrauma (inclusief licht traumatisch hersenletsel), door een hersenontsteking ten gevolge van een bacteriële of virale infectie of een auto-immuun aandoening, door hypoxie als gevolg van bijvoorbeeld een hartstilstand, door intoxicatie of door een laaggradige hersentumor. Verder dient er een relatie te zijn tussen het functioneren, klinisch beeld en het hersenletsel en betreft het personen die een relatie tot werk hebben of wensen.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Personen met NAH, revalidatieartsen, verzekeringsartsen, bedrijfsartsen, neurologen, huisartsen, POH(-GGZ), (neuro)psychologen, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten, psychiaters, arbeidsdeskundigen, jobcoaches, re-integratieprofessionals en personen rondom de persoon met NAH die betrokken zijn bij de re-integratie, maatschappelijk werkenden, physician assistants, verpleegkundig specialisten en (gespecialiseerd) verpleegkundigen.

 

Thuisarts

Bij het herzien van deze richtlijnlijn wordt patiëntinformatie ontwikkeld voor Thuisarts.nl.

 

Definities en begrippen

Arbeidscoach/jobcoach/re-integratiecoach

De functies arbeidscoach, jobcoach en re-integratiecoach zijn niet eenduidig gedefinieerd en worden door elkaar gebruikt. De term arbeidscoach wordt vaak gebruikt door coaches met een arbeidsdeskundige achtergrond. De jobcoach biedt methodische ondersteuning aan mensen met een arbeidsbeperking, gericht op het vinden en behouden van een baan op de reguliere arbeidsmarkt. Na een WIA indicatie zijn er mogelijkheden om jobcoaching langdurig te financieren door het UWV. Een re-integratiecoach is vaak in dienst van een re-integratiebureau. Het zijn allemaal geen beschermde beroepstitels.

Arbeidsdeskundige

Arbeidsdeskundigen werken bij het UWV, grote werkgevers, arbodiensten, verzekeringsmaatschappijen of als zelfstandige. In het algemeen is het de rol van de arbeidsdeskundige om te beoordelen welke functies voor iemand met bepaalde medische beperkingen nog passend zijn, al of niet met bepaalde aanpassingen.

Arbeidssetting

De arbeidssetting bestaat uit de bedrijfsarts, arbeidsdeskundige, jobcoach, re-integratiebegeleider en eventueel werkgever.

Arbo-arts

Een arbo-arts wordt door een arbodienst ingezet voor de begeleiding van werknemers tijdens ziekte en re-integratie. Het is een basisarts, die zich na het artsexamen niet verder heeft gespecialiseerd (zoals een bedrijfsarts, huisarts of medisch specialist). De benaming arbo-arts is geen beschermde titel, elke arts mag hem voeren.

Bedrijfsarts

Een bedrijfsarts is een deskundige en onafhankelijk aanspreekpunt voor de werknemer, de werkgever en de medezeggenschap (OR) over alles wat met werk en gezondheid te maken heeft. Een bedrijfsarts is een arts die na zijn artsexamen de vierjarige specialisatie arbeids- en bedrijfsgeneeskunde heeft De titel bedrijfsarts is beschermd.

Behandelsetting

De behandelsetting bestaat uit de neuroloog, huisarts, revalidatiearts, verpleegkundig specialist, physician assistant, psycholoog, ergotherapeut, re-integratiedeskundige, NAH-verpleegkundige, arbeidscoördinator fysiotherapeuten, logopedisten en casemanager NAH.

Casemanager /procesbegeleider

Een casemanager of procesbegeleider begeleidt en bewaakt het gehele proces rondom re-integratie van een werknemer. Een werkgever is in het kader van de wet Verbeterde Poortwachter verplicht om in overleg met de werknemer een procesbegeleider aan te wijzen als het verzuim langer dan 8 weken duurt.

CVA

Cerebro vasculair accident.

Deskundige op het gebied van NAH en arbeid/ belastbaarheid

In deze richtlijn wordt gesproken over deskundige op het gebied van NAH en arbeid/belastbaarheid indien het per situatie/setting verschilt welke professional hiervoor het meest geschikt is.

Eerstelijnszorg

De zorg waarvan iedereen gebruik kan maken zonder verwijzing.

GGZ

Geestelijke gezondheidszorg.

Inzetbaarheidscoach

Een inzetbaarheidscoach ondersteunt de werkgever als het gaat om een effectieve aanpak van uitval en inzetbaarheid van medewerkers. De inzetbaarheidscoach heeft daarover contact met de werkgever, werknemer en bedrijfsarts. De inzetbaarheidscoach mag nooit gezondheidsklachten bespreken of vragen naar medische informatie. Diens rol is te helpen bij het vinden van praktische oplossingen niet-medische aard.

NAH

Niet-aangeboren hersenletsel.

POH

Praktijkondersteuner huisarts.

Revalidatieteam

Afhankelijk van de ervaren beperkingen en mogelijkheden van de persoon met NAH kan een revalidatieteam bestaan uit bijvoorbeeld een revalidatiearts, arbeidsdeskundige, fysiotherapeut, ergotherapeut, (neuro)psycholoog, verpleegkundige en een maatschappelijk werker.

TIA

Transient ischemic attack.

Tweedelijnszorg

De zorg waarvoor een verwijzing nodig is.

Verzekeringsarts

Een verzekeringsarts kan werken bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), in de particuliere sector of als ZZP’er.

Verzekeringsartsen die werkzaam zijn voor het UWV voeren de werknemersverzekeringen uit, te weten de Werkeloosheidswet, de Ziektewet en de arbeidsongeschiktheidswet (WIA, Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) en de Participatiewet.

Als een zieke werknemer een beroep doet op een uitkering van de Ziektewet of WIA, beoordeelt de verzekeringsarts van het UWV of er sprake is van een stoornis als gevolg van ziekte of gebrek en wat de resterende mogelijkheden zijn om te functioneren in werk. Dit zijn de functionele mogelijkheden en wordt ook wel de belastbaarheid genoemd.

WIA

Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

 

Literatuur

Centraal Bureau voor de Statistiek. Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken. Beschikbaar via: https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83005NED/table?dl=E193. Geraadpleegd 2019 december 9.

Van Velzen JM, Van Bennekom CA, Edelaar MJ, Sluiter JK, Frings-Dresen MH. How many people return to work after acquired brain injury?: a systematic review. Brain Inj 2009;23:473-88.

Stiekema A, Winkens I, Ponds R, de Vugt M, van Heugten C. Het hervinden van een balans in het leven. Zorgbehoeften van mensen met hersenletsel en hun partners. Maastricht: Maastricht University, 2018.