Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Hoorzorg bij kinderen van 4-18 jaar is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Mede door gebruik te maken van de evidence-based methodiek is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven waar wetenschappelijke kennis beperkt is en dus op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module 1a. Diagnostiek voor de indicatiestelling voor hoorzorg

Er is beperkte kennis over het vaststellen van centrale aandoeningen specifiek van het auditieve systeem door middel van objectieve diagnostiek, bijvoorbeeld het meten van corticale responsies.

 

Module 1b. Indicatiecritieria voor hoorzorg

 

Module 1c. Categorieën van gehoorverlies

 

Module 2 t/m 7

De hoorzorg per categorie gehoorverlies wordt in de modules 2 tot en met 7 beschreven. De kennislacunes zijn per onderwerp hieronder toegelicht.

 

a. Hoortoestellen of andere hoorhulpmiddelen

Module in ontwikkeling.

 

b. Technische mogelijkheden van hoortoestellen

Er is beperkte wetenschappelijke kennis over het effect van geluidsbewerkingstechnieken specifiek in kinderen waarbij de hogere auditieve functies zoals verstaan in rumoer nog in ontwikkeling zijn. Hierdoor ontbreekt het aan kennis over effecten van geluidsbewerkingstechnieken op deze auditieve ontwikkelingen. Hierdoor is het onduidelijk of:

 

Er is beperkte wetenschappelijke kennis over het toepassen van geluidsbewerkingstechnieken in kinderen met een eenzijdig gehoorverlies en of de aanbevelingen hier anders voor zouden moeten zijn dan bij kinderen met een bilateraal gehoorverlies.

 

Wetenschappelijk onderzoek richt zich veelal ofwel op kinderen met hoortoestellen, ofwel op kinderen met BCD(s) of CI(s). Er is onvoldoende kennis over de (verschillen in) effecten van vergelijkbare geluidsbewerkingstechnieken in deze verschillende hoorhulpmiddelen. Meer kennis hierover is relevant voor kinderen die een combinatie van beiden dragen en voor het eventueel extrapoleren van aanbevelingen in deze richtlijn naar aanpalende richtlijnen.

 

c. Instellen van hoortoestellen met de NAL- of DSL- rekenregel

 

d. Diagnostiek voor controle van het auditief functioneren

Module in ontwikkeling.

 

e. Zorg gericht op de spraak- en taalontwikkeling

 

f. Zorg gericht op de algehele ontwikkeling

 

g. Psychosociale zorg

 

Module 8. Organisatie van zorg

Geen systematische search uitgevoerd.