Beschrijving studies buiten GRADE-beoordeling

Artikel

Design

Interventie

Controle

ROMenkel*

ROM andere gewrichten

Functionele vaardigheid

Kwaliteit van leven

Adverse event

PICO 1: Operatie versus geen operatie

Forst, 1999

Prospectief

n= 87

Peesverlenging (bilateraal), aponeurectomie van de iliotibiale band en achillespees verlenging

n=100

Natuurlijk beloop (niet geopereerd)

Enkel

I: verlenging (p<0,001)

Heup en knie

I:verlenging (p<0,001)

Verlies van loopvaardigheid (leeftijd)

I:10,55±1,76

C: 9,29 ±1,98

P<0,05

NR

I: vertraagde wond genezing (zonder revisie) (n=3)

Vertraagde wondgenezing met revisie (n=1)

Ontsteking (n=0)

Keloïd formatie van littekenweefsel (meeste jongens)

Vignos Jr, 1996

Retrospectief

I1: (n=17): Tenotomie van de achillespees ; gesloten methode, verlenging van de iliotibiale banden met een yount distale fasciotomie.

I2: (n=52) zelfde techniek en aanvullend:

Post-tibiale pees transfer (om enkeldorsiflexie te stimuleren)

C1:(n=17)

KAFO (weigerden operatie of hadden beperkte achillespees contractuur)

C2: (n=28);

Geen KAFO en operatie (familie weigerde, mentale retardatie, onvoldoende motivatie of rolstoel afhankelijk.)

Enkel contractuur (2 jaar FU)

I: 2° ± 4,7

C: 8° ± 13,1

NS

Contractuur < 10° (5-7 jaar FU)

I1: 11/15(?)

12: 28/32 (88%)

C1: 2/4

C2: 0/6

P (I versus C) =0,003

Knie flexie contractuur (5-7 jaar FU)

I1: 14° ± 19,5

I2: 14° ± 19,5

C1: 19° ± 19,2

C2: 49° ± 15,4

Verlies van loopvaardigheid (na de operatie)

3,2 ± 1,5 jaar

NS tussen de groepen

Mogelijkheid om te staan na verliezen loopvermogen:

1,5 ±

1,2 jaar (range, 0,17 tot 5,92 jaar

NS tussen de groepen

Korte afstanden binnenshuis lopen, 2 jaar na aanmeten KAFO:

Groep 1: 10/26 (38%)

Groep 2: 26/50 (52%)

Groep 3: 10/26 (38%)

NR

Overlijden n=83 :

Pulmonaire insufficiëntie (n=51); pneumonia (n=26); cardiomyopathie (n=6); NS tussen de groepen.

Leitch, 2005

Retrospectief

Voetoperatie + gips+ AFO

I1: (n=4)

Open of percutane achillespeesverlenging of tenotomie.

I2: (N=26)

Open of percutane achillespeesverlenging of tenotomie.

+ posterior tibialis transfer

Geen operatie (n=58)

Hindfoot motion

Rechts

I: 1±2

C: 4±4

P<0.05

Links:

I:1±2

C: 3±3

Plantair flexie

Rechts

I: 2 ±5

C: 16±26

P=0,1

Links

I:3±7

C:16±28

P=0.6

Equinus

Rechts

I: 4±8

C:9±14

P=0,012

Links

I: 4±9

C: 8±14

P=0,012

NR

NR

NR

NR

Rideau, 1995

Retrospectief

Operatie: n=57

Bilaterale verlenging van verkorte structuren van de onderste extremiteit, inclusief fascia lata en iliotibiale banden bij de heup, laterale dij, knie en enkel.

Geen operatie (n=135)

Enkel equinus deformiteit:

Baseline; 3 jaar

I: -8,8°; -6,5°

C: -7,8°; -16,2°

P<0,01

Heup abd R

Baseline; 3 jaar

I: -14,2°; -3,3°

C: -13,3°; -14,7°

P<0,01

Heup abductie L

Baseline; 3 jaar

I: -9,3°; -2,5°

C: -9,6°; -10,8°

P<0,01

Heup flexie

Baseline; 3 jaar

I: -2,9°; -3,3°

C: -2,1°; -6,5°

P<0,05

Knie flexie:

Baseline; 3 jaar

I: -4,3°; -3,5°

C: -2,5°; 9,1°

P<0,01

Leeftijd verlies zelfstandig opstaan vanaf de vloer

I: 7,79 ± 1,40

C: 9,14 ± 1,39

P<0,01

Leeftijd verlies loopfunctie:

I: 9,40 ± 1,58 (n=38) n=22 loophulpmiddel

C: 10,62 ±1,69

P<0,01

NR

Opnieuw optreden van contractuur die 2^e verlenging vereiste (15%)

Scher, 2002

Retrospectief

Operatie n=32

I1: operatie om loopvaardigheid te behouden. Ober yount TAL PT transfer teen flexoren + spalken

I2: operatie om voetpositie te corrigeren TAL PT transfer teen flexoren, geen spalken

Geen operatie (n=25)

(weigerden operatie of waren rolstoelafhankelijk)

NR (geen vergelijking tussen de groepen)

NR

Leeftijd op verlies van loopfunctie

I: 11,2 jaar

C: 10,3 jaar

P<0,05

Patient tevredenheid

8 (42%)

Zou voor dezelfde operatie, orthese en post op therapie kiezen

11 (58%) zou voor voet operatie kiezen maar geen aanvullende behandeling op loopfunctie te behouden

5 (100%) van de pt die alleen voet operatie hadden, zouden ze allemaal voor zelfde operatie kiezen

NR

PICO 3: Operatie type 1 versus operatie type 2

Forst, 1995

Operatie op jonge leeftijd (gem 6,4 jaar)

Heup en knie peesverlenging (bilat), aponeurectomie van de iliotibiale band en achilles pees verlenging

Operatie op latere leeftijd (gem 9,3 jaar)

Heup en knie peesverlenging (bilat), aponeurectomie van de iliotibiale band en achilles pees verlenging

Uitgedrukt als gewrichts quotiënt*

I>C

*bestaande uit: Heup add, knie-tabel afstand, enkel-tabel afstand, waarbij de enkel dorsiflexie

 (1: <0°; 2: >0°; 3: >5°; 4: >10°)

Uitgedrukt als motor quotiënt*

I>C p<0,001

*bestaande uit: spierkracht, tijd voor de gowers maneuvre, quadriceps kracht en loopscore.

Zelfstandig lopen:

I: verlengd met 2 jaar

C: vergelijkbaar verloop aan natuurlijk beloop

Geen complicaties.

Keloïd formatie van littekenweefsel (meeste jongens)

PICO 4: Nachtspalk versus rekken versus niets

Scott, 1981a

Prospectief

I1: n=23

nacht spalken + rekken

I2: n=16 dagelijks rekken

Geen interventie (n=20)

Vermindering van dorsiflexie:

I1< C

I1 ~ I2

NR per groep

NR per groep

NR

NR

PICO 5: Rekken versus niet rekken

Choi, 2018

Retrospectief

Stretching groep: N=59

Ambulante groep (N=38):

gemiddeld 16,2 ± 8,8 min, >3 sessies/wk 81,6% > 1 jaar

Non-ambulante groep (N=21): gemiddeld 16,8 ± 13,4 min, , >3 sessies/wk, 81% > 1 jaar

Non stretching N=69

Ambulante groep (N=40)

Non-ambulante groep (N=29)

Enkel plantairflexie

Ambulante groep:

I: 5,9 ± 6,4

C: 6,9 ± 9,6

P=0,60

Non-ambulante groep:

I: 31,5±22,1

C: 36,6±20,9

P=0,41

Heup flexie:

Ambulante groep:

I: 1,4 ± 4,3

C: 1,5 ± 4,9

P=0,92

Non-ambulante groep:

I: 20,0±11,5

C: 26,0±10,8

P=0,06

Knie flexie

Ambulante groep:

I: 2,4 ± 5,0

C: 3,8 ± 8,6

P=0,39

Non-ambulante groep:

I: 37,4±25,1

C: 47,9±25,0

P=0,15

NR

NR

NR

PICO 6: Handspalk versus geen handspalk (single subject design)

Weichbrodt, 2018

Single-subject design

N=8

Op maat gemaakte handspalken

De 6 maanden -pre interventie.

Note:

Participanten ervaarden geen ziekte progressie in de pols extensie gedurende de 6 maanden zonder interventie.

NA

Polsextensie dominante hand: Verbeterd n=4 Gelijk n=4

niet-dominante hand: Verbeterd n=5 Gelijk n=2 Verminderd n=1

Duim abductie dominante hand:

Verbeterd n=6

Gelijk n=2

Niet-dominante hand

Verbeterd n=5

Gelijk n=3

Fijne functionele vaardigheden.

(Bruininks

Oseretsky test of motor proficiency-2, subtest 3)

Verbeterd n=3

Gelijk n=1

Verminderd n=3

NR

NR