Stroomschema - Behandeling van neonatale hypoglycemie

F1

 

Toelichting bij het stroomschema Behandeling van neonatale hypoglycemie

Algemeen

 

Stap 1: Voedingsinterventie

Bij matige asymptomatische hypoglycemie (glucoseconcentratie niet meer dan 0,5 mmol/L onder de interventiegrens) is een voedingsinterventie de eerste stap in de behandeling van neonatale hypoglycemie, mits de enterale voeding goed verdragen wordt:

  1. Frequenter aanleggen bij borstvoeding en bijvoeden met (antenataal) afgekolfde moedermelk.
  2. Indien beschikbaar kan buccale dextrose-gel (200 mg/kg dextrose 40% gel (=0,5 ml/kg)) worden overwogen.
  3. Bijvoeden met voldoende kunstvoeding (koolhydraatintake met 1 tot 2 mg/kg/min ophogen), eventueel per sonde als het kind onvoldoende zelf drinkt maar de voeding wel tolereert.

 

-> Controleer de glucoseconcentratie één uur na de interventie in stap 1.

-> Bij recidiverende hypoglycemie of onvoldoende stijging na een interventie: ga naar stap 2.

 

Stap 2: Continu glucose iv

Iv glucosetoediening is de tweede stap in de behandeling van asymptomatische neonatale hypoglycemie en kan worden overwogen:

 

Initiële dosering bij iv glucosetoediening bij asymptomatische hypoglycemie:

 

-> Controleer de glucoseconcentratie 30 tot 60 minuten na de interventie in stap 2.

-> Bij persisterende of recidiverende hypoglycemie wordt de iv koolhydraatintake verder verhoogd met ten minste 1 tot 2 mg/kg/min (ca. 15 tot 30 ml/kg/dag glucose 10%). Bij een koolhydraatbehoefte hoger dan 10 mg/kg/min worden grotere vervolgstappen aanbevolen (ten minste 2 mg/kg/min). Overweeg nadere diagnostiek naar onderliggende endocriene of metabole stoornissen.

-> Bij recidiverende hypoglycemie of onvoldoende stijging na een interventie: ga naar stap 3.

 

Stap 3: Glucosebolus gevolgd door hoge dosis continu glucose iv

 

-> Controleer de glucoseconcentratie na 30 minuten en beoordeel of er voldoende stijging is.

-> Bij persisterende of recidiverende hypoglycemie na een symptomatische of zeer ernstige hypoglycemie wordt de iv koolhydraatintake met grote stappen verder verhoogd. Hierbij moet een sterkere glucoseconcentratie dan 10% worden gekozen in verband met een maximale hoeveelheid vocht van 120 ml/kg/dag op de eerste dag na geboorte. Een glucoseconcentratie van ≥20% mag uitsluitend via een centraal veneuze lijn worden toegediend.