Indicatoren

In de gezondheidszorg zijn kwaliteit en transparantie belangrijke onderwerpen. Dit is terug te zien in de ontwikkeling van richtlijnen voor medisch handelen en indicatoren om dit handelen te kunnen meten. Deze indicatoren zijn opgesteld bij de richtlijn Visuele beperkingen - verwijzing en revalidatie’ Het is aan het NOG, conform de hieromtrent geldende afspraken, te bepalen of, en welke indicatoren een plaats moeten krijgen in de te registreren indicatoren.

 

Doel van de indicatoren

Het doel van deze indicatoren is het stimuleren van de bekendheid van verwijscriteria bij oogartsen, zodat het verwijsproces bij een mensen met een visuele beperking adequaat en tijdig vormgegeven kan worden. Een adequate en tijdige verwijzing bij mensen met een visuele beperking zal de revalidatie verbeteren.

 

Aanbevelingen

Over de volgende aanbevelingen uit de richtlijn zijn indicatoren opgesteld.

Verwijs de patiënt met een enkelvoudige hulpvraag, die opgelost kan worden met een vergrotend hulpmiddel, naar een low vision specialist.

 

Verwijs de patiënt met een hulpvraag voor revalidatie gericht op visuele beperking naar een centrum voor revalidatie van slechtziende en blinde mensen (of indien aanwezig naar een gecombineerde low vision/revalidatiespreekuur) wanneer sprake is van de volgende waarden, signalen en/of symptomen:

 

Bij verlaagde visus en/of gezichtsveldafwijkingen:

  • visus < 0,3 (voor volwassen en kinderen ouder dan 4 jaar);
  • gezichtsveld < 30 graden dan wel hemianopsie en/of kwadrantanopsie en/of centrale scotoom;
  • leesvisus < 0,25.

 

Bespreek de mogelijkheid voor verwijzing bij een visus > 0,3 als sprake is van:

  • belangrijke stoornissen in de lagere visuele functies (zoals nachtblindheid of lichtovergevoeligheid);
  • stoornissen in de hogere visuele functies (cerebrale visusstoornissen);
  • vermoeden van visuele waarnemingsstoornissen door niet-aangeboren hersenletsel;
  • mentale klachten ten gevolge van een visuele beperking en/of een intensief behandeltraject;
  • een progressieve oogaandoening;
  • een hogere additie van S.+4,00 of meer nodig is voor het lezen/nabij-taken;
  • visusstoornissen waarvoor binnen de instellingen aanvullende diagnostiek mogelijk is;
  • een visueel gerelateerde hulpvraag waarvoor hulpmiddelenverstrekking of revalidatie gepast is;
  • als er sprake is van een duidelijke hulpvraag waarvoor onvoldoende behandelmogelijkheden bestaan in de reguliere oogheelkundige praktijk.

 

Verwijs de patiënt met een complexe hulpvraag voor multidisciplinaire hulp naar een centrum voor revalidatie van slechtziende en blinde mensen.

 

Uitwerking indicatoren

Indicator 1

Verwijzing van mensen met een visuele beperking met een enkelvoudige hulpvraag

Operationalisatie

Is een patiënt met een enkelvoudige hulpvraag, die opgelost kan worden met een vergrotend hulpmiddel naar een low vision specialist doorverwezen?

Type indicator

Procesindicator

Teller

Het aantal patiënten met een enkelvoudige hulpvraag, die opgelost kan worden met een vergrotend hulpmiddel, die is verwezen naar een low vision specialist.

Noemer

Het totaal aantal patiënten met een enkelvoudige hulpvraag, die opgelost kan worden met een vergrotend hulpmiddel.

In- en exclusiecriteria

Inclusiecriteria:

Enkelvoudige hulpvraag, die opgelost kan worden met een vergrotend hulpmiddel

 

Exclusiecriteria:

-

Meetfrequentie

Continu

Verslagjaar

De gegevens worden per kalenderjaar verzameld en opgevraagd tijdens de kwaliteitsvisitatie van het NOG

Rapportagefrequentie

Eén keer per 5 jaar

Meetniveau

Patiëntniveau

 

Indicator 2

Verwijzing van mensen met een visuele beperking met een hulpvraag voor revalidatie

Operationalisatie

Is een patiënt met een hulpvraag voor revalidatie verwezen naar

een centrum voor revalidatie van slechtziende en blinde mensen (of indien aanwezig naar een gecombineerde low vision/ revalidatiespreekuur) wanneer sprake was van een verlaagde visus en/of gezichtsveldafwijkingen:

    • visus < 0,3 (voor volwassen en kinderen ouder dan 4 jaar);
    • gezichtsveld < 30 graden dan wel hemianopsie en/of kwadrantanopsie en/of centrale scotoom;
    • leesvisus < 0,25.

Type indicator

Procesindicator

Teller

Het aantal patiënten met een hulpvraag voor revalidatie, die is verwezen naar een centrum voor revalidatie van slechtziende en blinde mensen (of indien aanwezig naar een gecombineerde low vision/ revalidatiespreekuur).

Noemer

Het totaal aantal patiënten met een hulpvraag voor revalidatie.

In- en exclusiecriteria

Inclusiecriteria:

Hulpvraag voor revalidatie bij een patiënt met een verlaagde visus en/of gezichtsveldafwijkingen:

    • visus < 0,3 (voor volwassen en kinderen ouder dan 4 jaar);
    • gezichtsveld < 30 graden dan wel hemianopsie en/of kwadrantanopsie en/of centrale scotoom;
    • leesvisus < 0,25.

 

Exclusiecriteria:

-

Meetfrequentie

Continu

Verslagjaar

De gegevens worden per kalenderjaar verzameld en opgevraagd tijdens de kwaliteitsvisitatie van het NOG.

 

Vragen die tijdens de kwaliteitsvisitatie aan bod kunnen komen zijn:

  1. Is er een speciaal “low vision spreekuur” binnen uw praktijk?
  2. Indien ja is dit monodisciplinair?
  3. Zo ja hoe is de multidisciplinaire zorg geborgd?  
  4. Indien geen speciaal spreekuur; hoe is de verwijzing van uw patiënten voor “low vision zorg” geregeld?

Rapportagefrequentie

Eén keer per 5 jaar

Meetniveau

Patiëntniveau

 

Indicator 3

Verwijzing van mensen met een visuele beperking met een complexe hulpvraag voor revalidatie

Operationalisatie

Is een patiënt met een complexe hulpvraag voor multidisciplinaire hulp verwezen naar een centrum voor revalidatie van slechtziende en blinde mensen.

Type indicator

Procesindicator

Teller

Het aantal patiënten met een complexe hulpvraag voor multidisciplinaire hulp verwezen naar een centrum voor revalidatie van slechtziende en blinde mensen.

Noemer

Het totaal aantal patiënten met een complexe hulpvraag voor multidisciplinaire hulp

In- en exclusiecriteria

Inclusiecriteria:

Complexe hulpvraag voor multidisciplinaire hulp

 

Exclusiecriteria:

-

Meetfrequentie

Continu

Verslagjaar

De gegevens worden per kalenderjaar verzameld en opgevraagd tijdens de kwaliteitsvisitatie van het NOG.

Rapportagefrequentie

Eén keer per 5 jaar

Meetniveau

Patiëntniveau