Definities en begrippen

Definities specifiek voor de module ‘Minderen en stoppen van medicatie’ zijn hieronder beschreven. Een overzicht van definities en begrippen is te vinden in de overkoepelende MDR Polyfarmacie bij ouderen.

 

Minderen en stoppen van medicatie

Het proces van onder toezicht van een zorgverlener minderen en stoppen van medicatie waarvoor naar de mening van patiënt (of diens vertegenwoordiger) en/of behandelaar onvoldoende indicatie (meer) bestaat of waarvan de balans tussen effectiviteit en veiligheid negatief is geworden.

 

Voorschrijver

Tot het voorschrijven van UR-geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder s, van de Geneesmiddelenwet zijn bevoegd: artsen, tandartsen, verloskundigen, verpleegkundigen en physician assistants. Voor de laatste 3 categorieën is de voorschrijfbevoegdheid bij wet beperkt (artikel 36 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). Voor deze module zal onder ‘voorschrijver’ veelal een arts worden verstaan; verpleegkundig specialisten en physician assistants kunnen een zelfstandige rol hebben voor zover zij de medische protocollen en standaarden ter zake volgen en de betreffende UR-geneesmiddelen binnen hun deskundigheidsgebied vallen.

 

Apotheker

Beroepsbeoefenaren die op grond van artikel 23 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg bevoegd zijn geneesmiddelen te bereiden, te bewaren onder de juiste omstandigheden, ter hand te stellen, patiënten aan wie geneesmiddelen ter hand worden gesteld te adviseren over het gebruik daarvan en het gebruik van de ter hand gestelde geneesmiddelen te bewaken. Onder de term ‘apotheker’ vallen in deze richtlijn de ziekenhuisapotheker, de apotheker werkzaam in de poliklinische apotheek, de apotheker werkzaam in de eerste lijn en de apotheekhoudend huisarts.