Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de richtlijn

Developmental dysplasia of the hip (DDH) is een veel voorkomende aandoening bij jonge kinderen. In Nederland ontwikkelt 3 tot 4% van de kinderen in de leeftijdsperiode tot zes maanden DDH (Boere-Boonekamp, 1996). De incidentie van heupluxatie is één tot twee per duizend. In de richtlijn wordt heupdysplasie gedefinieerd als Graf IIb en IIC en wordt heup(sub)luxatie gedefinieerd als Graf D, Graf III en Graf IV. Kinderen met een verhoogde kans op DDH worden doorverwezen voor een echo om te controleren of er sprake is van DDH. Recent heeft het Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg een JGZ-richtlijn Heupdysplasie (2018) ontwikkeld. Er ontbrak nog een richtlijn voor de tweedelijnszorg voor deze patiëntengroep. Op dit moment is er diversiteit in de diagnostisering en behandeling van DDH in Nederland. Eenduidige definities van ernst en gelijke behandeling maken niet alleen de kwaliteit van zorg beter maar geven ook rust bij ouders en families van kinderen met DDH.

 

Doel van de richtlijn

Het doel van de richtlijn is om een meer eenduidige en uniforme diagnostiek en behandeling te verkrijgen voor kinderen onder één jaar met DDH.

 

Afbakening van de richtlijn

Het gaat in deze richtlijn om kinderen tot de leeftijd van één jaar met DDH. Het gaat om kinderen waarbij het heupgewricht niet goed ontwikkeld is.

 

Het gaat binnen deze richtlijn niet om kinderen met andere onderliggende medische problematiek die de DDH (mede) veroorzaakt heeft, zoals neuromusculaire aandoeningen. Hiervoor wordt verwezen naar andere bestaande richtlijnen.

 

De richtlijn gaat verder waar de JGZ-richtlijn Heupdysplasie (2018) eindigt. Dit is dus vanaf het moment waarop de patiënt wordt doorgestuurd vanuit de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) bij risicofactoren kenmerkend voor DDH uit de anamnese en/of lichamelijk onderzoek. In geval van bevestigde DDH komt de patiënt in aanmerking voor verdere behandeling.

 

De richtlijn omvat de volgende onderwerpen:

• Organisatie van zorg.
• Diagnostiek en classificatie van DDH.
• Timing van screening voor DDH.
• Behandeling stabiele DDH.
• Behandeling heupluxaties en instabiele heupen (Graf D):
  • met spreidvoorziening;
  • met gesloten heuprepositie;
  • met open heuprepositie;
  • nabehandeling met gipsbroek.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met (een verhoogde kans op) DDH, namelijk de kinderorthopeden, kinderradiologen, gipsverbandmeesters en instrumentmakers.

 

Literatuur

Boere-Boonekamp, M. M. (1996). Screening for developmental dysplasia of the hip: a cohort study to evaluate the screening protocol for early detection of developmental dysplasia of the hip in the Dutch Infant Health Care programme. PhD Thesis Enschede: Universiteit Twente.

Konijnendijk, A. A. J., Deurloo, J. A., Lanting, C. I., & Boere-Boonekamp, M. M. (2018). JGZ-richtlijn Heupdysplasie. JGZ Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg, 50(4), 76-81.