Implementatieplan

Implementatieplan bij module 1

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Voer DDH behandeling uit in een kinderorthopedisch netwerk met een DDH behandelteam dat voldoet aan de gestelde criteria.

1 tot 3 jaar

Geen

Uitgebreider implementatiedocument over de netwerkzorg rondom DDH.

De werkgroep is van mening dat de volgende elementen in dit document zouden moeten terugkomen:

-Uitbreiding van minimale criteria waaraan een kinderorthopedisch netwerk met een DDH behandelteam moet voldoen.

-Publicatie (openbaar) van kinder-orthopedische netwerken met DDH-behandelteams

Kennis van de richtlijn

Vaststellen van criteria binnen tijdspad

 

Verspreiden richtlijn

NOV

-

Verwijs kinderen met een verdenking DDH (zie overwegingen en JGZ-richtlijn, 2018) door voor een echografisch onderzoek.

 

Bij een afwijkende echo, verwijs door naar een kinderorthopedisch netwerk met DDH behandelteam binnen twee weken.

 

Maak lokale afspraken over snelle doorverwijzing en terugkoppeling.

1 tot 3 jaar

Geen

Uitgebreider implementatieplan over de netwerkzorg rondom DDH (zie hierboven)

Kennis van de richtlijn

Vaststellen van criteria binnen tijdspad

Verspreiden richtlijn

NOV

-

De orthopedisch chirurg van het DDH-behandelteam is hoofdbehandelaar.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

-

Verspreiden richtlijn

NOV

-

Houd tijdens en na de behandeling contact met de ouders/verzorgers over de voortgang van de behandeling en de periodieke controles.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

-

Verspreiden richtlijn

NOV

-

Verwijs ouders/verzorgers naar een betrouwbare website met informatie over DDH en geef eventueel een folder of de bestaande folder van de Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling (VAH) mee.

 

Zorg voor een aanspreekpunt voor ouders/verzorgers over niet-medische vragen in een DDH-behandelteam of binnen het kinderorthopedisch netwerk 

< 1 jaar

Geen

Kennis van voorlichting websites

Kennis van de richtlijn

Aanpassen van websites zodra kinderorthopedische netwerken met DDH-behandelteams aangewezen zijn.

Aanpassen van brochures in ziekenhuizen

Verspreiden richtlijn

 

 

VAH

NOV

-

 

Implementatieplan bij module 2

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Verricht een echografie van de heup bij kinderen verdacht voor DDH jonger dan één jaar, totdat echografisch onderzoek volgens Graf-methode niet meer kan.

 

Daarna is röntgendiagnostiek een geschikt alternatief.

< 1 jaar

Geen of minimaal

Kennis van de richtlijn

-

Verspreiden richtlijn

Eventueel extra scholing

NOV en NVvR

 

Ziekenhuizen

-

Gebruik Graf echografie voor de diagnostiek van de heup bij kinderen verdacht voor DDH jonger dan één jaar.

< 1 jaar

Geen of minimaal

Radioloog met kennis van Graf-methode

Kennis van de richtlijn

-

Verspreiden richtlijn

Eventueel extra scholing

NOV en NVvR

Ziekenhuizen

-

 

Implementatieplan bij module 3

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie: < 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Verricht echografisch onderzoek voor DDH:

  • Bij een belaste familieanamnese, stuitligging na week 32 van de zwangerschap en/of tijdens bevalling: bij een leeftijd van drie maanden.
  • Bij een afwijkend lichamelijk onderzoek van de heupen (abductie < 70 graden, een abductieverschil van ≥ 20 graden, en/of een duidelijk zichtbaar kniehoogteverschil): binnen twee weken na verwijzing*.

 

*verwijzing voor lokale echo, ongeacht leeftijd, uitgaande van voldoende heupecho-expertise. Bij afwijkende echo verwijzen naar een kinderorthopeed in een kinderorthopedisch netwerk met DDH behandelteam.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

Afstemming met JGZ over aanpassing doorverwijzing bij afwijkend lichamelijk onderzoek.

 

Vanuit JGZ is signaal binnen gekomen dat in sommige regio’s er problemen zijn met de volgende voorwaarden:

1) goede afspraken over snel terecht kunnen voor een echo (binnen 2 weken)

2) goede afspraken over rechtstreekse verwijzing vanuit radiologie naar een (kinder) orthopeed bij afwijkende bevindingen op de echo.

Verspreiden richtlijn

NOV en JGZ

 

 

Implementatieplan bij module 4

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Voer initieel een afwachtend beleid bij kinderen van drie maanden oud met de diagnose stabiele DDH.

 

Overweeg te starten met behandelen als de heup echografisch niet verbetert na zes of niet normaliseert na twaalf weken.

< 1 jaar

 

Geen

Kennis van de richtlijn

 

Verspreiden richtlijn

NOV

 

Kies bij behandeling van een kind onder de zes maanden met stabiele DDH op herhaalde echografie voor de Pavlik-bandage als spreidvoorziening. Behandel kinderen boven zes maanden met een andere type spreidvoorziening als het kind de Pavlik niet meer goed verdraagt.

< 1 jaar

 

Geen

Kennis van de richtlijn

Kennis aanwezig om Pavlik-bandage aan te meten/bij te stellen

Inkoopbeleid van ziekenhuis voor Pavlik-bandage

 

Verspreiden richtlijn

NOV

 

Controleer kinderen onder één jaar met stabiele DDH iedere zes weken met echografisch onderzoek totdat de heup is genormaliseerd.

 

Controleer met voor-achterwaartse röntgenfoto’s van het bekken wanneer echografisch onderzoek niet meer betrouwbaar is (i.e. te grote ossificatiekern, meestal boven de leeftijd van negen maanden).

< 1 jaar

 

Geen

Kennis van de richtlijn

 

Verspreiden richtlijn

NOV

 

Staak de spreidvoorziening bij normalisatie van de heup of bij een leeftijd van één jaar.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

 

Verspreiden richtlijn

NOV

 

 

Implementatieplan bij module 5

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Behandel patiënten met heupdysplasie Graf D, III en IV, initieel met een Pavlik-bandage.

 

Tijdens de behandeling met een Pavlik-bandage wordt geleidelijk opgebouwd tot zover de heup dit toelaat tot een maximale flexie van de heup van 90 graden met de maximale abductie die het kind toelaat daarbij wordt de functie van de n. femoralis gecontroleerd.

< 1 jaar

Geen

Kennis aanwezig om Pavlik-bandage aan te meten/bij te stellen

Inkoopbeleid van ziekenhuis voor Pavlik-bandage

Kennis van de richtlijn

 

Verspreiden richtlijn

NOV

 

Controleer patiënten met heupdysplasie Graf D, III of IV, jonger dan één jaar, onder behandeling met een spreidvoorziening, met een echo van de heup na drie tot vier weken, en na maximaal zes tot acht weken behandeling om te beoordelen of een gecentreerde en stabiele heup bereikt is.

 

Controleer de patiënt gedurende deze periode na één week, drie tot vier weken en zes tot acht weken klinisch, voor het bijstellen van de Pavlik-bandage en de beoordeling van de heupfunctie.

< 1 jaar

Geen

Kennis aanwezig om Pavlik-bandage bij te stellen

Kennis van de richtlijn

 

Verspreiden richtlijn

NOV

<1 jaar

 

Implementatieplan bij module 6

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Behandel patiënten met Graf D/III/IV DDH, indien een gesloten heuprepositie belemmerd wordt door een beperkte heupabductie, bij voorkeur aanvullend met een adductorentenotomie.

< 1 jaar

Geen of weinig

Kennis van de richtlijn

Gewoonte bij sommige behandelaars om tractiebehandeling uit te voeren.

Gebrek aan kennis bij de specialist over adductorentenotomie

Verspreiden richtlijn

Centralisatie (operatieve) behandeling DDH en/of luxaties

 

NOV

 

Adductorentenotomie is een eenvoudige procedure voor DDH-behandelaars; logistiek voor adductorentenotomie is al aanwezig in DDH-behandelcentra, en leidt niet tot extra kosten of middelenbeslag; de meeste DDH-behandelaars voeren deze procedure reeds uit; derhalve geen problemen/vertraging bij implementatie te verwachten

 

Implementatieplan bij module 7

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Wanneer er een indicatie is voor een open repositie van de geluxeerde heup bij patiënten met Graf D/III/IV DDH, verricht deze met een anterieure (direct of anterolateraal),  of mediale chirurgisch benadering, gebaseerd op de voorkeur, opleiding en ervaring van de behandelend orthopedisch chirurg.

<1 jaar

Geen of weinig

Kennis van de richtlijn

Behandelaars die gewend zijn om een andere benadering toe te passen dan mediaal, anterieur, of anterolateraal

Verspreiden richtlijn

NOV

Open repositie dient in principe gecentraliseerd, in een kinderorthopedisch netwerk met DDH behandelteam, plaats te vinden. Kennis en ervaring voor open reposities via mediale, anterieure, of anterolaterale benadering is in deze centra reeds aanwezig; derhalve geen problemen/vertraging bij implementatie te verwachten; tevens derhalve geen sprake van extra kosten of middelenbeslag.

 

Implementatieplan bij module 8

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:

< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

Behandel een kind na een gesloten of open heuprepositie met een gipsbroek gedurende drie maanden.

 

Bepaal de “safe zone” en positioneer de heup in 90 graden flexie met zoveel abductie als nodig is om de heup stabiel te houden.

 

Wissel de gipsbroek niet standaard halverwege de behandelduur.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

-

Verspreiden richtlijn

NOV

 

-

Controleer de stand van de heupen tijdens en na de repositie (gesloten of open) in gipsbroek bij voorkeur met een anterieure echo.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

-

Verspreiden richtlijn

NOV

 

-

Overweeg nabehandeling met een spreidvoorziening tot de leeftijd van 1 jaar, indien op beeldvorming na afname van de gipsbroek restdysplasie wordt gezien.

 

Bij twijfel over de juiste positie van de heup, maak een CT-scan met korte coupes.

 

Daarna is MRI een geschikt alternatief.

< 1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn

-

Verspreiden richtlijn

NOV

 

-

1 Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land met betrekking tot de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, et cetera.

2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan controleren aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de richtlijn, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.

3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal tevens afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang.