Kennislacunes

Module Diagnostische zenuwwortelblokkade:

Wat is de toegevoegde diagnostische waarde van een diagnostische zenuwwortelblokkade ten opzichte van alleen MRI voor het bepalen van de symptomatische zenuwwortel?

 

Toelichting: Voor de uitkomstmaten sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde en negatief voorspellende waarde lijkt er enige evidence te zijn, voor de uitkomstmaten terugkeer naar werk en functionele verbetering zijn er helemaal geen studies gevonden.

 

Module Interdisciplinaire revalidatie

Leiden interdisciplinaire revalidatie- en/of arbeidsre-integratieprogramma tot betere uitkomsten dan monodisciplinaire revalidatie- en arbeidsre-integratieprogramma of conservatieve behandelingen bij patiënten met LRS?

 

Op dit moment zijn er geen RCT’s bekend die de effecten van interdisciplinaire pijnrevalidatie of multidisciplinaire arbeidsre-integratie bij LRS onderzocht hebben. RCT’s waarin deze therapievormen vergeleken worden met standaardzorg zijn wenselijk. Ook kunnen de inclusiecriteria van toekomstige RCT’s bij chronische lage rugpijn worden aangepast zodat ook patiënten met LRS worden meegenomen en subgroep-analyses gedaan kunnen worden. Een dergelijke kennislacune is enige tijd geleden al geformuleerd, dit heeft tot op heden nog niet geleid dat er een onderzoek is opgezet. Dit had onder andere te maken met de lage incidentie van deze patiënten in revalidatiecentra, beschikbare financiële middelen en de vereisten die deelname aan de studie met zich meenemen (reguliere behandelprotocol kan niet gevolgd worden).

 

Uitkomstmaten bij een toekomstig onderzoek zouden moeten zijn:

 

Module Fysiotherapie & Oefentherapie

Wat is de effectiviteit van McKenzie-therapie vergeleken met afwachtend beleid bij patiënten met (acute) LRS, onderzocht in een RCT?

 

Toelichting: McKenzie-therapie lijkt tot op heden uitsluitend onderzocht te zijn in observationele studiedesigns. Een goed uitgevoerde RCT zou meer bewijskracht moeten leveren voor deze interventie. Er is onlangs een studieprotocol gepubliceerd over een RCT die naar dit onderwerp wordt uitgevoerd:

 

Mutubuki EN, van Helvoirt H, van Dongen JM, et al. Cost-effectiveness of combination therapy (Mechanical Diagnosis and Treatment and Transforaminal Epidural Steroid Injections) among patients with an indication for a Lumbar Herniated Disc surgery: Protocol of a randomized controlled trial. Physiother Res Int. 2020;25(1):e1796. doi:10.1002/pri.1796

 

De resultaten van deze RCT zullen in een herziening van de module moeten worden meegenomen.

 

Module PRF

Leidt Pulsed Radio Frequente (PRF) behandeling tot betere uitkomsten bij patiënten met een LRS in de acute fase?

 

Module Orale Medicatie

Welke combinaties van medicijnen, strategieën of cocktails leiden tot betere resultaten dan afzonderlijke medicijnen?

 

Module Epidurale steroïdinjecties

Leiden epidurale steroïdinjecties tot betere uitkomsten bij patiënten met LRS vergeleken met usual care?

 

Toelichting: De ‘PLUS studie’ (Preventing LUmbar Disc Surgery) onderzoekt de effectiviteit en kosteneffectiviteit van een combinatietherapie waar injecties en speciale vorm van fysiotherapie worden gecombineerd, met als doel het aantal hernia operaties te laten dalen.

 

De ‘PLUS studie’ (projectnummer 843001701) in onderdeel van het programma Doelmatigheidsonderzoek van ZonMW en wordt gecoördineerd door het EMGO Instituut van het VU/VU Medisch Centrum. Looptijd van dit project is 2016 tot 2019, de resultaten worden eind 2019 verwacht.

 

De STAR-trial (STeroids Against Radiculopathy) onderzoekt de effectiviteit en kosteneffectiviteit van tweedelijnsbehandeling (pijnmedicatie +- fysiotherapie en epidurale injectie) ten opzichte van eerstelijnsbehandeling (pijnmedicatie +- fysiotherapie) bij patiënten met een acuut LS radiculair syndroom (< 8 weken).

 

De STAR-trial (NTR 4457) wordt uitgevoerd door neurologen en anesthesiologen van OLVG, Amsterdam en ZMC, Zaanstad en wordt methodologisch ondersteunt door onderzoeksinstituut Amsterdam Movement Sciences van de Vrije Universiteit. De studie is gestart in 2016. Resultaten worden in 2020 verwacht (Ter Meulen, 2017).