Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de richtlijn

De ziekte van Parkinson is een veelvoorkomende aandoening. Na de ziekte van Alzheimer is het de meest frequente neurodegeneratieve aandoening. Schattingen over de exacte incidentie en prevalentie in Nederland lopen enorm uiteen. In 2017 waren 33.500415 patiënten met parkinson en 16.500 patiënten met parkinsonisme onder behandeling van een neuroloog (ParkinsonNet in cijfers, 2018). Verwacht wordt dat de prevalentie de komende jaren fors zal toenemen door de vergrijzing, trends in overleving en industrialisatie (Dorsey, 2018).

 

De ziekte van Parkinson is een complexe en voor veel patiënten een bijzonder invaliderende aandoening. De ziekte van Parkinson wordt zeker niet alleen gekenmerkt door motorische symptomen, zoals stijfheid, traagheid, tremor en klachten over het lopen en de balans, maar meestal nog meer door de niet-motorische symptomen, zoals cognitieve achteruitgang, stemmings- en angstklachten, slaapstoornissen, en autonome dysfunctie. Het beloop is chronisch progressief, wat betekent dat al bestaande symptomen in ernst toenemen, en dat zich in de loop van de tijd nieuwe ziektemanifestaties kunnen voordoen. Een zorgvuldige diagnostiek en een goede behandeling zijn essentieel voor deze chronisch progressieve aandoening, niet alleen voor de patiënt zelf, maar ook voor diens naasten. Deze diagnostiek en behandeling worden momenteel geleverd door een breed scala aan zorgverleners, in zowel de eerste lijn, de tweede lijn (waaronder zorgverleners in algemene en academische ziekenhuizen), als de derde lijn (waaronder zorgverleners in Parkinson-expertisecentra, revalidatiecentra, verpleeg- en verzorgingshuizen). Richtlijnen kunnen daarbij sturing geven aan het diagnostisch en therapeutisch proces.

 

In 2010 is de multidisciplinaire richtlijn ziekte van Parkinson gepubliceerd. Deze richtlijn was toe aan een modulaire herziening. Een aantal modules was verouderd en daarnaast bestond er de wens om nieuwe richtlijnmodules te ontwikkelen. Tevens zijn in de afgelopen jaren meerdere disciplines, zoals physician assistants en verpleegkundig specialisten, deel uit gaan maken van het multidisciplinaire team. Daarom is het merendeel van richtlijnmodules herzien. De voorliggende modulaire richtlijn heeft een andere opbouw gekregen, waarin voornamelijk wordt gericht op de behandeling van motorische en niet-motorische klachten. Daarnaast is er aandacht voor psychosociale factoren, palliatieve zorg en de netwerkzorg rondom de ziekte van Parkinson. Ook komt de diagnostiek aan de orde. Beeldvorming bij parkinson (NVNG, 2019) is in een apart richtlijntraject beschreven, maar sluit aan bij de voorliggende richtlijn.

 

Naast de multidisciplinaire richtlijn zijn er monodisciplinaire richtlijnen op het gebied van de ziekte van Parkinson beschikbaar, zoals:

 

Doel van de richtlijn

Doel van deze herziening is om een richtlijn te verkrijgen waarin de meest recente kennis omtrent de zorg voor patiënten met ziekte van Parkinson wordt meegenomen.

 

Afbakening van de richtlijn

Het betreft een multidisciplinaire richtlijn, gericht op de medisch-specialistische zorg voor alle patiënten met de ziekte van Parkinson. In de richtlijn zijn een aantal onderwerpen opgenomen over het psychosociaal en maatschappelijk functioneren. De keuze voor de onderwerpen is gebaseerd op knelpunten die in praktijk spelen. Een deel van de modules uit de richtlijn uit 2010 is integraal overgenomen. Daarnaast zijn een aantal modules uit de vorige richtlijn vervallen.

 

Hieronder worden alle onderwerpen genoemd van de nieuwe richtlijn ziekte van Parkinson. De modules die integraal zijn overgenomen uit de richtlijn uit 2010, zijn in grijs gedrukt. De voorliggende richtlijn vervangt hiermee geheel de oude richtlijn.

 

De huidige richtlijn bevat de volgende onderwerpen:

 

Modules die komen te vervallen en dus geen deel meer uitmaken van de huidige richtlijn:

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met de ziekte van Parkinson.

 

Literatuur

Dorsey ER, Sherer T, Okun MS, Bloem BR. The Emerging Evidence of the Parkinson Pandemic. J

Parkinsons Dis. 2018;8(s1):S3-S8. doi: 10.3233/JPD-181474. PubMed PMID: 30584159; PubMed Central PMCID: PMC6311367.

ParkinsonNet in cijfers https://www.parkinsonnet.nl/media/15358240/parkinsonnet_ in_cijfers__paramedische_zorg_2010-2018.pdf