Algemene inleiding

De oude richtlijn (2011) werd voor het grootste deel herzien. Na een consultatiefase en een knelpuntenanalyse werden eerst onderwerpen voor inhoudelijke aanpassing geprioriteerd. De geprioriteerde onderwerpen, werden modulair (= PICO-uitgangsvraag- onderbouwing- antwoord) aangepakt waarbij bewijsvoering in de wetenschappelijke literatuur middels GRADE-systematiek werd geëvalueerd. Samen met andere overwegingen leidde deze geëvalueerde bewijsvoering vervolgens tot de aanbevelingen in de nieuwe richtlijn.

 

Niet alle delen van de oude richtlijn (2011) zijn dus aangepast. Echter, mits door de werkgroepen nog als courant beoordeeld, is het wel de bedoeling dat deze inhoud van de oude richtlijn in modulaire vorm in de richtlijnendatabase wordt opgenomen.

 

De herziening van de geprioriteerde vragen in de richtlijn is opgesplitst in zes deelprojecten:

  1. Laboratoriumaspecten
  2. Transfusie beleid bij de niet acuut bloedende patiënt
  3. Trombocytentransfusies;
  4. Plasmatransfusies;
  5. Transfusiereacties en gerelateerde aandoeningen.
  6. Bloedingen en bloedbesparende technieken

 

In de huidige autorisatiefase worden de producten van de eerste drie uitgevoerde deelprojecten ter autorisatie aan u voorgelegd.

De producten van deelprojecten Plasmatransfusies en Transfusiereacties en gerelateerde aandoeningen worden in juni 2019 voorgelegd voor commentaar. De producten van het deelproject bloedingen en bloedbesparende technieken worden na de zomer van 2019 aan u voorgelegd voor commentaar.

 

Bij de volgende commentaarfases worden een aantal vragen die in de eerste fase zijn nog niet meegenomen zijn nog toegevoegd aan de eerste drie modules:

Laboratoriumaspecten:

Transfusie beleid bij de niet acuut bloedende patiënt

Trombocytentransfusies:

 

Aanleiding voor het maken van de richtlijn

De richtlijn Bloedtransfusiebeleid is de eerste richtlijn die onder auspiciën van de Medisch Wetenschappelijke Raad van het CBO in 1982 tot stand kwam. Nadien hebben er meerdere revisies plaatsgevonden. Daarmee is deze richtlijn uitgegroeid tot een standaardwerk dat door iedereen in de bloedtransfusiewereld als leidraad wordt beschouwd.

 

De laatste revisie van deze richtlijn werd in 2011 uitgebracht. Een deel van de literatuur en aanbevelingen in deze richtlijn zijn inmiddels aan herziening toe. In 2016 zijn daarom verschillende werkgroepen gestart met de modulaire herziening van de richtlijn bloedtransfusiebeleid van 2011. Daarnaast zal de richtlijn zo worden ingedeeld dat deze opgenomen kan worden in de Richtlijnendatabase. Dit zal de vindbaarheid van onderwerpen in de richtlijn, als ook de samenhang met andere richtlijnen en andere documenten (door middel van links) verbeteren en toekomstig (modulair) onderhoud van de richtlijn beter mogelijk maken.

 

Doel van de richtlijn

De doelstelling van de herziening is het updaten van de multidisciplinaire richtlijn bloedtransfusiebeleid uit 2011, waarbij nieuwe onderzoeksgegevens, onderwerpen die zijn blijven liggen en ontwikkelingen in het maatschappelijk debat op relevantie worden beoordeeld en in de richtlijn worden verwerkt.

 

Afbakening van de richtlijn

Daar het gaat om een zeer omvangrijke richtlijn, en slechts een beperkt aantal modules kan worden herzien, was prioritering noodzakelijk. Voor de modules die zijn herzien is een systematische literatuuranalyse uitgevoerd, waarna de werkgroep de overwegingen en aanbevelingen hebben opgesteld. De modules die geen prioriteit hebben gekregen zullen nog worden her-beoordeeld en worden teruggetrokken of inhoudelijk ongewijzigd op de richtlijnendatabase.nl worden opgenomen.

 

Ten aanzien van de prioritering heeft de werkgroep er voor gekozen uitgangsvragen voor de klinische praktijk prioriteit te geven. In de richtlijn van 2011 zijn ook een aantal modules opgenomen die niet direct aanbevelingen voor de klinische praktijk bevatten. Deze modules worden dan ook niet herzien:

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zogenoemde bloedtransfusieketen. Hierbij kunnnen de volgende handelingen onderscheiden worden: het bepalen/ stellen van de indicatie voor het transfunderen van bloedproducten, het tijdig bestellen van de juiste hoeveelheid en type bloedproducten, het doen van de benodigde diagnostiek voor, de controles tijdens en het monitoren van de beoogde en eventueel onbedoelde effecten na de bloedtransfusie zelf.