Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de richtlijn

Aanleiding voor het herzien van de richtlijn

In Nederland worden er een groeiend aantal borstvergrotende operaties per jaar uitgevoerd met behulp van een borstprothese om esthetische redenen.

 

De richtlijn Borstvergroting (2014) is aan herziening toe aangezien deze richtlijn is verouderd en niet opgesteld volgens de huidige standaard en werkwijze (richtlijnen 2.0). Ontwikkelingen vanuit wetenschappelijk onderzoek, alsmede de informatie die volgt uit de in april 2015 gestarte registratie van borstprotheses in Nederland, geven aanleiding tot het herzien en opnieuw toetsen van deze richtlijn. Onderzoek omtrent de relatie tussen borstprotheses, Breast Implant Associated - Anaplastic Large Cell Lymphoma (BIA-ALCL) en onbegrepen systemische klachten en de tegenstrijdigheden in deze onderzoeken hebben de voorlichtende functie van de specialist bemoeilijkt. De discussie is maatschappelijk relevant. Er is een breed gedragen behoefte aan een eenduidig antwoord op het gebied van veiligheid van protheses.

 

Doel van de richtlijn

Doel van de herziening

Het doel is de ontwikkeling van een multidisciplinaire evidence-based richtlijn voor borstprothese chirurgie voor cosmetische redenen. De richtlijn Mammareconstructie is in 2015 volledig herzien, echter is er geen literatuursearch gedaan wat betreft de specifieke veiligheid van borstprotheses.

 

De herziening van de richtlijn zal hulp bieden bij het ordenen en samenvatten van wetenschappelijk bewijs wat betreft de voornaamst optredende knelpunten bij borstprothese chirurgie om esthetische redenen. Op basis hiervan zal een aanbeveling voor het te voeren beleid worden opgesteld zodat de geleverde zorg, kwaliteit, veiligheid en effectiviteit geoptimaliseerd wordt. Tevens zal er aandacht zijn voor antibioticagebruik en radiologische follow-up. Daarnaast is er behoefte aan voorlichtingsmateriaal voor de cliënt. Het is van het grootste belang dat de esthetische cliënt haar keuze kan onderbouwen op basis van voorlichting die zij ontvangt van de behandelaar, een proces waarbij deze richtlijn de leidraad zal zijn. Zorgkosten die hieruit voortvloeien kunnen worden beperkt, te denken valt aan een advies in antibioticabeleid en radiologische follow-up.

 

De centrale onderwerpen bij de ontwikkeling van de richtlijn Borstprothesechirurgie zijn:

  1. Veiligheid borstprotheses.
  2. Voorlichtingsmateriaal voor de esthetische cliënt.
  3. Type prothese.
  4. Infectiepreventie bij borstprothese chirurgie.
  5. Beleid bij infectie.
  6. Radiologische follow-up bij borstprothese chirurgie.

 

Afbakening van de richtlijn

Om welke patiëntengroep gaat het?

De patiëntenpopulatie bestaat uit cliënten met een (wens tot plaatsing van een) borstprothese uit esthetische overwegingen. Het plaatsen van borstprotheses om reconstructieve redenen valt buiten deze richtlijn. Hiervoor is gekozen omdat dit twee verschillende patiëntengroepen zijn, die niet onder één noemer kunnen worden samengevoegd.

 

Om welke borstprotheses gaat het?

Deze richtlijn heeft alleen betrekking op borstprotheses met een CE-certificering.

 

In het voortraject van de ontwikkeling van de richtlijn zal moeten worden bekeken of bepaalde knelpunten/vragen voorkomen bij de gehele populatie van mensen met een prothese, of dat bepaalde risico’s zich enkel voordoen bij specifieke subgroepen.

 

Wat zijn de mogelijke interventies/therapieën of (diagnostische) testen?

 

In de analyse van de knelpunten is het belangrijk om mee te wegen in hoeverre bovenstaande onderwerpen afhankelijk zijn van:

 

Wat zijn de belangrijkste en voor de cliënt relevante uitkomstmaten?

Voor de cliënt is de volgende informatie van belang:

Het is van belang dat de cliënt haar keuze kan onderbouwen op basis van de voorlichting die zij ontvangt van de behandelaar. De informatie uit de chirurgische bijsluiter zal worden gebruikt als input voor het opstellen van een patiëntenfolder in B1 taalniveau. Verder zal informatieverstrekking via thuisarts.nl beschikbaar zijn.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

De richtlijn is primair bedoeld voor behandelend medisch specialisten en andere zorgprofessionals die betrokken zijn bij de bij zorgverlening rondom borstprothese chirurgie; plastisch chirurg, algemeen chirurg, patholoog, radioloog, microbioloog, psycholoog en andere betrokken zorgverleners. Tevens zal er een breed draagvlak vanuit de betrokken patiëntenorganisaties zijn.

 

Definities en begrippen

Wat zijn de belangrijkste definities die in deze richtlijn gebruikt worden?

Patiënt: in principe wordt in deze richtlijn gesproken over een gezonde vrouw die wel/niet de keus maakt om een borstvergrotende operatie middels een borstprothese te ondergaan. Het betreft dus geen persoon die een ziekte, aandoening of letsel heeft, aldus is gekozen om het woord patiënt niet te gebruiken. Daarnaast is het zo dat binnen de genderchirurgie tevens mannen een borstprothese operatie ondergaan wanneer zij in een transitie-traject zitten naar vrouw. Daarom is ook hier gekozen om het woord vrouw te gebruiken.

 

Aangezien het om niet-medische behandelingen gaat kan men ook spreken van cliënt.

 

Definities:

 

Literatuurlijst

NVPC Richtlijn Borstvergroting (2014) URL: https://www.nvpc.nl/uploads/stand/NVPC140404DOC-FN-Richtlijn_borstvergroting_herziene_versie_4_april_2014131.pdf Bezocht op 8 januari 2020.