Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn ‘borstprothesechirurgie’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de hiervoor opgestelde zoekvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module 1 Veiligheid van een prothese

Wat zijn de (on)gunstige effecten van een cosmetisch borstprothese vergeleken met geen borstprothese bij volwassen vrouwen?

 

Zijn er specifieke risicogroepen voor verschillende complicaties, waaronder BIA-ALCL en onbegrepen systemische klachten?

 

Module 2: Voorlichting

Geen kennislacunes.

 

Module 3: Type prothese

Submodule 3.1 Vulling van de prothese

Wat zijn de (on)gunstige effecten van een borstprothese met siliconevulling vergeleken met een borstprothese met een zoutoplossing (saline) bij volwassen vrouwen met een cosmetische borstprothese?

 

Submodule 3.2 Envelop van de prothese

Wat zijn de (on)gunstige effecten van een borstprothese met gladde envelop vergeleken met een borstprothese met een getextureerde envelop bij volwassen vrouwen met een cosmetische borstprothese?

 

Module 4: Infectiepreventie

Submodule 4.1 Preoperatieve antibiotica

  1. Wat zijn de (on)gunstige effecten van antibioticagebruik rondom de operatie bij het plaatsen van een borstprothese voor cosmetische redenen in vergelijking met geen antibiotica gebruik?
  2. Wat zijn de (on)gunstige effecten van kortdurend antibioticagebruik (max. 24 uur) rondom de operatie bij het plaatsen van een borstprothese voor cosmetische redenen in vergelijking met langdurig antibioticaduur van >24 uur?
  3. Wat is de daadwerkelijke incidentie van postoperatieve infectie van borstprothesen en hoe varieert deze tussen verschillende klinieken?
  4. Is er toegevoegde waarde van peri-operatieve antibiotica indien infectiepercentages van klinieken hoger liggen?

 

Submodule 4.2 Deurbewegingen en handschoenenwissel

  1. Wat zijn de (on)gunstige effecten van extra aandacht voor deurbewegingen rondom de operatie bij het plaatsten van een borstprothese voor cosmetische redenen in vergelijking met geen extra aandacht voor deurbewegingen?
  2. Wat zijn de (on)gunstige effecten van het wisselen van handschoenen tijdens de operatie bij het plaatsten van een borstprothese voor cosmetische redenen in vergelijking met het niet wisselen van de handschoenen?

 

Submodule 4.3 Gebruik van een sleeve en afdekken tepels

  1. Wat zijn de (on)gunstige effecten van het gebruik van een sleeve tijdens het plaatsen van een borstprothese voor cosmetische redenen in vergelijking met het niet gebruiken van een sleeve?
  2. Wat zijn de (on)gunstige effecten van het gebruik van nipple shields tijdens het plaatsen van een borstprothese voor cosmetische redenen in vergelijking met het niet gebruiken van een sleeve?

 

Submodule 4.4 Spoelen van de holte

Leidt het spoelen van de holte voorafgaand aan plaatsing van een borstprothese met povidon jodium oplossing of een andere antibiotische of antiseptische oplossing tot minder infecties na een borstprothese operatie?

 

Module 5: Beleid bij infectie

Wat zijn de (on)gunstige effecten van behandeling met antibiotica versus het direct verwijderen van de prothese als er een verdenking is op een infectie?

 

Module 6: Radiologische follow-up

  1. Wat zijn de (on)gunstige effecten van radiologische screening versus geen radiologische screening bij vrouwen met een cosmetische borstprothese?
  2. Wat zijn de gezondheidsrisico's van een lekkend (of zwetend) borstprothese bij vrouwen met een cosmetische borstprothese?