Samenvatting

In deze samenvatting ontbreken het wetenschappelijk bewijs en de overwegingen die tot de aanbevelingen geleid hebben. Lezers van deze samenvatting worden voor deze informatie verwezen naar de volledige richtlijn. Deze samenvatting van aanbevelingen staat niet op zichzelf. Bij medische besluitvorming dient rekening te worden gehouden met de omstandigheden en voorkeuren van de patiënt. Behandeling en procedures met betrekking tot de individuele patiënt berusten op wederzijdse communicatie tussen patiënt, arts en andere zorgverleners.

 

Module 1

Bespreek patiënten met een ongeruptureerd intracranieel aneurysma in of in samenspraak met centra in een multidisciplinair overleg met een multidisciplinair team met neurologen, neuroradiologen, neurointerventionalisten en neurochirurgen. Uit dit overleg volgt een advies omtrent het wel of niet preventief endovasculair of neurochirurgisch behandelen van een intracranieel aneurysma.

 

Bespreek de volgende factoren in dit overleg:

  • ruptuurrisico (zie ook module 2)
  • complicatierisico van een preventieve behandeling (zie ook module 3)
  • comorbiditeit
  • levensverwachting
  • afname kwaliteit van leven van patiënt door angst voor ruptuur

 

Om het complicatierisico van een preventieve behandeling in te kunnen schatten is een goede kwaliteit CTA cirkel van Willis en/of MRA hoofdvaten nodig. Een diagnostische DSA is meestal niet nodig.

 

Bespreek het advies dat uit het overleg is opgesteld met de patiënt, en kom samen tot het definitieve behandelbesluit.

 

Module 2

Gebruik bij iedere patiënt met een ongeruptureerd intracranieel aneurysma de PHASES score om het vijfjaarsrisico op een aneurysmaruptuur te berekenen.

 

Weeg bij de inschatting van het ruptuurrisico ook andere factoren mee die dit risico verhogen maar geen onderdeel uitmaken van de PHASES-score, namelijk:

  • Roken
  • Positieve familieanamnese voor intracraniële aneurysmata
  • Irregulaire aneurysmavorm
  • Aangetoonde groei

 

Module 3

Bespreek de voor- en nadelen van de verschillende behandelmethoden met de patiënt en houdt rekening met de eventuele risico-verhogende factoren van de specifieke patiënt en de behandelend arts.

 

De uitslag van het MDO zal besproken worden met de patiënt door één van de bij het MDO betrokken specialisten en zal gecommuniceerd worden met de verwijzend specialist.

 

Module 4

Verricht na zes tot 12 maanden beeldvorming bij patiënten die recent zijn gediagnosticeerd met een ongeruptureerd intracranieel aneurysma en die conservatief worden behandeld, tenzij er door bijvoorbeeld klinische conditie of levensverwachting geen consequenties meer verbonden zijn aan de uitkomsten van deze beeldvorming.

 

Bepaal vervolgens de duur van de follow-up en de intervalperiode aan de hand van individuele karakteristieken van de patiënt en het aneurysma. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de ELAPSS score.

 

Overweeg bij vastgestelde groei en/of vormverandering van het ongeruptureerde intracraniële aneurysma een invasieve behandeling. Bespreek dit in het MDO conform de eerdere aanbeveling.

 

Module 5

Adviseer patiënten te stoppen met roken, eventueel onder begeleiding van een huisarts.

 

Ontraad cocaïnegebruik.

 

Behandel hypertensie conform de CVRM richtlijn.

 

Beperk de patiënt niet in de algemene dagelijkse activiteiten.

 

Wijs patiënten erop dat zij niet rijgeschikt zijn voor groep 2 rijbewijzen. Een uitzondering geldt voor toevallig ontdekte, ongeruptureerde, onbehandelde aneurysmata die kleiner zijn dan 10 mm. Een specialistisch rapport door een neuroloog is vereist en de maximale geschiktheidstermijn is drie jaar.

 

Module 6

Neem besluiten met betrekking tot het beleid voor patiënten met een ongeruptureerd intracraniëel aneurysmata in of in samenspraak met centra met een multidisciplinair team van neurologen, neuroradiologen, neurointerventionalisten en neurochirurgen.

 

Verricht invasieve behandeling bij patiënten met een ongeruptureerd aneurysma in centra waar ook SAB zorg verricht wordt.

 

Zorg voor een duidelijk aanspreekpunt voor de patiënt bij (conservatieve) behandeling van patiënten met een intracranieel ongeruptureerd aneurysma.

 

Module 7

Bespreek de mogelijkheid van screening van een familie waarin twee of meer eerstegraads familieleden een SAB hebben gehad. Screening kan elke 5-7 jaar bij personen tussen de 20 en 75 jaar worden uitgevoerd.

 

Overweeg de mogelijkheid van screening te bespreken met familieleden van een familie waarin één eerstegraads familielid een SAB heeft gehad. Overweeg deze screening rond het 40e en 55e levensjaar uit te voeren.

 

Raad de mogelijkheid van screening niet aan als binnen een familie één of meer eerstegraads familieleden een ongeruptureerd aneurysma heeft.

 

Module 8

Submodule 8.1

Bij Marfan wordt screening op intracraniële aneurysmata niet aanbevolen.

 

Bij Loeys Dietz syndroom kan conform gepubliceerde expert opinionadvies in literatuur screening op intracraniële aneurysmata overwogen worden.

 

Bij vaattype Ehlers Danlos Syndroom kan conform expert opinion screening op intracraniële aneurysmata overwogen worden.

 

Submodule 8.2

Overweeg bij FMD, conform gepubliceerde expert opinion, screening op intracraniële aneurysmata.

 

Submodule 8.3

Bespreek bij een patiënt met ADPKD en een positieve familieanamnese voor intracraniële aneurysmata/SAB of met specifieke sociaal maatschappelijke omstandigheden (beroep/angst patiënt) het advies om te screenen op intracraniële aneurysmata.

 

Overweeg bij een patiënt met ADPKD zonder positieve familieanamnese en zonder specifiek sociaal maatschappelijke omstandigheden de mogelijkheid van screening op intracraniële aneurysmata te bespreken.

 

Submodule 8.4

Overweeg bij patiënten met coarctatio aortae en/of bicuspide aorta klep screening op intracraniële aneurysmata, zeker als er sprake is van hypertensie.

 

Submodule 8.5

Bij neurofibromatose type 1 wordt systematische screening op intracraniële aneurysmata niet aanbevolen.

 

Module 9

Screen niet routinematig op een bindweefselaandoening bij patiënten met een intracranieel aneurysma. Overweeg een bindweefselaandoening (en verricht diagnostiek hiernaar/verwijs patient naar een klinische geneticus) bij patiënten met een intracranieel aneurysma en één van de volgende kenmerken:

  • positieve familie anamnese voor bindweefselaandoeningen
  • voorgeschiedenis / anamnese met andere aandoeningen die ook voorkomen in het kader van bindweefselaandoeningen (denk bv aan skeletproblemen, hyperlaxiteit, huidafwijkingen, orgaan ruptuur)
  • afwijkingen bij lichamelijk onderzoek die voorkomen in het kader van bindweefselaandoeningen (denk bv aan bijzondere habitus, skelet/huid afwijkingen, syndromaal uiterlijk)
  • andere afwijkingen van de extra en/of intracraniële vaten bij beeldvorming die voorkomen in het kader van bindweefselaandoeningen, zoals aneurysmata, fusiforme verwijdingen en toegenomen tortuosite.

 

Screen niet routinematig met een echo nieren op ADPKD bij intracranieel aneurysma patiënten. Verricht wel een echo nieren bij patiënten met een intracranieel aneurysma en één van de volgende kenmerken (al dan niet in overleg met een internist of nefroloog):

  • positieve familie anamnese voor ADPKD
  • jonge leeftijd in combinatie met hypertensie en/of gestoorde nierfunctie