Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de richtlijnmodules

De richtlijn “Preventie van perioperatieve cardiale complicaties bij niet-cardiale-chirurgie” is in 2009 tot stand gekomen vanuit een initiatief van de NVA. Inmiddels is deze richtlijn vervallen en vervangen door de “2014 ESC/ESA Guidelines on non-cardiac surgery: cadiovascular assessment and management”. Deze richtlijn geeft weinig informatie over een nieuw onderwerp, namelijk PGDT.

 

Doel van de richtlijnmodules

Het doel van deze richtlijnmodules is om aanbevelingen omtrent PGDT op te stellen voor de Nederlandse praktijk.

 

Afbakening van de richtlijnmodules

In overleg met de NVA is besloten om niet alleen te focussen op de effecten van PGDT in cardiale chirurgie. In module 1 werd de effectiviteit van PGDT in hoogrisicopatiënten onderzocht. Om hoogrisicopatiënten te classificeren werd de definitie van Chong (2018) gebruikt. Studies over cardiale-chirurgiepatiënten, intensive-carepatiënten of waarin meer dan 50 procent van de patiënten een ASA-classificatie 3 of hoger hadden werden geïncludeerd.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijnmodules

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de uitvoering van PGDT.

 

Definities en begrippen

PGDT(perioperative goal directed therapy) = PGDT is een geprotocolleerde behandelstrategie die beoogt de hemodynamische situatie van de patiënt te optimaliseren, en daarmee het zuurstofaanbod en de weefsel-oxygenatie te waarborgen. Dit wordt bereikt door titreren van vocht en vasoactieve medicatie (inotropica en vasopressoren) zodat vooraf omschreven fysiologische streefwaarden van hemodynamische variabelen bereikt worden.